zorgvuldig verzorgde bloementuintjes en verstoren met laatdunkenden spot het beste in de harten van anderen. En vòor wij het weten is het dan te laat - onherroepelijk te laat. Maar berouw, dat achterom ziet, dient nergens toe. Mijn dooden - daar is die goede tante Anna, die zooveel leed, maar wier onuitputtelijke rijkdom van opofferende liefde jegens haar naasten alles overwon. Zoo er nog ooit iets goeds uit mij groeit, dan dank ik het aan haar stil leidende hand, en vòor alles aan haar voorbeeld.
En dan H. mijn jeugdvriend, die nog maar 22 jaar oud, zelf een eind aan zijn leven maakte. Een gevoelige, voorname natuur, geketend aan een ziek lichaam, terneergeslagen door de belemmeringen en moeilijkheden van iederen dag en die toch zooveel schoonheid in zich had - teere, fijne schoonheid, alleen zichtbaar voor degeen, die ze met liefdevolle oogen zocht. Een ziel, die zich verwondde aan den leelijken, moeite vollen strijd met het leven. Hij was als een kind, dat verdwaald is en bang om blootsvoets verder te gaan door de doornen en over de spitse scherpe steenen van den weg.
Vier jaar is hij nu dood. -
En jij arme, kleine kameraad, door vreemde aarde bedekt.
Is er iets zòo lichtend en zòo zonnigs als jouw oogen waren, die alle uitbundige vreugde van je gezonde, jonge ziel als kleine vuurtjes uitstraalden en alle schoonheid van de wereld zoo dorstig indronken?
Een echte duitsche trekvogel - vroolijk en moedig - zòo trof je de vijandelijke kogel. En nu lig je stil tusschen al de kameraden op het kleine soldatenkerkhof daarginds in Noord-Frankrijk. -
Ik bewaar een zilveren sierpenning, - zijn moeder gaf haar mij ter herinnering, daar hij haar altijd aan zijn horlogeketting gedragen had. Het is een Sint George, kampend met den draak, een veelkoppig monster, dat hem dreigend omslingert. En daaromheen het oude trotsche vers:
‘Und wenn die Welt voll Teufel war.’
Het is symbolisch voor iemand van zijn karakter.
En al die velen herdenk ik, die ik hier sterven zag. Jongen en ouden, moeden en weerspannigen, die vertwijfeld en verbitterd met den dood worstelden. Voor mij heeft de dood geen verschrikking. In geen geval een grootere dan het leven heeft!
(Wordt vervolgd).