Woord vooraf
In dit nummer van De Achttiende Eeuw vindt u de tekst van een aantal lezingen, gehouden tijdens het jubileumcongres van de Werkgroep Achttiende Eeuw op 26 en 26 november 1993 in De Markiezenhof te Bergen op Zoom. De congrescommissie, bestaande uit Wijnand Mijnhardt, Lodewijk Palm, Eddy Put, Joke Roelevink en ondergetekende, wilde bij wijze van retrospectief de grenzen van de achttiende eeuw en de periodisering als zodanig ter discussie stellen. Tevens wilde zij de aandacht vestigen op het ‘eigene’ van de achttiende eeuw. In de verzameling artikelen die hier is afgedrukt, is deze tweeledigheid nog steeds herkenbaar.
Bij een congres ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum van de Werkgroep past een terugblik op de wetenschappelijke bestudering van de achttiende eeuw. Dit congresnummer opent met een bijdrage van de ere-voorzitter, Buijnsters, die - niet zonder ironie - beschrijft hoe de bestudering van de achttiende eeuw vorm heeft gekregen en welke achterliggende motieven en ideologieën daarbij een rol hebben gespeeld. Het wordt afgesloten met een evaluerend overzicht van de activiteiten van de Werkgroep Achttiende Eeuw door de huidige voorzitter, Mijnhardt. De Schryver en Haitsma Mulier bespreken de grenzen en periodisering van de achttiende eeuw in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden. Van de Sande en Van den Berg beschrijven de negentiende-eeuwse visie op de achttiende eeuw. Kloek en Clement behandelen onderwerpen die verband houden met het ‘eigene’ van de achttiende eeuw. De eerste wijt een kritische beschouwing aan (de ideeën over) het literaire publiek in de achttiende eeuw. De laatste beschrijft de muziekcultuur in deze periode, die gekenmerkt wordt door een toenemende immigratie van buitenlandse musici in de noordelijke Nederlanden.
Namens de congrescommissie van de Werkgroep Achttiende Eeuw wil ik allen die een bijdrage aan het congres hebben geleverd, graag bedanken. De M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting danken wij voor haar financiële steun.
Jacqueline de Man