Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw. Jaargang 1983
(1983)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literaire genootschappen 1748-1800Inhoud
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verantwoording1 InleidingOfschoon niemand zal bestrijden dat gedurende de tweede helft van de 18e eeuw het culturele leven in ons land in belangrijke mate gestalte kreeg in de activiteiten van vele en veelsoortige genootschappen, is het evenmin aanvechtbaar dat dit terrein van onderzoek allerminst uitputtend is geëxploreerd. In het bijzonder geldt dat voor het domein van de letterkunde. Het is algemeen bekend dat in de genoemde periode het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fenomeen ‘dichtgenootschappen’ floreerde, maar veel studie is op dit terrein niet verricht. Als overzicht is nog steeds het beste het hoofdstuk Dichtgenootschappen in Te WinkelGa naar eind1Ga naar voetnoot*, terwijl HöwelerGa naar eind2 zeer uitvoerig verslag heeft uitgebracht omtrent de organisatie van het Haagse dichtgenootschap Kunstliefde spaart geen vlijt. Voor het overige dient men naarstig te zoeken naar wat verspreid te vinden is in uiteenlopende studies en artikelen. Zelfs een inventariserende lijst van literaire genootschappen - zoals VisserGa naar eind3 en BuursmaGa naar eind4 die voor de wetenschappelijke genootschappen hebben samengesteld - en van genootschapswerken, stond de onderzoeker van de 18e-eeuwse letterkunde tot nog toe niet ter beschikking. In deze documentaire leemte nu hopen wij met deze bijdrage te voorzien. Het spreekt vanzelf dat aanvullingen en correcties uiterst welkom zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Beperkingen van de inventarisatieDe inventarisatie omvat genootschappen die activiteiten op literair gebied hebben ontplooid gedurende enige tijd tussen 1748 en 1800. Alvorens de verschillende componenten van deze omschrijving nader te verantwoorden, moet er op gewezen worden dat de hier geboden verzameling onmogelijk kan pretenderen volledig te zijn. Waarschijnlijk hebben er vele genootschappen bestaan die binnen het hierboven aangegeven kader vallen, maar die, doordat ze geen werken hebben uitgegeven of anderszins op de voorgrond zijn getreden, verdwenen zijn zonder een spoor na te laten. Men denke aan een dichtersbent als Van Lennep beschrijft in Ferdinand Huyck - hoeveel kunnen er daarvan niet geëxisteerd hebben zonder dat ergens het bestaan ervan is vastgelegd.Ga naar eind5 Opmerkelijk is dat de door ons gelocaliseerde genootschappen vrijwel zonder uitzondering gevestigd waren in Holland en Utrecht. Kwam het verschijnsel ‘genootschap’ pas later algemeen tot bloei in de rest van Nederland, of vertekent hier een gebrekkige overlevering het beeld? In ieder geval vindt men pas na 1800 op grote schaal genootschappen in ‘de provincie’ vermeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Criteria bij de inventarisatieDe zojuist gegeven omschrijving ‘genootschappen die activiteiten op literair gebied hebben ontplooid gedurende enige tijd tussen 1748 en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1800’ vergt een nadere verantwoording op drie punten: a. het begrip ‘genootschap’, b. de bepaling ‘activiteiten op literair gebied’, en c. de periode 1748-1800. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a het begrip ‘genootschap’Het begrip ‘genootschap’ werd gebezigd voor gezelschappen van zeer onderscheiden aard, waardoor een scherpe begripsbepaling moeilijk te geven is. Het W.N.T. omschrijft: ‘eene vereeniging, onder eigen bestuur naar eigen wetten beheerd, eene maatschappij, aan de bevordering van wetenschap of kunst gewijd’ (dl. IV kol. 1576). Als een ook voor de 18e eeuw geldig criterium lijkt men in ieder geval aan te kunnen houden het min of meer geïnstitutionaliseerd karakter, tot uiting komend in een gereglementeerde organisatievorm en het voeren van een naam.Ga naar eind6 Op grond hiervan zijn informele literaire kringen als bijv. de Utrechtse ‘genialische vrienden’ buiten beschouwing gelaten. (Veel genootschappen - het ligt voor de hand - zijn overigens uit zo'n vriendenkring ontstaan.Ga naar