[Vervolg van Primavera door Sandro Botticelli]
Maar hier is alles anders.
Wat getuigt er meer van jong, sterk, mooi leven dan de Lente. Als de aarde geurt, de bloemen openspringen en hier en daar zich reeds vruchten zetten, dan is het feest in heel de natuur. Men merkt het aan de planten, de dieren en de menschen. Wat een prachtig motief om het nieuw verworven levensgevoel aan uit te drukken: de triumph van de Liefde, zooals de Lente die telken jare opwekt in heel de natuur. Is dat niet de inhoud van Sandro Botticelli's Primavera?
Venus staat in het midden, de aanstichtster van alles, godin der Liefde en der Vruchtbaarheid, beschermster van de boomgaarden en tuinen, in vroeger dagen dikwijls met lentefeesten geëerd. In de lusthof van groene weiden, met schoone bloemen getooid en heerlijke vruchtdragende oranjeboomen doet Lente haar intocht, verschijnt Primavera, haar kleed met bloemen gesierd, een krans om hoofd en hals en middel, haar kleedje ophoudend om een schat van d'allerschoonste bloemen in te bergen, en die al luchtig voortschrijdend achteloos om zich heen te strooien, tooverend in alle oorden geluk en blijdschap en jonge weelde. Zij is de verpersoonlijking van de lente-weelde, van het suizend zich gelukkig voelen. Zelfs klaar en rustig zich bewegend, houdt ze duizenden in liefde's zwijmel bevangen.
In het rijk, waar de Lente feest houdt, en Liefde doolt, daar mogen geen schaduwen zijn van verdriet of krakeel. Vandaar ter linkerzijde de verschijning van Mercurius, die ook als berggod en landgod met de aarde in verband wordt gebracht; ook is hij beschermer van het vee en als zoodanig de verleener van welstand en geluk; hier splijt hij met zijn staf een wolkje, dat meende wel tusschen de boomen door te kunnen schuiven met zijn schaduw.
In dit oord is slechts plaats voor dans en spel, voor liefde en leven. Reien zich niet de Gratiën tot sierlijken dans, in lichte doorschijnende sluiers gehuld: levenspraal, levensvreugd en levensbloei. Hoe edel is hun gebaar, hoe voornaam hun houding; hier is een lust tot leven - want, waar Venus heerscht en Primavera komt, daar loert Amor om op ieder zijn pijlen af te schieten en hun harten te doen ontvlammen. We zien de geblinddoekte Amor boven de Venusfiguur zweven. Niettegenstaande de zorgen van Mercurius weet Boreas, de verstijvende Noordenwind, Bloesemenland binnen te dringen, en het dartel spel te storen door te trachten een nymph te rooven.
Welk een merkwaardig natuuraanvoelen ligt aan dit schilderij ten grondslag,