| |
| |
| |
[Nr. 63/64]
Jacobus Buijs als boekillustrator
Inleiding
Hoewel de Nederlandse literatuur van de 18e eeuw de laatste decennia volop wordt bestudeerd, is die belangstelling vrijwel uitsluitend beperkt gebleven tot de tekst. Voor de neerlandicus een niet geheel onbegrijpelijke beperking. Maar veel bekende teksten uit deze tijd danken hun aantrekkelijkheid mede aan degene die ze van illustraties voorzag. Echter ook de kunsthistorici zijn tot dusver praktisch voorbijgegaan aan de 18e-eeuwse boekillustratie. Een uitzondering hierop vormt de dissertatie van mevrouw E. de la Fontaine Verwey.Ga naar eind1Ga naar voetnoot* Hoewel dit brede, oriënterende werk uit 1934 nog steeds goede diensten bewijst, zou men intussen toch uitvoeriger studies wensen over diverse illustratoren als bijvoorbeeld J. Goeree, J. Wandelaar, J.C. Philips en J. Punt - allen uit het begin van die eeuw - en S.Fokke, J.Buijs, R.Vinkeles en J.C. Bendorp uit de tweede eeuwhelft. Nu dreigt de boekillustratie min of meer tussen wal en schip te raken - vergeten zowel door de literatuur - als door de kunsthistoricus. In het buitenland is dit terrein al veel meer ontsloten. Op de eerste plaats natuurlijk in Frankrijk, waar de boekverluchting in deze periode haar hoogtepunt bereikte. Maar ook de 18e-eeuwse Engelse en Duitse illustraties en hun makers zijn onderwerp van een toenemend aantal publikaties.Ga naar eind2 Alle reden dus om aan de produktie uit eigen land meer aandacht te schenken.
Jacobus Buijs heeft, samen met Reinier Vinkeles, het gezicht bepaald van de Nederlandse boekillustratie in de tweede helft van de 18e eeuw. Een groot deel van de bekendste en meest toonaangevende romans, vele toneelstukken en historiewerken - oorspronkelijk of vertaald - zijn door hem verlucht. Ook het na 1770 steeds groter wordende aantal kinderboeken werd vaak met zijn illustraties uitgegeven. Denken we maar aan: Sara Burgerhart door Wolff en Deken, of Feith's
| |
| |
roman Julia; verder het werk van Elisabeth Maria Post, vertalingen zoals Gellerts Fabelen en Vertelsels en Goethe's Het lijden van den jongen Werther. Voor wat het toneel betreft vooral de Algemeene Spectatoriale Schouwburg in negen delen. Voorts vele illustraties in Wagenaars Vaderlandsche Historie; tenslotte nog hèt kinderboek uit deze tijd: Van Alphen's Proeve van kleine Gedigten voor Kinderen; alles door Buijs geillustreerd!
Onze opzet is nu een lijst te geven van alle door ons gevonden boeken die door Buijs van illustraties zijn voorzien. Daaraan vooraf gaat een beknopte schets van zijn leven en werkzaamheden.
| |
Beknopte levensschets van Jacobus Buijs (1724-1801)
Buijs werd op 19 november 1724 in de Amstelkerk te Amsterdam gedoopt als oudste zoon van een pruikemaker.Ga naar eind3 Na zijn kinderjaren deden zijn ouders de jonge Jacob op kantoor bij de procureur en notaris Johannes Beukelaar in de Kalverstraat. Een van diens zonen beoefende de tekenkunst, waarvoor hij zijn leeftijdgenoot Buijs enthousiast wist te maken. Ook de dichter en kunstverzamelaar Sybrand Feitama stimuleerde hem in deze richting. Jacobus gaat lessen nemen bij de topografische tekenaar Cornelis Pronk (1691-1759). Dat duurt zo twee jaar. Onderwijl verdiept hij zich tevens in het werk van Jacob de Wit.
Negentien jaar oud, besluit Jacobus Buijs voorgoed ‘de schrijfpen voor 't penceel te verwisselen’, zoals zijn oudste biograaf Van GoolGa naar eind4 ons meedeelt. Op 6 juli 1743 laat hij zich inschrijven als leerling aan de Amsterdamse stadsacademie.Ga naar eind5 Terzelfdertijd wordt hij ook leerling van Cornelis Troost (1696-1750), in wiens atelier hij zich bekwaamt in de olieverf- maar vooral in de pasteltechniek. Troost geldt als onze belangrijkste 18e-eeuwse schilder, uitmuntend in het maken van portretten en - vaak humoristisch getinte - toneel- en zedenschilderingen. Buijs is eigenlijk zijn enige echte leerling geweest, terwijl hij diens liefde voor het toneel heeft overgenomen, gezien zijn talrijke illustraties voor toneelstukken. ‘In de twee jaren dat hij Troosts lessen genoten heeft is hij diep onder de indruk van diens werk geraakt en legt daarvan vooral in zijn beginjaren een sprekend getuigenis af’, aldus J.W. Niemeijer.Ga naar eind6
Zelf schildert Jacobus aanvankelijk merendeels portretten en familiegroepen. Bij Troost ontmoet hij de twee jaar jongere houtkoopman en kunstverzamelaar Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798),Ga naar eind7 met wie hij heel zijn verdere leven bevriend zal blijven.
Na zijn leerjaren vestigt Buijs zich in 1745 zelfstandig aan de Heiligeweg. Vijf jaar later - 12 september 1750 - vinden we zijn inschrijving in het Lucas-gilde.Ga naar eind8 Op 11 februari 1746 gaat hij in ondertrouw
| |
| |
met Catharina Struykman, die hem twee zonen zal schenken. Maar ruim drie jaar later sterft zij al. Ten bate van zijn kinderen laat Jacobus nu een inventaris-akte opmaken, waaruit tevens blijkt wat zich in zijn atelier bevond.Ga naar eind9 In deze tijd wordt hij lid van het genootschap ‘Concordia et Libertate’Ga naar eind10 te Amsterdam. Echter niet voor lang: in 1755 verhuist hij naar Mijdrecht, de geboorteplaats van zijn moeder. De banden met Amsterdam verbreekt hij evenwel niet. Een van de weinige gevonden brieven aan Ploos van Amstel dateert uit deze tijd.Ga naar eind11 Met hem en een aantal andere kunstenaars behoort Buijs bovendien tot de wederoprichters van de Stadsacademie in 1758. Op 1 maart 1760 verkoopt Buijs zijn bezittingen in Mijdrecht, keert terug naar Amsterdam en huwt een jaar later opnieuw, nu met de ruim twintig-jarige Johanna Meylink, van rooms-katholieke huize.