eind7) Overigens zijn van maar betrekkelijk weinig genootschappen wetten overgeleverd. In de overige door ons opgenomen gevallen bleek uit het werk (een enkele maal uit een andere betrouwbaar te achten bron) dat het betreffende gezelschap zich expliciet als genootschap betitelde, dan wel alle kenmerken van een genootschap bezat.Ga naar eind8 Het feit dat genootschappen doorgaans een programmatische spreuk als naam voerden, heeft vroegere onderzoekers en catalogusbeschrijvers er soms toe gebracht zich al te veel op dit soort naamgeving te verlaten. Vele zinspreuken die in secundaire literatuur en in catalogi aan genootschappen worden toegeschreven, blijken bij raadpleging van de betreffende werken toe te behoren aan individuele auteurs, aan samenwerkingsverbanden ad hoc, etc. Deze gevallen zijn in aparte rubrieken opgenomen: onder marginale genootschappen zijn een paar gezelschappen verzameld die blijkbaar geen genootschap waren in de eigenlijke zin des woords; apocriefe genootschappen noemen we zinspreuken waarachter een of enkele ‘ongeorganiseerde’ auteurs schuilgaan. De door ons als zodanig achterhaalde apocriefe genootschappen bestonden uit ten hoogste drie auteurs. Voor zover we van de echte genootschappen het ledental vermeld vonden, was dat nooit minder dan zes. Ten slotte hebben we bij het onderzoek een aantal namen van genootschappen vermeld gevonden waaromtrent we - hetzij omdat we er geen werken van konden vinden, hetzij omdat de gevonden werken onvoldoende uitsluitsel gaven - niet genoeg gegevens konden verzamelen om ze onder te brengen in welke rubriek ook. Vandaar de afzonderlijke rubriek twijfelgevallen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b de bepaling ‘activiteiten op literair gebied’In vrijwel álle genootschappen is bij allerlei feestelijke gelegenheden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wel eens aan de muzen geofferd, maar het gaat ons om genootschappen waarvan het letterkundig bezigzijn de hoofd- of een nevendoelstelling was. Letterkunde is hierbij niet genomen in de ruime 18e-eeuwse betekenis van geesteswetenschappen, maar ook niet te nauw afgebakend: we rekenen ertoe de creatieve beoefening van literatuur, en het reflecteren over literaire en aanverwante (bijv. taalkundige) problemen. Voornamelijk om praktische redenen is evenwel het toneel buiten beschouwing gelaten. Genootschappen die uitsluitend op het gebied van de toneelpoëzie werkzaam waren, zijn dus niet opgenomen. Het begrip ‘activiteiten’ is ruim gehanteerd. Niet alleen zijn de genootschappen geïnventariseerd waarbij het literaire bezigzijn heeft geresulteerd in de publicatie van genootschapsbundels en bekroonde prijsstoffen, maar ook zijn de genootschappen opgenomen waarvan bekend is dat er werd gedicht, of getheoretiseerd over literatuur, zonder dat de resultaten daarvan te boek gesteld zijn. Criterium is inderdaad het actief bezigzijn met literatuur; leescolleges, die in principe een meer passief karakter hadden, zijn niet opgenomen. Overigens zal de grens tussen ‘actieve’ en ‘passieve’ gezelschappen in de praktijk vloeiend zijn geweest.Ga naar eind9 De genootschappen waar het hier om gaat kan men indelen in twee categorieën: genootschappen waarvan de letterkundige activiteit de enige of de hoofddoelstelling vormde, en genootschappen waarin de letterkunde werd beoefend naast andere takken van kunst of wetenschap. De eerste categorie bestaat voornamelijk uit de eigenlijke dichtgenootschappen, maar ook de ietwat anders geaarde genootschappen als Minima crescunt, Dulces ante omnia musae en de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde zijn er in ondergebracht. De tweede categorie omvat in de eerste plaats de algemene maatschappijen in wier brede scala van activiteiten ook plaats was ingeruimd voor de letterkunde,Ga naar eind10 en voorts genootschappen waarvan de hoofddoelstelling niet literair was, maar waarin de letterkunde toch een zekere aandacht kreeg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c de afbakening 1748-1800De inventarisatie omvat genootschappen die blijkens hun publicaties of blijkens vermeldingen van tijdgenoten actief