Dat had hij immers op alle hoeven gezien, 't was alleen maar, dat ze nergens zóó bloeiden als hier in dezen tuin.
Denk er om, 't was morgen en heel vroeg!
De plantjes begonnen op te komen. Wat stonden ze daar allerliefst, de erwten en boonen met hun twee dikke zaadlobben en hoe mooi gelijk kwamen de worteltjes en raapjes op. 't Alleraardigste waren de kleine gekroesde peterselieblaadjes, die de aarde boven zich ophieven, alsof ze nog verstoppertje met het leven speelden.
En hier was een klein bedje, waar de streepen niet heel gelijk op waren en waar de kleine vierkantjes er uit zagen als een staalkaart van alles wat er geplant en gezaaid kon worden. Dat was de tuin van de kinderen.
Liljecrona zette vlug de viool aan de kin en begon te spelen. “'t Zijn geen weelde, geen uitspattingen, die me weglokken” speelt hij. “Geen liefde voor andere vrouwen, geen eer, maar de bekoorlijke veelzijdigheid van 't leven.
Ik moet er al de schoonheid, de bitterheid, den rijkdom van voelen om mij heen. Maar nu heb ik er genoeg van, ik ben moe en verzadigd. Ik wil mijn huis niet verlaten. Vergeef me, heb geduld met me.”
Hij blijft ook acht heele dagen en is al dien tijd gelukkig als een kind. Hij is verliefd op alles thuis, op vrouw en kinderen en denkt niet aan Ekeby.
Maar dan komt er een morgen dat hij weer weg is. Hij kon het niet langer dragen, het was te veel geluk voor hem.’
Dit lezen we van Liljecrona in Gösta Berling en nu heeft Selma Lagerlöf in het Huis van Liljecrona de geschiedenis gegeven van Maja Lisa, de toekomstige huisvrouw van Liljecrona, die samen met hem zal wonen in dat vriendelijke huis. En dat meisjesleven beschrijft Selma Lagerlöf ons in den haar eigenen, verrassenden vorm.
Maja Lisa heeft het niet goed; ze heeft haar heerlijk huis en een allerliefsten vader, maar hij hertrouwt met een sluwe, zelfzuchtige vrouw, die Maja Lisa's leven verbittert. En Maja Lisa, om haar vader, die een hartlijden heeft, te ontzien, verzwijgt haar leed. Maar dan komt haar dierbaarste vriendin logeeren, en 's avonds laat, als iedereen slaapt, komt ze in Maja Lisa's kamer sluipen en in dat vertrouwelijk uur zal ze eindelijk haar bedroefd hart aan Anna kunnen uitstorten.
- Ik zal je 't verhaal van sneeuwwitje vertellen, zegt Maja Lisa.
- Zoo, dàt verhaal, zei Anna en ze zag er niet zoo heel blij uit. Ja 't is lang geleden, dat ik dat heb gehoord.