In de nu volgende jaren krijgt hij opdracht om een nieuw decor te schilderen voor de Amsterdamse schouwburg en is hij actief voor de tekenacademie. Zijn eerste redevoering voor dit gezelschap dateert van januari 1767 en is getiteld: Over de orde in het onderwys der Teekenkunst. In de herfst van datzelfde jaar, 7 oktober 1767, gaat Buijs in een nieuwe rede Over het naarteekenen der Antieke Beelden verder met het ontwikkelen van zijn gedachten over het tekenonderwijs. In 1768 wordt hij dan benoemd tot een van de hoofddirecteuren van de tekenacademie.
Tot dan toe heeft Buijs behalve als ijveraar voor gedegen tekenonderwijs hoofdzakelijk naam gemaakt als schilder.Ga naar eind12 Als illustrator van boeken komen we hem voor het eerst tegen in de Volledige Beschrijving der Boekdrukkunst en de daartoe behoorende kunst van Lettergieten door de Gebroeders Ploos van Amstel uit 1767 en in het naar Voltaire vertaalde toneelstuk Olimpia uit 1769. In beide gevallen werd zijn ontwerp gegraveerd door Reinier Vinkeles. Na dit wat aarzelende begin wordt vanaf de jaren zeventig de boekillustratie het hoofdterrein van zijn werkzaamheden. Sterk de aandacht trokken zijn tekeningen voor Gellerts Fabelen en Vertelsels, die dan ook zijn naam gevestigd hebben, getuige het lovend commentaar van recensenten.Ga naar eind13
Intussen heeft hij op 6 december 1769 nòg een rede voor de tekenacademie gehouden, ditmaal getiteld Redevoering over het teekenen naar het leevend Menschbeeld. Hij begint te werken aan een serie tekeningen ‘De twaalf Maanden’ (nu in bezit van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap)Ga naar eind14 en portretteert de dames regentessen van het Walen-weeshuis. Het Amsterdams gemeentebestuur zoekt hem in 1771 aan om schilderijen uit het stadhuis en het collegium medicum te herstellen en schoon te maken. Zijn honorarium hiervoor varieert van f 14,-tot f 243,-; hij blijft dit doen tot en met 1792.Ga naar eind15
| |
| |
Zijn tweede vrouw Johanna Meylink schenkt hem in 1777 een dochter: Johanna Jacoba. Buijs is dan 53 jaar oud. Het jaar daarop wordt hij nogmaals vader. Zijn oudste zoon en leerling, Cornelis, is dan inmiddels reeds voor de tweede keer gehuwd. Behalve deze Cornelis heeft Jacobus Buijs nog als leerlingen gehad: de al eerder genoemde Cornelis (‘Cees’) Ploos van Amstel en Egbert van Marum (1746-1816).
Wanneer zijn tweede vrouw in 1790 eveneens komt te overlijden, blijft Buijs opnieuw achter met een paar jonge kinderen van net twaalf en dertien jaar. We vinden dan ook op 8 april 1791 voor de derde maal een akte van ondertrouw, nu met Catharina Milder, oud 51 jaar en wonende aan de Achterburgwal. Buijs zelf woont dan aan de Prinsengracht. Het merkwaardige is dat Buijs, die zijn leven lang toch vele portretten van zowel historische als in zijn tijd levende personen heeft gemaakt, ons geen enkele afbeelding heeft nagelaten van een van zijn drie vrouwen, noch van zijn vier kinderen.
In 1792 viert de Tekenacademie haar vijfentwintigjarig bestaan. Alle ‘oudste’ directeuren, waaronder Buijs, ontvangen bij deze gelegenheid een zilveren medaille met op de achterzijde hun naam.Ga naar eind16 Buijs is nu een algemeen bekend en gewaardeerd kunstenaar geworden. Zelfs in het buitenland prijst men hem, getuige Lebrun's Galerie des peintres flamands, hollandais et allemands, waarin hij onze schilder ‘un artiste vivant des talens distingués’ noemt. En de Duitse luitenant in dienst van de Republiek, J. Grabner noteert in 1792 in zijn reisverslag: ‘onder de kunstenaaren te Amsterdam, is de directeur van de teken-academie aldaar, Buis genaamd, beroemd in historie stukken’.Ga naar eind17
Als geacht burger verzoekt men hem tevens het kerkmeesterschap van de Amstelkerk op zich te nemen, een taak die hij tot zijn dood zal waarnemen.Ga naar eind18
In de jaren negentig houdt Jacobus Buijs voor ‘Concordia et Libertate’ de min of meer verplichte redevoeringen. Op 19 december 1797: ‘Over de waarschijnlijke oorzaken van de hoogte, waartoe de Grieken de beeldende kunsten hebben gebragt’;in 1799: ‘Over de lotgevallen der schilderkunst van derzelver herstelling in het midden der 13e eeuw tot op den tegenwoordigen tijd’. Evenals bij het zilveren jubileum wordt ook bij het vijftigjarig bestaan van ‘Concordia et Libertate’ in 1798 de feestuitgave door Buijs geïllustreerd.
Nog eenmaal houdt hij voor dit gezelschap een kunstbeschouwing naar aanleiding van de tekeningen van Dirk Langendijk over begin, midden en einde van ‘De Oorlog’ (1800). Dan, op dinsdag 7 april 1801, overlijdt Jacobus Buijs op ruim zesenzeventig-jarige leeftijd. Zijn schilderijen, tekeningen en prenten worden op 16 februari 1802 geveild ‘op de Kloveniers Burgwal, in het Huis van Trip’.Ga naar eind19 ‘Hij was een hupsch en
| |
| |
deftig man, die een goed oordeel bezat bij een opgeruimd gestel’, aldus getuigt zijn andere biograaf Van Eynden.Ga naar eind20
Hoewel Buijs ruim vijfenzeventig jaar oud is geworden en dikwijls in het openbaar is opgetreden, zijn er toch maar betrekkelijk weinig gegevens over zijn leven boven water gekomen. Behalve twee brieven aan Cees Ploos van Amstel is er verder geen correspondentie van hem gevonden. Uitspraken over het boek-illustreren zijn van de kunsttheoreticus Buijs niet bekend. Heeft hij wellicht met uitgevers (24 verschillende!) of met auteurs van gedachten gewisseld over welke passages hij zou uitbeelden en op welke wijze? In tegenstelling tot bijvoorbeeld de 18e-eeuwse Duitse illustrator Daniel Chodowiecki,Ga naar eind21 die hierover een hele correspondentie voerde, is Buijs op dat cruciale punt voor ons nog een duister geval.