zijn geweest in de jaren tussen 1748 en 1800. Dit impliceert dat niet zijn opgenomen genootschappen waarvan na 1747 geen levenstekenen gesignaleerd zijn ofschoon ze mogelijk nog niet verdwenen waren. In veel gevallen is immers een exacte sterfdatum niet aan te geven: ‘they just fade away’. Nil volentibus arduum is in dat opzicht een karakteristiek voorbeeld: het jaar van verscheiden is nauwelijks bij benadering te geven. Aan de andere kant kunnen er ook genootschappen ontbreken die al voor 1800 zijn opgericht maar die pas na de eeuwwisseling openlijk optreden of vermeld worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De terminus post van 1748 markeert niet een opvallend moment in de genootschapsontwikkeling. Algemeen wordt aangenomen dat de hausse van genootschappen pas in de tweede eeuwhelft plaats heeft.Ga naar eind11 Evenwel ook in de eerste decennia van de 18e eeuw lijken er al vrij veel genootschappen gebloeid te hebben. Joannes Lublink spreekt - over- igens zonder namen te noemen - van meer dan 30.Ga naar eind12 Mogelijk betreft dit, gezien de context van deze opmerking, voornamelijk toneelgenootschappen. Zeker is dat in deze vroege fase nog veel vruchtbaar onderzoek verricht kan worden, waarbij misschien ook relaties tussen de genootschappen en de hier en daar nog levende rederijkerskamers aan het licht gebracht zouden kunnen worden.Ga naar eind13 Hoe dit alles ook zij, als betrekkelijk willekeurig beginjaar is voor deze documentatie 1748 gekozen, het jaar van oprichting van Concordia et libertate te Amsterdam. Het jaar 1800 als terminus ante is in zoverre niet helemaal willekeurig, dat tegen het eind van de eeuw de genootschappen duidelijk moeilijke tijden doormaken, en weinig activiteiten (kunnen) ontplooien. Vele genootschappen laten niets meer van zich horen en lijken een zachte dood gestorven te zijn. Precies in 1800 gaan drie van de aanzienlijkste genootschappen: het Amsteldamsch dicht- en letteroefenend genootschap, het Leidse Kunst wordt door arbeid verkreegen en het Rotterdamse Studium scientiarum genetrix samen op in de Bataafsche maatschappij van taal- en dichtkunde, en deze fusie is wel symptomatisch voor de toen heersende malaise in het genootschapsleven. Pas in de twintiger en dertiger jaren van de 19e eeuw lijkt er weer een opleving plaats te hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Opzet van het onderzoekHet door ons verrichte onderzoek vond plaats in drie rondes. Allereerst werden op namen van genootschappen doorgenomen de literatuurgeschiedenissen van Jonckbloet, Kalff, Te Winkel, Baur en Knuvelder, een aantal vroege voorgangers daarvan, het biografisch woordenboek van Witsen Geysbeek, alsmede de belangrijkste literaire en historische monografieën betreffende de tweede helft van de 18e eeuw, en de literatuur die wordt genoemd in de inventarisaties van Visser en Buursma.Ga naar eind14 In deze ronde werd tevens een namenregister aangelegd van personen die als betrokken bij bepaalde genootschappen worden genoemd. Dit register is op verzoek op het Instituut De Vooys te consulteren. In de tweede ronde werden bronnen uit de tijd zelf geraadpleegd: woordenboeken en encyclopedieën, de tijdschriften de Boekzaal en de Konst- en letterbode, en de bibliografieën van Abkoude/Arrenberg en Saakes. Mede op basis van het aldus gevonden materiaal werd een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
checklist opgesteld van een 25-tal titels waaronder naar genootschapswerken gezocht zou kunnen worden in de alfabetische catalogi van de Koninklijke Bibliotheek, de Universiteitsbibliotheken van Utrecht, Leiden en Amsterdam, en in de C.C. (De werken zijn zelden onder de naam van het genootschap gecatalogiseerd.) Tevens werd de chronologische catalogus van de UB-Amsterdam gedepouilleerd. In de derde ronde zijn de aldus opgespoorde werken geraadpleegd op informatie betreffende het genootschap: oprichtingsdatum, wetten, ledenlijsten etc. Het zal duidelijk zijn dat de hier beschreven systematiek geen volledigheid garandeert. Allereerst zijn naar alle waarschijnlijkheid niet alle door of onder auspiciën van genootschappen uitgegeven werken