lijk boek om den weg in te vinden. Mevrouw Laman Trip deed een gelukkige keuze, toen ze uit al die boeken van het Oude Testament ons deze bijbelsche verhalen gaf: ‘Eenzelfde zucht is in al die verhalen: het verlangen naar den onzichtbaren, den eenigen God. Dit geloof in Hem moge dan eens meer, dan eens minder bewust zijn geweest, aanwezig was het ononderbroken’.
Ze heeft de verhalen gelaten, zooals ze zijn, getracht te naderen tot het standpunt van den schrijver, toentertijd.
‘Moet men, zegt ze, de gouden luchten, de duivelen en de engelen uit de doeken der Middeleeuwsche schilders snijden, om ze werkelijker te doen schijnen?’
Uit de inleiding dit nog:
‘Heerlijk is deze lange stoet van Bijbelfiguren, groot en heerlijk ze te zien ten voete uit, van aangezicht tot aangezicht. In heel de Schepping ziet de Jood Gods werk. De bergen vertellen van Zijn eer, Zijn stem wordt gehoord in het lispelen der cederen en dennen, zij ruischt over de watervlakten, Zijn licht schijnt in het donker van den nacht, Hij geeft den buit aan de hongerige leeuwen, Hij doet de arenden opvliegen, Hij daalt in de versch omploegde voren, Hij leeft in het uitloopend groen, in het stroomend water... Komt het oogenblik, dat al wat leeft den mensch zal bewegen, dan zal de Eeuwige met hem zijn.’ Dan krijgen we de van ouds bekende verhalen: De Schepping, Adam en Eva, Kaïn en Abel, ook de minder bekende volgen. Een deugd van het boek is zijn overzichtelijkheid, het noodt tot het lezen van een hoofdstuk bij 't begin of het einde van een dag.
Jammer vind ik het, dat Mevrouw Trip het statige ‘gij’ vervangen heeft door het meer huiselijk ‘U’. Gij is een verouderde, maar toch geen afgestorven vorm. In een deel van ons land wordt hij in de spreektaal nog gebruikt en in brieven van een grootvader, van een oud-tante doet die aanspreekvorm nog altijd weldadig aan en getuigt mede van de betere verzorging van schrift, taal en stijl dan het nakroost gewend is te doen. Waar in zoo'n brief het gebruik van ‘gij’ reeds alle stijfheid uitsluit, geloof ik, dat we het in deze oude geschriften wel hadden mogen behouden, vooral de statigheid van de psalmen, lijkt me door de vervanging van ‘Gij’ door ‘U’ wel geschaad.
Maar na dit kleine bezwaar, moet ik mijn waardeering uiten voor de liefdevolle en gevoelige wijze, waarop Mevrouw Trip deze verhalen