Verder ontbreken nog vele tekeningen voor illustraties, onder andere de ontwerpen voor Sara Burgerhart. In 1895 waren ze nog te zien op de door Joh. Dyserinck georganiseerde Wolff en Deken-tentoonstelling. In 1914 duiken ze plotseling op in een auctie-catalogus van de firma Van Stockum in Den Haag. Koper: dr. D.F. Scheurleer. Momenteel bevindt zich één tekening in het Prentenkabinet van de Rijksuniversiteit te Leiden. Waar zijn de andere vijf gebleven?
Toch moet men de hoop nooit opgeven. Zo doken in 1981 uit een anonieme collectie onverwacht liefst vijftig ontwerptekeningen van Jacobus Buijs voor boekillustraties op. Ze geven ons de gelegenheid om bij dit artikel niet alleen enkele specimina van gravures naar Buijs af te drukken, maar om ook een aantal tot nu toe onbekende tekeningen van hem op te nemen.
Jacobus Buijs heeft, zoals we reeds zagen, voor velerlei soorten boeken werk geleverd: voor romans, gedichten, historische, bijbelse en klassieke verhalen, voor kinderboeken en toneelstukken.
De vraag in hoeverre Buijs in zijn illustraties inventief is ten aanzien van de tekst, kan bij dit algemeen overzicht niet genuanceerd beantwoord worden. Daarvoor zou men geval voor geval moeten nagaan.Ga naar eind22 Bovendien hebben we geen enkele informatie wie nu precies - de uitgever, de auteur of de illustrator - bepaalde welk tafereel uitgebeeld zou worden. Buijs houdt zich wat romans en kinderboeken betreft in elk geval aan de hoofdmomenten van het verhaal. Verder geeft hij doorgaans een realistische, niet van humor ontblote schildering van bepaalde voorvallen, hoewel hij ook diverse keren bij gedichten en historiewerk gebruik maakt van een allegorisatie.
Hierna volgt nu een alfabetisch (naar auteur of titel) gerangschikte lijst van geschriften met een of meer illustraties van zijn hand, zoals ik die tot op heden heb kunnen achterhalen. Bij elke titel vermeld ik zo
| |
| |
mogelijk plaats en jaar van uitgave, alsook naam van de uitgever(s). Waar geen formaat wordt genoemd, is het ‘gewone’ octavoformaat bedoeld.
Eventuele aanvullingen of correcties zie ik bij voorbaat graag tegemoet.
Nota Bene: In de navolgende lijst worden alleen die prenten vermeld waarvoor Jacobus Buijs de ontwerptekening heeft gemaakt. Ik volsta dan met het noemen van de graveur(s).
L. Buijnsters-Smets
| |
| |
| |
| |
| |
Lijst van naar Jacobus Buijs vervaardigde boekillustraties
1 | C. van der Aa: Beknopt Handboekje der Vaderlandsche Geschiedenissen. Amsterdam, J. Allart, 1800-1803. 6 dln. in 12o. Met 102 prenten door R. Vinkeles en C. Bogerts. |
2 | (J. Allart): De Vrijheid, aan de Nederlandsche Jeugd. Amsterdam, J. Allart, 1784. Met 2 vignetten en 3 prenten door R. Vinkeles. |
3 | (J. Allart): De Waereld. Amsterdam, J. Allart, 1786. 3 dln. Met titelvignet en 1 prent in deel 1 (andere dln. niet gezien). |
4 | H. van Alphen: Nederlandsche Gezangen. Amsterdam, J. Allart, 1779. Met titelvignet door N. v.d. Meer Jr. |
5a | (H. van Alphen): Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. Utregt, Wed. Jan van Terveen, 1778. Met 24 prentjes door J. Punt en N. van der Meer Jr., afzonderlijk uitgegeven door Johannes Allart te Amsterdam in bedrukte omslag. |
5b | H. van Alphen: Vervolg der Kleine Gedigten voor Kinderen. Utregt, Wed. Jan van Terveen en Zoon, 1778. Met 22 prentjes door J. Punt, afzonderlijk uitgegeven door J. Allart te Amsterdam, als boven. |
5c | H. van Alphen: Tweede Vervolg der Kleine Gedigten voor Kinderen. Utregt, Wed. Jan van Terveen en Zoon, 1782. Met 20 prentjes door Mathias Sallieth en Cornelis Buijs, afzonderlijk uitgegeven door J. Allart te Amsterdam, als boven.
Van elk van deze drie Stukjes verschenen diverse heruitgaven en roofdrukken. In 1787 verscheen bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon te Utrecht een, sindsdien weer vaak herdrukte, verzameluitgave: Kleine Gedigten voor Kinderen. Omdat de 66 koperplaten intussen helemaal waren afgesleten, heeft Reinier Vinkeles ze voor deze verzameluitgave opgegraveerd. Andermaal echter werden de prentjes door Allart separaat uitgegeven. Pas in 1821 verschijnt een nieuwe set van 66 prenten door A.L. Zeelander, die zich verder verwijderd heeft van de ontwerptekeningen van Jacobus Buijs. |
6 | A. Barbaz: Herzilia. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1800. |
7 | A. Barbaz: Mitridates, Iphigenia in Aulis, Andromache. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1800. |
8 | A. Barbaz: Helena of de oorsprong der Trojaansche krijg. Amsterdam, H. van Kesteren, 1813.