door de checklist afgedekt. Voorts zijn belangrijke collecties niet onderzocht; met name lijkt het aannemelijk dat in gemeente-archieven nog aanvullingen op het hier gebodene te vinden zijn. Bovendien is het onderzoek beperkt gebleven tot gedrukte werken; een speurtocht naar handschriftelijk overgeleverd materiaal is derhalve nog een desideratum.Ga naar eind15 En tenslotte zij er op gewezen dat bijv. bundels met in een bepaald genootschap gehouden verhandelingen niet zelden gepubliceerd zijn zonder de vermelding van het genootschap op de titelpagina. - Overigens zijn alle min of meer toevallige ‘treffers’ in deze categorieën wel opgenomen. Markant is de uiterst predominante plaats die in deze lijst van werken wordt ingenomen door twee genootschappen: het Haagse Kunstliefde spaart geen vlijt en vooral het Leidse Kunst wordt door arbeid verkreegen. Met het Amsteldamsch dicht- en letteroefenend genootschap en Studium scientiarum genetrix te Rotterdam, werden zij algemeen als de voornaamste dichtgenootschappen beschouwd,Ga naar eind16 maar qua kwantiteit van productie steken ook de beide laatstgenoemden schraal af bij KSG V en KWDA V. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 Opzet van de inventarisatieDe inventarisatie bestaat uit drie delen: In I vindt men de genootschappen zelf, in II genootschapswerken, in III door genootschappen uitgeschreven prijsvragen. Een beknopte bibliografie sluit het geheel af. De eerste lijst is weer onderverdeeld. Rubriek 1 bevat genootschappen waarin de beoefening van de letterkunde de hoofddoelstelling was (ten minste de helft van het werk wordt ingenomen door literaire bijdragen). Rubriek 2: genootschappen waarin de beoefening van letterkunde een nevendoelstelling was. In 3 zijn de marginale genootschappen opgenomen, met enigszins afwijkende werkzaamheden en/of organisatievorm. Rubriek 4 omvat de apocriefe genootschappen: zinspreuken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten onrechte aan genootschappen toegeschreven. In 5 zijn de twijfelgevallen verzameld; bij de hier vermelde namen hebben we geen zekerheid kunnen krijgen of het inderdaad om een genootschap gaat, c.q. of het om een literair genootschap gaat. Ten slotte is in 6 een aantal nietliteraire genootschappen bijeengebracht. Het gaat hier om genootschappen (en apocriefe genootschappen) die we vermeld hebben gevonden als actief op literair gebied, maar die dat bij nadere beschouwing níet bleken te zijn. Uit heuristisch oogpunt leek het ons wenselijk deze namen ook op te nemen. Achterwege gelaten hierbij zijn evenwel genootschappen waarvan de naam ondubbelzinnig wijst op activiteiten uitsluitend op toneelgebied. In alle rubrieken zijn de genootschappen alfabetisch geordend op hun gebruikelijke naam; in de meeste gevallen is dat de zinspreuk. Deel II bestaat uit twee rubrieken. In de eerste zijn opgenomen alle gevonden werken van genootschappen uit I.1, I.2 en I.3, althans voor zover te rekenen tot het domein van de literatuur (in zeer ruime zin opgevat), inclusief het toneelwerk. De werken zijn geordend naar genootschap, de genootschappen staan in alfabetische volgorde zonder onderscheid naar rubriek van herkomst. Alleen de opgedolven titels van genootschappen uit de rubriek 1.5 twijfelgevallen zijn apart opgenomen, onder II.2. Om de lijst niet tot voor het Documentatieblad onaanvaardbare proporties te laten uitdijen is ervan afgezien de geconsulteerde werken uit 1.4 (apocriefe genootschappen) en 1.6 (niet-literaire genootschappen) op te nemen. Indien titel en vindplaats wel beschreven zijn in ons archief, is dit aangegeven door een asterisk achter de naam van het betreffende genootschap. Dit materiaal is voor belangstellenden te raadplegen. Van de opgenomen werken wordt geen inhoudelijke beschrijving gegeven. Wél is ten behoeve van verder onderzoek er melding van gemaakt indien in het werk een ledenlijst en/of wetten zijn opgenomen. In III tenslotte zijn verzameld alle publiek uitgeschreven prijsvragen van genootschappen vallend onder I.1, en de op literaire en aanverwante onderwerpen betrekking hebbende prijsvragen van genootschappen opgenomen in 1.2.
