Droom en Daad. Jaargang 2
(1924)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
Zondag
| |
[pagina 228]
| |
en zoo feestelijk mogelijk alles klaarzetten.... nooit smaakt je maal je zoo als op Zondag.... je hoeft nergens mee te haasten. Als het nu een preekzondag is en het weer werkt mee - want het is een heel stuk weg - dan zet Markus meestal dadelijk na 't eten het zeil op en vaart naar de kerk.... 's Avonds is er dan nog een gezellig uurtje, terwijl de koffie zich sterk staat te sutteren. Het is het wekelijksch leesuurtje. Stil valt dan de avond. Het water dat den dag over vol leven was geweest en in stille beweging met zwak murmelen, ligt nu volkomen stil. De hemel is als een glimlach boven de aarde, een enkel lichtend kleurenspel, het is of de heele natuur zich opheft. Het is voor de aarde de tijd van het gebed, de lucht ademt goedheid en over den berg is het als een luiden van gedempte gouden klokjes...’ Dit is een Zondag uit het leven van een oogenschijnlijk verkommerd man. Niemand doet iets om zijn Zondag prettiger, gezelliger of vroolijker te maken. Hij viert zijn Zondag alleen en hij viert hem goed. Over heel dien Zondag straalt iets van een zacht geluk, omdat Markus blij is met den Zondag en er wat werk van maakt. Het beste bewijs, dat een dag een gelukkige dag voor ons was, is misschien dit: ‘Dat we er een goede herinnering aan behouden hebben.’ Misschien staan de drukke, luidruchtige Zondagen niet eens vooraan in onze herinnering, misschien zijn er van die stille Zondagen, waaraan we 't liefst terugdenken. Er was niet de haast van de weekdagen, er was geen schoolwerk. Er was het bizondere in huis; een huis is altijd stiller op den Zondag en zelfs de drukste straat is in de morgenuren stiller dan op de zes andere dagen. En misschien las iemand aan 't ontbijt iets voor, dat regelrecht doordrong tot ons hart; misschien was er een kerkgang, een wandeling of 's avonds een verhaal, verteld of gelezen in den familiekring en toen wat muziek. Als we blij zijn om den Zondag, niet alleen om den vrijen tijd, niet om te kunnen gaan en komen, precies naar onze eigen wensch, maar werkelijk blij, omdat het Zòndag is, dan zullen we ‘er wat werk van moeten maken’, willen we niet 's avonds teleurgesteld terugzien op den dag, die zooveel goeds beloofde en zooveel schoone mooglijkheden in zich borg. Dan komen wij er niet met ‘het er nu eens een heelen dag van te nemen en anderen te laten zorgen.’ Dan komen we er alleen, als we zèlf zorgen, als we werkelijk iets voelen van de saamhoorigheid, die ons bindt in een kampweek, die ons bovenal bindt in onze eigen huizen. Dan zullen we, doordat we het noodzakelijk werk samen en dùs vlugger doen dan in de week, iets winnen van tijd, van gezelligheid en rust. | |
[pagina 229]
| |
We weten het immers wel, dat in de dagen van méér tijd, meer gezelligheid, meer rust de kans grooter is, dat wat daar goeds en schoons en vredigs is in ons leven rijker zal opbloeien. Omdat dan de ontvankelijkheid van ons hart méér is dan onze snelle, dikwijls onbillijke critiek, die zooveel tekort doet aan het beste in onze medemenschen en het beste van ons eigen hart. Een goede Zondag is niet afhankelijk van de pret, van de drukte, van een weelderige of luidruchtige feestviering. Een goede Zondag hangt af, van ‘het werk, dat wij er van maken’ elk van ons en beter nog sámen. Op een goeden Zondag zal een boek, zal een gedicht ons wel eens inniger hebben aangesproken dan ooit te voren, op een goeden Zondag gingen onze oogen wijder open voor wat daar buiten groeit en bloeit en geurt en kleurt, op een goeden Zondag zullen we, vriend tot vriend, wel eens nader tot elkaar gekomen zijn in fijner begrip en meer waardeering, dan zullen we, in een oogenblik van alleen zijn, wel eens neder gezeten hebben met luisterende zielen. Wie weet wat het beteekent ‘wat werk te maken van den Zondag’, wie het voorrecht heeft den Zondag te leeren onderscheiden als ‘der Tag des Herrn’, die zal ook weten, dat we hooger eischen stellen aan een voor te lezen verhaal, aan de muziek in onzen kring, aan de gesprekken, die we samen voeren, zoodat deze dag werkelijk een rijker dag voor ons worden kan. En het beste, wat we hadden, hebben we misschien wel eens bewaard als geschenk voor den Zondag, zooals Catharina van Rennes ons in dit nummer haar kleine compositie schonk - voor den Zondag! |
|