De nrs. 6-8 hebben alledrie hetzelfde titelvignet door A. Hulk. |
9 | E. Bekker-Wed. ds. Wolff, en A. Deken: Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart. 's-Gravenhage, Isaac van Cleef, 1782. 2 dln. Met
|
| |
| |
| 6 prenten door C. Bogerts, separaat uitgegeven door I. van Cleef in 1783. |
10 | E. Bekker-Wed. A. Wolff, en A. Deken: Fabelen. 's-Gravenhage, Isaac van Cleef, 1784. Met titelvignet door A. Cardon en 40 prenten door R. Vinkeles en A. Cardon. |
11 | E. Bekker-Wed. A. Wolff, en A. Deken: Fabelen voor de Nederlandsche Jeugd. 'sGravenhage, Isaac van Cleef, 1792. 12o. Zonder titelvignet maar met dezelfde prenten (zelfde formaat) als in nr. 10. |
12 | A. van den Berg: Levensberichten van J.F. Martinet. Amsterdam, J. Allart, 1796. Met 1 prent door L. Portman. |
13 | B. Bosch: De Eigenbaat. Tweede druk. Amsterdam, Martinus de Bruyn, 1785. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
14 | B. Bosch: De Menschenvriend. Amsterdam, Martinus de Bruyn, 1788. 4 dln. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
15 | G. Brender à Brandis: De Schilderkunst in drie zangen. Amsterdam, A.J. van Toll, 1780. Met titelvignet door Th. Koning. |
16 | P. Broes: De peinzende Christen. Amsterdam, P. Schouten en J. Wessing, 1784. Met 12 prenten door H.L. Meyling. |
17 | J. Cats: Alle de werken, uitgegeven door Rh. Feith. Amsterdam, J. Allart, 1790-1799. 19 dln. Kopieën door Buijs van de 17e-eeuwse illustraties van Adr. van de Venne. |
18 | J. Cook: Reize rondom de waereld. Uit het Engels vert. door J.D. Pasteur. Leyden enz., Allart en Van Cleef, 1795-1803. 14 dln. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
19 | Dagboek van het Britsch Ministerie, uit het Engelsch (...). Door William Pen, Secundus. Amsterdam, J. Allart, 1781-1782. 4 dln. Met 3 prenten door H. Vinkeles. |
20 | (D. Defoe): Levensgeschiedenis en Lotgevallen van Robinson Crusoe. Amsterdam-Rotterdam, J. Allart en D. Vis, 1791. 3 dln. Met 18 prenten door R. Vinkeles. |
21 | Johan Jakob Dusch: Orestes en Hermione. Uit het Hoogduitsch. Verrijkt met eene voorreden van Mr. Rhijnvisch Feith. Amsteldam, Willem van Vliet, 1786. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
22 | H.M. Ebeling: De geschiedenis van Rome, een leesboek voor kinderen. 's Gravenhage, Isaac van Cleef, 1788-1789. 2 dln. in 12o. Met 4 prenten door P.H. Jonxis. |
23 | H. van Elvervelt: De gewaande Heidin. Amsterdam, I. Duim, 1746. Met 1 prent door S. Fokke. |
24 | J.J. Engel: De dankbaare Zoon. Uit het Duits door H. van Elvervelt. Amsterdam, H. Selleger, 1777. Met 2 prenten door S. Fokke. |
25 | S. Feitama: De schadelyke eigenliefde. Amsterdam 1764; herdruk ald. 1772. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
| |
| |
26 | S. Feitama: Tooneelpoëzy. Amsteldam, P. Visser en A. Slaats, 1735. 2 dln. Deel I bevat: de triomferende Poëzy, en Schilderkunst; Fabricius; Darius; Pertharitus; Romulus; Marius. Deel II bevat: Stilico; Brutus; Pyrrhus; Titus Vespasianus; Gabinia; Jonathan; De Machabeen. Hierbij verscheen in 1770-1773 bij D. Klippink te Amsterdam, een titelprent en 13 prenten door R. Vinkeles. |
27 | S. Feitama: Nagelaten Dichtwerken. Amsterdam, P. Meyer, 1764. Met 3 prenten door R. Vinkeles, separaat uitgegeven door D. Klippink, Amsterdam 1770-1773. |
28 | Rh. Feith: Dag-boek mijner goede werken. Amsterdam, J. Allart, 1785. Met titelvignet door C. Bogerts. |
29 | Rh. Feith: De Patriotten. Amsterdam, J. Allart, 1785. Met titelvignet en 1 prent door C. Bogerts. |
30 | Rh. Feith: Zedelijke verhaalen. Amsterdam, J. Allart, 1788-1789. 2 dln. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
31 | Rh. Feith: Julia. Amsterdam, J. Allart, 1792. Met titelvignet en 4 prenten door R. Vinkeles. |
32 | Rh. Feith: Mucius Cordus. Amsterdam, J. Allart, 1795. Met titelvignet en 1 prent door R. Vinkeles. |
33 | Flavius Josephus: Alle de werken van Flavius Josephus. Amsterdam, J. van Gulik, 1780-1784. 2 dln. Met 18 prenten door C. Brouwer, Th. Koning en N. van der Meer Jr. |
34 | J. Fokke: Amsteldam en zijne geschiedenissen in 't kort. Amsterdam, J. Allart, 1783-1792. 6 dln. Met 12 prenten door R. Vinkeles. |
35 | J. Fokke: Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden voor de vaderlandsche Jeugd. Amsterdam, J. Allart, 1783-1795. 25 dln. Met 222 prenten door R. Vinkeles en C. Bogerts. |
36 | J. de La Fontaine: Fabelen. Uit het Frans door J. Nomsz. Amsterdam, J. Allart en W. Holtrop, 1786. 5 dln. Met titelvignet en 1 prent door R. Vinkeles. |
37 | John. Le Francq van Berkhey: De Zeetriumph der Bataafsche Vryheid op Doggersbank. Amsterdam, J. Allart, 1782. 2 dln. Met 5 prenten door R. Vinkeles en N. van der Meer Jr. |
38 | C.F. Gellert: Het leven der Zweedsche Gravinne. Amsterdam, J. Dóll, 1774 (tweede druk). Met 4 prenten door J. Punt. |
39 | C.F. Gellert: Fabelen en Vertelsels. Amsterdam, P. Meyer, 1772-1774. 3 dln. Met titelprent en 149 prenten door N. van der Meer Jr., uitgegeven door J. Allart te Amsterdam, 1777-1785. |
40 | S. Gessner: Werken. Amsterdam, J. Allart, 1786. 3 dln. in 12o. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
41 | S. Gessner: De dood van Abel. Uit het Duits door E.J.B. Schonck.