De inventarisatie werd gedurende het tweede semester van de cursus 1981-82 samengesteld door een doctoraalwerkgroep van studenten Nederlands aan het Instituut De Vooys te Utrecht. Deze groep werd gevormd door Leon van den Berg, Lia van Gemert, Frank Hochstenbach, Marieke van Oostrom, Kees Singeling, Bert Thobokholt en stond onder leiding van J.J. Kloek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I Lijst van genootschappenPer genootschap wordt de volgende informatie gegeven:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Genootschappen met de beoefening van letterkunde als hoofddoelstelling-. Aan het vaderland en de zanggodinnen: zie 1.24.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Genootschappen met de beoefening van letterkunde als nevendoelstelling
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 Marginale genootschappen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Apocriefe genootschappen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 Twijfelgevallen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 Niet-literaire genootschappen die abusievelijk als literair vermeld zijn
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II Lijst van uitgavenOpgenomen zijn genootschapswerken verschenen tussen 1748 en 1800. Van de genootschappen met letterkunde als hoofddoelstelling zijn àlle gevonden uitgaven opgenomen (inclusief toneelwerk), van de genootschappen met letterkunde als nevendoelstelling alleen de werken op literair terrein. Naar archivalia is niet gezocht; voor zover we er toch op gestuit zijn, wordt er gewag van gemaakt. Bij de werken is - op basis van gegevens in de C.C. - de aanwezigheid vermeld in de K.B. en in de universiteitsbibliotheken. Indien een werk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitsluitend aanwezig is in een andere collectie, is die vermeld. Bij niet teruggevonden werken wordt de betreffende bron opgegeven. Een signatuur achter de naam van een bibliotheek geeft aan dat dat exemplaar door ons is geraadpleegd. Als systeem van afkortingen is gehanteerd: UBA is universiteitsbibliotheek universiteit van Amsterdam etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1 Werken van genootschappen met letterkunde als hoofd- of als nevendoelstelling, en van marginale genootschappenAmsteldamsch dicht- en letteroefenend genootschap (1.1)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bataafsche maatschappij van taal- en dichtkunde (1.2)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bataviaasch genootschap van kunsten en wetenschappen (2.1)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Concordia et labore (1.4)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Concordia et libertate (2.2)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diligentiae omnia (1.6)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doctrina et amicitia (2.3)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door arbeyd en yver (3.1)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door natuur en kunst (1.7)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door natuur en kunst (2.4)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door oeffening werd veel verkreegen (1.8)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door yver bloeid de wetenschap (1.9)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dulces ante omnia musae (1.10)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fabricando fabri fimus (1.11)In het gemeente-archief Den Haag bevindt zich een zeer beperkt archief, onder cat. no. 50. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Felix meritis (2.5)In het gemeente-archief Amsterdam bevindt zich het archief van ‘Felix meritis’ (sign. PA 59). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Genootschap ter bevordering van waaren godsdienst, deugd, kunst en wetenschap (2.6)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Genootschap van godgeleerden, taal- en dichtminnaars (3.2)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Goudsbloemen (1.12)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier na volmaakter (1.13)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kunst wordt door arbeid verkreegen (1.14)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kunstliefde spaart geen vlijt (1.15)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UBL
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laus deo, salus populo (1.16)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Libere modeste tamen (1.17)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Linguaque animoque fideles/ minima crescunt (1.18/1.21)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maatschappij der nederlandsche letterkunde (1.19)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Magna molimur parvi (1.20)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Minima crescunt (1.21)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Natuur begaaft, oefening beschaaft (1.22)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nobis et aliis (3.4)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nut vermaek (3.5)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oeffening kweekt kunst (1.23)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prodesse canendo (1.25)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prodesse conamur (2.7)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sine labore nihil (1.26)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Studium scientiarum genetrix (1.27)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UBA; kb
