teer en zuiver. Maar onder die bedrijven houd ik mijn hart vast voor mijn prachtige rupsen, die overal over den grond zwerven, zoekende naar veilige holletjes waar zij zich kunnen inspinnen. Wat pracht van kleuren dragen ze! Een wonderland van kleur is het om mij heen!
En dan de paddenstoelen! Een paddenstoelenbosch na regen, wonderbaarlijker wereld heb ik nooit gezien. En als dan het bosch voor je open is, zie je de kabouters onder hun paraplutjes zitten en de elfjes op hun elfenzeteltjes.
Is er iets sprookjesachtiger dan een paddenstoelenbosch in een nat najaar? Maar als dan door die druipende, glinsterende, kleurige wereld een zonnestraal schiet of even toeft, o, dan de pracht, dan de jubel! Daar zijn geen woorden voor te vinden.
Dikwijls klaart het weer op tegen zonsondergang. Dàn moet je op je rug naar den hemel gaan liggen kijken, naar de reizende- en trekkende licht gekleurde wolken en de boomtoppen, stil nu, wachtend op de nacht. Hoog onder de boomen dansen de muggen hun avonddans. Nu is het in het bosch geheel stil geworden, een enkel vogelgeluidje nog als een weifelend vragen en dàn is het eerst moeielijk om weer naar huis te gaan, je los te maken uit die rust waarin je gevangen zit. Maar het gebeurt ook wel, dat al te veel regenstroomen mij uit mijn paradijs wegspoelen en dat ik onder mijn paraplui, over plassen springende, druipende het bosch uit kom. En dan is het mij overkomen, dat ik een mopperaar tegen 't lijf liep, die zeide, ‘wat een weer, hé, zuster’ en ik er uitflapte ‘,fijn weertje’, omdat ik nog vol was van den jubel van het bosch. En ik dank het vast mijn eerwaardige positie en grijze haren, dat hij niet met den vinger naar zijn voorhoofd wees. Maar op zijn gelaat zag ik een grijns, dit 't midden hield tusschen minachting en medelijden.
Maar mijn vreugd kon hij niet verstoren, want wie in den tempel van Moeder Natuur in haar heiligdom wordt toegelaten, brengt van het altaar daar een gouden zonnestraal mee in zijn hart, die het blijft verwarmen en verlichten langen, langen tijd.
Ginneken-October 1924.