|
| |
| |
| Tweede druk. Haarlem, F. Bohn, z.j. 4o. Met titelvignet en 3 prenten door R. Vinkeles, 1790. |
42 | De Godsdienstvriend, Amsterdam, Martinus de Bruyn, 1789-1795. 7 dln. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
43 | J.W. von Goethe: Het lijden van den jongen Werther. Uit het Duits. Amsterdam, J. Allart, 1793. Met titelvignet en 4 prenten door R. Vinkeles. |
44 | M.L.G. (Riethuyzen): Op de eerste zege van 's Lands vloot bevochten op die der Engelsen in 1781. Tweede druk. z.p. en z.j. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
45 | Y. van Hamelsveld: Historisch handboekjen van den Bijbel. Amsterdam, J. Allart, 1800. Met 24 prenten door R. Vinkeles. |
46 | W. Haverkorn: Hilverbeek. Amsterdam, Erven W. Klippink, 1783. Met titelvignet door C. Bogerts, 1784. |
47 | J. Hazeu Cz.: Lijkzang op den heer Jac. Bellamy. Edam, A. Tolk, 1786. Met titelprent door C. Brouwer. |
48 | J.H. Hering: Bespiegeling over Neêrlandsch waternood. Amsterdam, Wed. Loveringh en Allart, 1776-1778. 2 dln. Met titelvignet door S. Fokke en 1 prent door R. Vinkeles. |
49 | J.H. Hering: Tafereel van harde winters. Amsterdam, Jac. van der Burgh en Zn. 1784. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
50 | J.H. Hering: Tooneel der oude en nieuwe staatsgeschiedenissen des Vaderlandsch. Amsterdam, Jac. van der Burgh en Zn., 1789-1794. 5 dln. Met 4 prenten door Th. Koning en C. Bogerts. |
51 | (H. van Heyningen): Lessen der Wijsheid. 's Gravenhage, Amsterdam en Breda, 1819-1821. 3 dln. Met 36 prenten door L. Portman, overgenomen uit: M. Stuart: Romeinsche Geschiedenissen; zie aldaar. |
52 | (P. 't Hoen): De Post van den Neder-Rhijn. Utrecht, G.T. van Paddenburg, 1782-1786. 12 dln. Met 7 titelprenten door Jz. de Wit en C. Brouwer. |
53 | (P. 't Hoen): De Nieuwe Post van den Neder-Rhijn. Utrecht, J. Mulder, 1796-1797. Met titelprent in dl. 1 door P. Jonxis. |
54 | (N.W. op den Hooff): Artaxerxes. Amsterdam, I. Duim, 1767. Met 1 titelprent door R. Vinkeles, uitgegeven door D. Klippink. |
55 | (A. Hughes): Carolina of de wisselvalligheid der fortuin. Uit het Engels. Amsterdam, W. Vermandel en J. van Gulik, 1790. 3 dln. Met titelvignet door C. Brouwer. |
56 | W. Hurd: Oude en tegenwoordige Staat en Geschiedenis van alle Godsdiensten. Amsterdam, M. de Bruin, 1781. 5 dln. Met 2 prenten door C. Philips Jz. 1780. |
57 | J. Jordens: Gedichtjes voor kinderen. Amsterdam, W. Holtrop, 1782. Met titelvignet door C. Bogerts. |
| |
| |
58 | P.J. Kasteleyn: Erastes en Lucinde. Amsterdam, W. Holtrop, 1786. |
59 | P.J. Kasteleyn: Carolina van Eerburg. Amsterdam, W. Holtrop, 1788.
De nummers 58 en 59 hebben hetzelfde titelvignet door R. Vinkeles. |
60 | P.J. Kasteleyn: Nieuwste Poëzij. Amsterdam, W. Holtrop, 1792-1793. Hierin opgenomen: Olintes en Eduard de Derde. Met titelvignet en 2 prenten door R. Vinkeles en F. Samson. |
61 | A.F. von Knigge: Pieter Klaus. Haarlem, F. Bohn, 1792. 3 dln. Met titelvignet door D. Vrijdag. |
62 | A.F. von Knigge: De arme Heer van Mildenburg. Haarlem, F. Bohn, 1791. 3 dln. Met titelvignet en 2 prenten door A. Cardon. |
63 | A.F. von Knigge: Lodewijk van Seelberg. Haarlem, F. Bohn, 1794-1795. 2 dln. Met titelvignet door D. Vrijdag en 2 prenten door A. Cardon. |
64 | J. Kok: Vaderlandsch Woordenboek. Amsterdam, J. Allart, 1785-1796. Tweede druk. 35 dln. + 3 registerdln. Met 130 prenten door R. Vinkeles. |
65 | A. von Kotzebue: Robert Maxwell. 's Gravenhage, J.C. Leeuwenstein, 1798. Met titelvignet en 1 prent door D. Vrijdag. Ander werk van deze schrijver in toneel-verzamelbundels. |
66 | A. Kraft: Alonzo of de zegepraal der liefde. Amsterdam, J. Allart, 1798. Met titelvignet en 1 prent door D. Vrijdag. |
67 | A. Lafontaine: Venus en Dido of de verliefde geschiedenissen van twee koussenbandjes. z.p. 1780. Met 4 prenten door R. Muys. |
68 | J.C. de Lannoy: Leo de Groote. Amsterdam, I. Duim, 1767. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
69 | J.C. de Lannoy: Dichtkundige Werken. Leyden, A.J. Honkoop, 1780. Met titelvignet door N. van der Meer Jr. |
70 | Cynthia Lenige: Mengeldichten. Amsterdam, W. Holtrop, 1782. Met titelprent door C. Bogerts. |
71 | A. Loosjes Pz.: M.A. de Ruyter. Haarlem-Amsterdam, A. Loosjes en W. Holtrop, 1784. Met titel- en opdrachtvignet door H. Vinkeles. |
72 | A. Loosjes Pz.: Gedenkzuil, ter gelegenheid der vryverklaaring van Noord-America. Amsterdam, W. Holtrop, 1782. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
73 | J.F. Martinet: Kleine katechismus der natuur voor kinderen. Amsterdam, J. Allart, 1779. Met titelprent door N. van der Meer Jr.
