Drie schandaleuse spelen
(1937)–Anoniem Drie schandaleuse spelen– Auteursrecht onbekend
[pagina 67]
| |||||
[pagina 68]
| |||||
Personages
| |||||
[pagina 69]
| |||||
Vrint ter noot
o reijn leyaele merstersse vercoerenGa naar margenoot+
hoe sijdij nv ghesent ghefdij den moet noch verloeren
seght toch en ghij mij v secreten jont
Rhetorika
O vrint ter noot neen ic / ick ben tot inden grontGa naar margenoot+
5[regelnummer]
myns hertsen verblijdt duer dat miabel beuuijs
Dies segic god den vader loff en prys
vuyt wiens mont myn conste gedissendeert es
en van gods eenigen sone gecumfirmert es
te houdene / voer een tittel der duegden
10[regelnummer]
dus wilick mij inwendichlyck vervruegden
want als ic dincke op dauids bescryuen
wij sullen vallen maer mijn const sal staende blijuen
tot dat christus die zijne sal beurijen
nu vrint ternoot laet ons met hem dryen
15[regelnummer]
hueschen oorlof nemen / eer wij scheijen
Vrint ter noot
nobel vrinden sijnt lueghens die wij scier seyen
wij bidden minnelyken en doeter af geen vermaen
Rhetorika
god laet ons alle inden troon christi gaen
|
|