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Surinaamse lettervrinden (1.28)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Suum cuique (3.6)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tandem fit surculus arbor (2.9)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tendimus ad idem (2.10)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Teyler's tweede genootschap (2.11)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ultra posse nemo obligatur (1.30)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verscheidenheid en overeenstemming (2.13)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vita brevis, ars longa (3.7)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlijt is de voedster der wetenschappen (1.31)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlijt moeder der weetenschappen (1.33)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlijt volmaakt (1.34)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakter door den tijd (1.35)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor het menschdom (2.14)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zeeuwsch genootschap der wetenschappen (2.15)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 Werken met betrekking tot de categorie twijfelgevallenAl doende leert men (5.1)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Al oeffenende vordert men (5.2)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gezelschap beminnaaren der Vaderlandsche dichtkunst (5.6)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gezelschap van dichtminnaaren (5.7)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kunst-yver (5.9)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nooit is de vriendschap meerder waard, dan als zij 't nut en 't zoete paart (5.12)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit zucht voor Oranje (5.19)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uno animo (5.20)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor het verstand en hart (5.21)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III Lijst van prijsvragenOpgenomen zijn de in het openbaar uitgeschreven prijsvragen tussen 1748 en 1800. Van de genootschappen met letterkunde als hoofddoel- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stelling worden alle gevonden prijsvragen vermeld, van de genootschappen met letterkunde als nevendoelstelling alleen de prijsvragen die met letterkunde (in zeer ruime zin) te maken hebben. De prijsvragen zijn per genootschap chronologisch op het jaar van uitschrijving geordend. Wanneer het jaar van uitschrijving niet bekend is, is uitgegaan van het jaar van bekroning, en in de gevallen waarin dat ook onbekend was, van het jaar van de bron. In verband met de plaatsruimte hebben we alleen de strikte titels van de prijsvragen opgenomen, zonder de uitbreidende toevoegingen. Wat betreft de bronvermeldingen: de eerste vermelding geeft steeds het jaar van uitschrijving (indien bekend), de tweede geeft de laatst bekende vermelding van de prijsvraag. Waar meer dan twee bronnen genoemd worden, bevatten die of elkaar aanvullende of elkaar tegensprekende gegevens. Wanneer bij een prijsvraag wel bekend is dat er bekroning heeft plaatsgevonden, dan wel dat het onderwerp is ingetrokken, maar we niet hebben kunnen vinden in welk jaar dat gebeurde, dan is dat opgenomen als ‘bekroond: datum?’ respectievelijk ‘ingetrokken: datum?’ Wanneer niet bekend is of er bekroning dan wel intrekking heeft plaats gehad, is vermeld: ‘bekroond/ingetrokken:?’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsteldamsch dicht- en letteroefenend genootschap (1.1)De waare christen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De geweetensdrang
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De lof der Vaderlandsche Zeevaart
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welke is de beste wijze om Burger-Tooneelspelen van onze Natie te vervaardigen, die een rechtstreekschen invloed op onze Burgerlijke Zeden hebben? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tafereel van de echte Nederlandsche Zeden
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het ware verhevene in de Dichtkunst, gestaafd door voorbeelden van Nederlandsche Dichteren
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De lof van den Vaderlandschen Landbouw
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welke is het verband tusschen de Muzyk en de Dichtkunst? En welke Regelen, uit de eerste afgeleid, zijn ook op de laatste toepasselijk, voornamenlijk zo in de Maat, als in den Trant, het Rijm, de Rust en Snede der verzen?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Lof der Naarstigheid