J.F. Martinet: Petit Catechisme de la nature à l'usage des enfans. Traduit du Hollandais en Français par F. Bernart. Amsterdam 1780. Titelprent (een andere dan het Nederlands origineel) door J. Buijs. |
| |
| |
74 | J.F. Martinet: Zeemans handboek. Amsterdam, J. Allart, 1781. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
75 | J.F. Martinet: Historie der waereld. Amsterdam, J. Allart, 1780-1788. 9 dln. Met 34 prenten door R. Vinkeles. |
76 | J.F. Martinet: Het vereenigd Nederland. Amsterdam, J. Allart, 1788. Met 12 prenten door R. Vinkeles. |
77 | J.F. Martinet: Het vereenigd Nederland, verkort. Amsterdam, J. Allart, 1790. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
78 | De Maskerade. Rotterdam, A. Vis, 1777. Met 1 prent door Th. Koning. |
79 | A.G. Meiszner: Leerrijke Verhaalen en Zamenspraken. Haarlem, F. Bohn, 1786-1795. 3 dln. Met 3 prenten door A. Cardon. |
80 | A.G. Meiszner: Alcibiades. Haarlem, F. Bohn, 1789-1791. 3 dln. Met 6 prenten door A. Cardon. |
81 | L.S. Mercier: Mijn slaapmuts. Haarlem, F. Bohn, 1785. 2 dln. Met titelvignet van J. Buijs wat niet in prent is gebracht. |
82 | L.W. van Merken: Het nut der tegenspoeden. Brieven. Mengeling van verscheide Gedichten. Amsterdam, P. Meijer, 1768. Met 3 titelprenten door Th. Koning en 2 prenten door C. Brouwer. |
83 | (J.P. Michel): Onze vraagen van den dag, Amsterdam, J. Allart, 1794. Met titelvignet door D. Vrijdag. |
84 | P. Moens: Hugo de Groot, in zeven zangen. Amsterdam, J. Allart, 1790. Met titelvignet en 1 prent door H. Vinkeles. |
85 | H. More: Gewijde Tooneelstukken uit de Heilige Geschiedenis ontleend. Amsterdam, J. Allart en W. Holtrop, 1783. Met 4 prenten door H. Vinkeles en C. Bogerts. |
86 | J. Nomsz: Zaïre. Amsterdam, I. Duim, 1777. Met titelprent door J. Punt. 1778. |
87 | J. Nomsz: Maria van Lalain. Amsterdam, I. Duim, 1778. Met 1 prent door Th. Koning. 1779. |
88 | J. Nomsz: Willem de Eerste. Amsterdam, Erven D. Klippink, 1779. 4o. Met titelvignet, titelprent en 24 prenten door Th. Koning. |
89 | J. Nomsz: Cora of de Peruanen. Amsterdam, Erven D. Klippink, 1784. Met titelprent door C. Bogerts. |
90 | J. Nomsz: Bartholomeus Las Casas. Amsterdam, W. Holtrop, 1785. Met titelvignet en prent door R. en H. Vinkeles. |
91. | J. Nomsz: Vaderlandsche Brieven. Amsterdam, W. Holtrop, 1785. 2 dln. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
92 | J. Nomsz: De Nederlandsche Dichtkundige Schouwburg. Amsterdam, Elwe en Langeveld, 1786-1791. 3 dln. Met 5 prenten door R. en H. Vinkeles en P.H. Jonxis. |
93 | J. Nomsz: Oldenbarneveld. Amsterdam, W. Holtrop, 1787. Met titelvignet en 1 prent door R. Vinkeles. |
| |
| |
94 | J. Nomsz: Gabriëlla van Vergy. Amsterdam, W. Holtrop, 1789. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
95 | J. Nomsz: Lodewijk de zestiende. Amsterdam, W. Holtrop, 1793. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
96 | G. Paape: Simson, in VIII boeken. Dordrecht, A. Blussé en zn. 1791. 3de druk. Met titel- en eindvignet door H.L.M. Meyling. |
97 | C. Ploos van Amstel: Aanleiding tot de kennis der anatomie in de tekenkunst, betreklyk tot het Menschbeeld. Amsterdam, J. Yntema, 1783. Met titelvignet en 27 anatomische prenten. |
98 | Plutarchus: De levens van doorluchtige Grieken en Romeinen onderling vergeleeken. Amsterdam, J. Allart, 1789-1809. 13 dln. Met titelprent en 9 prenten in deel 1 tot en met 8 door R. Vinkeles. |
99 | H.K. Poot: Gedichten. Amsterdam, S.J. Baalde, 1780. 3 dln. Met titelvignet door Th. Koning. |
100 | (E.M. Post): Het Land, in brieven. Amsterdam, J. Allart, 1788. Met 4 prenten door H. Vinkeles. 1787. |
101 | (E.M. Post): Voor eenzaamen. Amsterdam, J. Allart, 1789. Met 4 prenten door R. Vinkeles. |
102 | (E.M. Post): Gezangen der liefde. Amsterdam, J. Allart, 1794. Met titel-, begin-, en slotvignet door L. Portman. |
103 | F. Schiller: Don Karlos. Uit het Duits vert. door E.M. Post. Amsterdam, J. Allart, 1789. Met titelvignet en prent door R. Vinkeles. |
104 | W.H. Sels: Nederland aan deszelfs zeehelden. Amsterdam, F. de Kruyff, 1782. Met titelvignet door R. Vinkeles. |
105 | A.C. Slicher: Weegschaal van het Waare en Schijnvermaak. Amsterdam, J. Allart, 1786. Met titelvignet en prent door R. Vinkeles. |
106 | A.C. Slicher: De Vriendschap, in vijf zangen. Amsterdam, J. Allart, 1787. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
107 | Algemeene Spectatoriaale Schouwburg: Amsterdam, Gartman, Vermandel en Smit, 1790-1799. 9 dln. Met 27 prenten door C. Brouwer. |
108 | F. van Steenwijk: Gedichten en andere geschriften. Amsterdam, P.J. Uylenbroek, 1789. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
109 | M. Stuart: Romeinsche Geschiedenissen. Amsterdam, J. Allart, 1793-1810. Met titelprent en 54 prenten tot deel 17 door L. Portman. |
110 | Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden: De delen Groningen, Friesland en Overijssel. Amsterdam, Leiden, Dordrecht, Harlingen. J. de Groot, G. Warnars, S. en J. Luchtmans, A. en P. Blussé, V. van der Plaats. 1785-1795. Met 3 titelprenten door R. Vinkeles. |
111 | Tooneelpoëzy van het kunstgenootschap ‘Oefening beschaaft de
|
| |
| |
| kunsten’. Amsterdam, I. Duim, J. Helders en Mars, 1764-1792. 7 dln. In dl. 1 ingevoegd de prent voor Olimpia van Voltaire door R. Vinkeles. (UBL). |
