Droom en Daad. Jaargang 1
(1923)– [tijdschrift] Droom en Daad– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
Johannes Vermeer
| |
[pagina 218]
| |
in helderen hoogen toon - en 't stukje overhangend linnen breekt ovaal daardoor. Het kussen is weer blauw naast de mand een donkere fluweelige tint prachtig van stofuitdrukking tegen de harde emailachtig-geschilderde tegels van geaderd blauwwit marmer. Op den voorgrond (slecht zichtbaar op deze reproductie), twee slofjes zòo mooi geschilderd dat men dit als apart stilleventje genieten kan, en met de veger een kostelijk stukje techniek vormend! In de schaduw een open deur links, een stoel met wat aardig geschikte papieren en een doekje over de leuning, alles heel stil gedempt, als tweede belang, vormen met het zware opgenomen gordijn een rustig geheel. Dit gordijn is een uiting van de barok, die men veelvuldig op de schilderijen van 17e-eeuwsche meesters ziet. Wij staan dus in ons Rijksmuseum voor dit kostbaar kleurenspel, en wij bewonderen; maar er is toch meer dan dit alles, daar spreekt bovenal de geest van den titel uit dit werk ‘de Brief’ genoemd. De gezichten toonen ons heel een wereld van stille dingen. Het even verbaasde opkijken van de vrouw, met een vraag op de lippen, het lachende geestige gezicht van de meid, vol kwalijk verholen nieuwsgierigheid; het gebaar van deze twee vrouwen, de lachende nonchalance van het staan van haar die brengt en afwacht met èen hand in de zij, en de ander nog met de eene aan de luit met de andere hand den brief aanvaardend! Dit alles is zòò levendig, zoo ten eenen male ‘belevend’ zijn onderwerp, dat wij wel mogen vragen wie deze meester is, deze Johannes Vermeer! - En enkele hoofdgrepen uit zijn leven moeten hier volgen. 31 Oct. 1632 werd Vermeer te Delft geboren, en stierf in 1675 in dezelfde stad waar hij begraven ligt in de Oude Kerk. Hij leefde in groote armoede, mede door een talrijk gezin, zoodat hij dikwijls zijn schulden aan leveranciers met werken moest voldoen. Men vermoedt dat hierdoor ook veel kostbaars verloren is gegaan, daar van dezen meester niet zoo veel werken zijn bewaard gebleven, als van andere 17e-eeuwers. Hij schildert veelal figuren in binnenhuizen. Beroemd om de kleur, vooral zijn blauwen en gelen, maar ook om de stilte, de rust, den klaren geest die uit zijn werken spreekt. Hij blijft alles groot zien, niettegenstaande zijn klein formaat van schilderijen. Ons Rijksmuseum bezit, behalve ‘de Brief’, nog een ‘brief’ ‘het Melkmeisje’ en ‘het Straatje’. Het Mauritshuis een meisjeskopje en een stadsgezicht. Dit laatste toont mèt ‘het straatje’ hoe deze schilder behalve het binnenhuis, de stemming en verdroomde atmosfeer van oude gevels en een stadje wist weer te geven. |
|