Sneeuwstemming
door A. Pino
DE natuur is zilverblank.
Het is of God zijn engelen naar de aarde gestuurd heeft, om al de droefheid van den winter te bedekken onder de witte sluier van sneeuwkristal, daar boven in den hemel geweven. Het is of God de aarde-menschen troosten wil, opdat niet hun zielen, die in leed zich buigen over de groote zonde van den wereldoorlog, verliezen zullen, de hoop en het geloof in de wedergeboorte van de liefde onder de menschen.
Zij hebben de schoonheid vertrapt; zij hebben de mooie schepping besmet en besmeurd en zij scheurden in menschenzielen diepe, gapende wonden. Maar in éénen nacht liet God zijn stille boden naar de aarde zweven en wat menschen bedierven, besmeurden, besmetten, dat maakte God in éénen nacht weer goed.
En de witte, blank-reine wereld, deed de ziel weer open gaan en zooals een bloem ontwaakt, wanneer de eerste zonnestralen op haar gebogen knopje schijnen, zoo heft de ziel zich op, want de vreugde over het hemelsche wonder van reinheid en schoonheid, zingt in haar, en de mensch, droef gebogen onder het leed, de mensch op deze donkere aarde, kan weer gelooven, durft weer te gelooven in dat wat eeuwig is en eeuwig blijft - God's liefde en God's schoonheid. Zij kunnen niet sterven, maar zullen het donker overheerschen.
De natuur is zilverblank.
God zond zijn engelen naar de aarde, om de menschen te troosten in deze donkere wereld vol droefheid en pijn.