112 | Het zedelijk Tooneel: Amsterdam, A. van der Kroe en A. Capel, 1778-1782. 6 dln. en 1788-1792. 3 dln. Met 25 prenten door N. van der Meer, C. Bogerts, C. Brouwer, J. Punt, H. Vinkeles, D. Vrijdag, Iz. de Wit, J. Wijsman. |
113 | Het natuurlijk Toverboek: Amsterdam, Harlingen, J. Allart en V. van der Plaats. 1791-1794. 8 dln. Met een titelprent door P.H. Jonxis. |
114 | F. van der Trenck: Mengelwerken in dichtmaat en prosa. Dordrecht, A. Blussé, 1789-1790. 4 dln. Met 7 prenten door H. Myling. |
115 | P.J. Uylenbroek: Wilhelmina van Blondheim. Amsterdam, I. Duim, 1777. Met titelprent door Th. Koning. 1778. |
116 | P.J. Uylenbroek: Meropé, naar Voltaire. Amsterdam, Erven D. Klippink, 1779. Met titelprent door C. Bogerts. 1784. |
117 | J.J. Verheul: De zege der ouderliefde. Amsterdam, T. van Harrevelt, 1791. Met titelvignet en 1 prent door H.L. Myling. |
118 | J.J. Verheul: Reinoud en Adelfing. Amsterdam, J. Allart, 1793. Met titelvignet en 1 prent door D. Vrijdag. |
119 | J.J. Verheul: Catharina Herman. Amsterdam, J. Allart, 1793. Met titelvignet en 1 prent door D. Vrijdag. |
120 | Voltaire: Brutus. Uit het Frans door J. Haverkamp. Amsterdam, I. Duim, 1753. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
121 | Voltaire: Olimpia. Amsterdam, 1764. Met 1 prent door R. Vinkeles. Zie Tooneelpoëzy. |
122 | Voltaire: Alzire, of de Amerikanen. Utrecht, 1770. Zie ook: Feitama, Nagelaten Dichtwerken. Met 1 prent door R. Vinkeles. |
123 | Irene. Amsterdam 1780. Zie: Het Zedelijk Tooneel. Met 1 prent door C. Bogerts. |
124 | J. Wagenaar: Vaderlandsche Historie. Amsterdam, J. Allart, 1790- 1796. En het Vervolg: 1796-1811. Met 41 prenten door R. Vinkeles. |
125 | J. Wagenaar: Vaderlandsche Historie verkort. Amsterdam, J. Allart, 1792. Met titelprent en 17 prenten door R. Vinkeles. |
126 | Emilia Wertheim; een boek voor moeders en dochters, 's Gravenhage, I. van Cleef, 1789-1795. 4 dln. Geen vindplaats. 8 Tekeningen hiervoor bevinden zich in het Prentenkabinet R.U. Leiden. |
127 | J.E. de Witte Jr.: Constantia de St. Denis. 's Gravenhage, I. van Cleef, 1787. Met 1 prent door A. Cardon. |
128 | E. Young: De onderwerping van de jongste dag. Leyden, A. Honkoop, 1788. Met 1 prent door H. Vinkeles. |
| |
| |
1. Zelfportret van Jacobus Buijs, gegraveerd door J.E. Marcus naar de prent van P. Tanjé.
| |
| |
2. Rh. Feith, Julia. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
3. A.C. Slicher, De vriendschap. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
4. A. Lafontaine, Venus en Dido. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
5. F. Schiller, Don Karlos. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
6. Y. van Hamelsveld, Historisch handboekjen van den Bijbel. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
7. Y. van Hamelsveld, Historisch handboekjen van den Bijbel. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
8. Y. van Hamelsveld, Historisch handboekjen van den Bijbel. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
9. Y. van Hamelsveld, Historisch handboekjen van den Bijbel. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
10. E.M. Post, Voor eenzaamen. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
11. E.M. Post, Voor eenzaamen. Tekening en schetsje door J. Buijs.
| |
| |
12. Flavius Josephus, Alle de werken: Absalom. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
13. J.F. Martinet, Historie der waereld. Deel III: Petrus de Heremiet. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
14. Tekening van J. Buijs voor onbekend werk.
| |
| |
| |
| |
16. Algemeene spectatoriaale schouwburg. Gravure door C. Brouwer naar J. Buijs.
| |
| |
17. Algemeene spectatoriaale schouwburg. Gravure door C. Brouwer naar J. Buijs.
| |
| |
18-19. E. Bekker-Wed. A. Wolff & A. Deken, Fabelen. Gravure door R. Vinkeles en A. Cardon naar J. Buijs.
| |
| |
20. C.F. Gellert, Fabelen en vertelsels. Gravure door N. v.d. Meer jun. naar J. Buijs.
| |
| |
21. C.F. Gellert, Fabelen en vertelsels. Gravure door N. v.d. Meer jun. naar J. Buijs.
| |
| |
22. C.F. Gellert, Fabelen en vertelsels. Gravure door N. v.d. Meer jun. naar J. Buijs.
| |
| |
23. Rh. Feith, Julia. Gravure door R. Vinkeles naar J. Buijs.
24. E.M. Post, Gezangen der liefde. Gravure door L. Portman naar J. Buijs.
| |
| |
25. L.S. Mercier, Mijn slaapmuts. Tekening door J. Buijs.
| |
| |
26. J. Kok, Vaderlandsch woordenboek. Gravure door R. Vinkeles naar J. Buijs.
| |
| |
Tekeningen van Buijs voor boekillustraties bevinden zich o.a. in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam, in het Prentenkabinet te Leiden, in de Atlas van Stolk en het Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam, in het Museum Fodor te Amsterdam, het gemeente archief te Haarlem en in particuliere collecties.
| |
Summary
Jacobus Buijs as book-illustrator
Although the dutch literature of the 18th. eentury has been the object of many studies, the contrary is the case with the illustrations which accompanied these texts and made them attractive.
Jacobus Buijs (1724-1801) is - with Reinier Vinkeles - the most fertile and profilated dutch bookillustrator of the second half of the 18th. eentury. This opinion is not new. Mrs. Eleonora de La Fontaine Verwey has ventilated it already 50 years ago in her doctoral dissertation. Since then, no further research has done. Therefore we must make a fresh start.
