[Vervolg van De heilige Barbara]
Beschouwen wij nader de reproductie - De Heilige Barbara is in haar gebedenboek verdiept - vol innige aandacht, geheel los van haar omgeving, staart zij op de vrome afbeeldingen van haar brevier. Onder brevier verstaan wij een dichtbundel of prozabundel van godsdienstige of zedelijke strekking, zeer dikwijls geheel in wonderschoone letters met groote verluchte hoofdletters en voorstellingen, door de monniken in de kloosters geteekend en geschilderd. Op onze voorstelling zien wij de heilige Barbara verdiept in haar gebedenboek, en duidelijk kunt ge de illustraties op de bladzijden zien. Vol fijnheid zijn de tengere handen geschilderd van ‘de Heilige’, het blaadje papier en de enkele vinger, breken even de massa welke het boek anders zou gevormd hebben. De houding van de jonge vrouw is vol ingetogen aandacht.
Men placht dikwijls deze figuren van de kunstenaars uit dezen tijd ‘stijf’ te noemen, ik hoor zelfs wel eens 't woord ‘houterig’ gebruiken, maar deze wijze van weergeven van een gebaar, behoort bij dien bepaalden tijd. Deze tijd geeft in de meest beheerschte vormen, zeer veel uitdrukking, het gaat hier altijd om de innerlijke vroomheid, die niet alleen uit het gelaat, maar uit de geheele houding van een mensch moest spreken. De kunstwerken uit dien tijd worden dikwijls genoemd de ‘primitieve kunstwerken’, omdat de kracht en de macht van uitdrukking weergeven, staat bòven het pure kunnen van deze meesters. In veel van deze kunstwerken is de techniek de ondergeschikte, aan den geest van het werk. Zoò groot is de liefde en de vroomheid, dat zelfs een gebrekkige teekening mooi is, door de uitdrukking. Nu hebben wij hier niet te doen met een gebrekkige teekening, integendeel de figuur, de omgeving, het landschap op 't tweede plan, alles is juist getuigend van een groot kunnen. De hoofdpersoon is gehuld in een ruim en soepel kleed, de plooienval is regelmatig verdeeld, en deze verdeeling behoort ook weer tot dien bepaalden tijd. De stijl van meubels, en architectuur behoort tot de gothiek. Zoo vindt men in de kunst van de gothiek uit de middeleeuwen, ook telkens dien bepaalden plooienval terug in de kleeding.
De stille figuur van Barbara beheerscht de geheele schilderij, het gaat zoo om haar, en haar vertrek is bijzaak. In 't kort is haar geschiedenis die van iemand welke veel geleden heeft voor haar geloof, zij beleed den godsdienst van het Christendom in de 3e eeuw, en werd hierom door haar vader veroordeeld en gedood. Zoo zien wij haar dan hier in ver-