The author presents here a short sketch of Buijs' life and work, followed by a check-list of his book-illustrations.
|
-
eind1
- E. de la Fontaine Verwey: De illustratie van letterkundige werken in de XVIIIe eeuw. Amsterdam, 1934.
-
eind2
- Enkele recente studies zijn: Die Buchillustration im 18. Jahrhundert. Colloquium Düsseldorf 1978. Heidelberg 1980. Christina Kroll: ‘Buchillustration’. In: Lesewuth, Raubdruck und Bücherluxus: Das Buch in der Goethezeit. Ausstellung des Goethemuseums Düsseldorf, 1977. Gordon Ray: The art of the French Illustrated Book 1700-1911. Cornell Univ. Press, 1982. Französische illustrierte
Bücher des 18. Jahrhunderts aus der Bibliothek Hans Fürstenberg. Ausstellung im Schloss Ludwigsburg, 1965. Hans Hammelmann: Bookillustrators in eighteenthcentury England. New Haven and London, 1975. Sandra Hindman (Ed.): The Early Illustrated Book. Essays in Honor of Lessing J. Rosenwald. Library of Congress. Washington 1982.
-
eind3
- Zie de genealogische tabel hierna. De gegevens heb ik ontleend aan de Doop-, Trouw-, en Begraafregisters in het Gemeentearchief te Amsterdam.
-
eind4
- J. van Gool: De nieuwe Schouburg der Nederlandsche kunstschilders en schilderessen. 's-Gravenhage 1750-1751. 2 dln. In: deel II, p. 372 ev.
-
eind5
- G.A. Amsterdam, PA. 265, 12.
-
eind6
- J.W. Niemeijer: Cornelis Troost. Assen, 1973.
-
eind7
- Zie over hem: Th. Laurentius, J.W. Niemeijer, G. Ploos van Amstel: Cornelis Ploos van Amstel, kunstverzamelaar en prentuitgever. Assen, 1980, en: G. Ploos van Amstel: Portret van een koopman en uitvinder, Cornelis Ploos van Amstel. Assen, 1980.
-
eind8
- G.A. Amsterdam, PA. 366.
-
eind9
- G.A. Amsterdam, Not. Arch. 10148.
-
eind10
- G.A. Amsterdam, PA 9, no. 2, 3, 9. Over dit genootschap: P.C.H. van der Goor in: Amstelodamum 63 (1976), p. 58-65.
-
eind11
- In het Rijksprentenkabinet te Amsterdam bevinden zich twee brieven van Jacobus Buijs aan C. Ploos van Amstel, d.d. 25 mei 1753 en 25 januari 1767. Verder zijn geen brieven van of aan Buijs of andere personalia hem betreffend aanwezig in het Rijksprentenkabinet; evenmin in G.A. Amsterdam, Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie en Centraal Register van Familiearchieven te Den Haag; noch bij de Stichting Custodia te Parijs.
-
eind12
- Zie o.a. J.W. Niemeijer, ‘Een door Jacobus Buys geschilderde familiegroep Ploos van Amstel teruggevonden’, in: Oud-Holland 81 (1966), p. 34-43; I.H. van Eeghen, ‘De Amstelkerk en het Walenweeshuis’, in: Maandblad Amstelodamum 48, p. 175 over Buijs' schilderijen.
-
eind13
- Een van de weinige 18e-eeuwse tijdschriften dat iets zegt over de boekillustratie in een besproken werk is de Nederlandsche Bibliotheek. (Amsterdam 1774-1779). In deel VI, I, p. 267 roemt de recensent de graveur van Gellerts Fabelen en Vertelsels Noach van der Meer: ‘de keurige uitvoering deezer plaaten, welke, als geteekend door den Konstschilder Buis, alle de noodige vereischten hebben om kundige Liefhebbers te voldoen.’
-
eind14
- E.W. Moes: De twaalf maanden, met voorstellingen uit het stadsleven. Door J. Buijs. Amsterdam, 1908. N.G. van Huffel: Jacobus Buijs. In: Oude Kunst, jrg. II, 1916.
-
eind15
- W.F.H. Oldewelt: ‘Enige posten uit de thesauriersmemorialen van Amsterdam van 1764-1811’. In: Oud-Holland, 1935, p. 87, 179, 258. Met dank aan Dhr. M.G. Emeis te Amsterdam, die mij hierop attendeerde.
-
eind16
- G.A. Amsterdam PA. 265, no 1.
Over de Amsterdamse tekenacademie zie het uitvoerige artikel van Paul Knolle: ‘De Amsterdamse stadsacademie, een 18de-eeuwse “oefenschool” voor modeltekenaars’, in: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek 30 (1979), p. 1-43.
-
eind17
- J.P.B. Lebrun: Galerie des peintres flamands, hollandais et allemands; Paris 1792-1796. J. Grabner: Brieven over de Vereenigde Nederlanden. Uit het Duits. Haarlem, A. Loosjes Pz. 1792.
-
eind18
-
Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum, no 4. (1905) p. 89.
-
eind19
-
Catalogus van een fraaije verzameling schilderijen etc., naagelaaten door Jacobus Buys, Jan Swart en Leendert Viervant. 18 febr. 1802. Aanwezig: R.K.D. den Haag. Lugt nr. 6359.
-
eind20
- R. van Eynden, A. van der Willigen: Geschiedenis van de vaderlandsche schilderkunst, sedert de helft der 18e eeuw. Haarlem, 1816-1840. 4 dln. Deel II, p. 85-88, afbeelding tgo. p. 36.
-
eind21
- Een aantal van zijn brieven staan afgedrukt in: Lesewuth, Raubdruck und Bücherluxus. Das Buch in der Goethe-zeit. Düsseldorf, 1977. p. 285 ev. Zie verder over hem: Jens-Heiner Bauer: Daniel, Nikolaus Chodowiecki. Das druckgraphische Gesamtwerk. Hannover, 1982.
-
eind22
- Twee door Buijs geïllustreerde werken zijn apart door mij behandeld: ‘Illustraties en decoratieve versieringen voor Feith's roman Julia’, in het tijdschrift Antiek, jrg. 16, nr. 5 (dec. 1981), p. 305-315; en ‘Illustraties bij een epos over Willem van Oranje uit 1779’, in Antiek, jrg. 18, nr. 10 (mei 1984), p. 493-505.
|