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoedanig is de tegenwoordige staat der Nederduitsche Letterkunde in ons Vaderland
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jacob Cats, beschouwd als Christen, als Staatsman en als Dichter
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Schepping, lierzang
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vereischten in het hekeldicht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nehemia
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welk een invloed hebben de Nederlandsche Rederijkeren voornamenlijk op onze Taal en Dichtkunde gehad?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eene Dichtkundige Wijsgeerige (Aesthetische) beoordeling van Klopstocks Messias
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Mode, hekeldicht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Welke zijn de vereischten in het beschrijvend gedicht? En in hoe verre hebben onze Nederlandsche Dichters, door hunne Stroomzangen, Land- en Hofdichten, enz., aan die vereischten voldaan? En hoeveel voordeel hebben zij, bij uitzondering van andere Natiën, uit de eigenaartige gesteldheid van ons Vaderland getrokken?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Eendragt
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In hoe verre is het hedendaagsch naarvolgen en vertaalen der uitlandsche Dichters aan de Nederlandsche Dichtkunde nuttig of schadelijk? En op welke wijze is het eerste te bevorderen, en het laatste te vermijden?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Rhijn, stroomzang
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bataviaasch genootschap van kunsten en wetenschappen (2.1)Uit het beredeneerd plan van alle geleerde Genootschappen in Europa, en de opgave van alle letterkundige en periodique werken, op te geven het beste plan voor een Geleerd Genootschap en voor een letterkundig nieuwspapier
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De voortgang der Nederlanderen in alle Kunsten en Wetenschappen, sedert de opkomst der Republiek tot heden, vergeleken met de Engelschen, Franschen en Duitschers
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een spraakkundig opgestel, handleiding of onderrigt ter grondige aanleering van het zogenaamd laagmaleisch, 't welk alhier te Batavia gemeenlijk wordt gesproken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door natuur en kunst (2.4)
Een treurspel, met als titel ‘De dood van Johanna Gray’
|
- | uitgeschreven: 1786; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Dicht- en tooneelkundige werken 1785-1787, dl. 2 |
Door oeffening werd veel verkreegen (1.8)
Het waare kenmerk van een Christen
- | uitgeschreven: datum?; bekroond; datum? |
- | winnaars: W. Coertse sr. (goud), W.P. Turnbull de Mikker (zilver) |
- | bron: Poëtische mengelstoffen, dl. 1 |
Het meeste nut van Kerk en Vaderland
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: datum? |
- | winnaar: U. Huguenin (goud) |
- | bron: Poëtische mengelstoffen, dl. 2 |
Kunst wordt door arbeid verkreegen (1.14)
Op het tweede Eeuwgetijde van Leydens Beleg en wonderbaare verlossing
- | uitgeschreven: 1772; bekroond:? |
- | bron: Boekzaal 1773, I, p. 95; 1774, II, p. 55 |
Op het tweede Eeuwgetijde der Leydsche Hooge Schoole
- | uitgeschreven: 1772; herhaald: 1774; bekroond: 1775 |
- | winnaars: S. v.d. Waal (goud), I. v. Nuyssenburg (zilver), D.J. v.d. Trappen (zilver), auteur accessit onbekend |
- | bron: Boekzaal 1773, I, p. 95; 1775, I, p. 224 |
Ter eere van drie braave voorstanderen der Vrijheid in den Burgerstaat en in den Godsdienst; Jhr. v.d. Does, heere van Noordwijk, gouverneur; den Heere P.A. v.d. Werff, voorzittende burgemeester; en den Heere J.v. Hout, secretaris; allen binnen de stad Leyden geduurende haare strenghe belegering, in den jaare 1574, deeze diensten met zo groote trouw en waakzaamheid bekleed hebbende, dat aan hun voornamelijk het behoud van deeze stad, en dus ook vervolgens van ons lieve Vaderland, onder Gods hulpe en het schrander en voorzichtig bestuur van 's Lands wijze vaderen, Prins Willem den Eersten en de Staaten van Holland, te danken is
- | uitgeschreven: 1774; bekroond: 1775 |
- | winnaar: J.C. de Lannoy (goud) |
- | bron: Boekzaal 1774, II, p. 55; 1775, I, p. 224 |
Handleiding [Aenleiding] tot de Nederduitsche Tael- en Dichtkunste. [= Alles wat een jong digter, noodzaekelijk hebbe waertenemen, om eene zuivere tael te schrijven, als meede de kortste, klaerste en leer- zaemste regels, welke bij het maeken van alle soorten van vaerzen in 't
oog moeten gehouden worden, met opheldering van voorbeelden, en aenwijzingen welke schrijvers en digters van trap tot trap, door den vorderende kunstöefenaer, met vrugt, kunnen en moeten gebruikt worden.]
- | uitgeschreven: 1774; herhaald: 1775, 1776; ingetrokken: 1777 |
- | bron: Boekzaal 1774, II, p. 33; 1776, I, p. 175; Handelingen |
De invloed der Dichtkunst op het bestuur van den Staat
- | uitgeschreven: 1775; bekroond: 1776 |
- | winnaar: W. Bilderdijk (goud) |
- | bron: Boekzaal 1775, II, p. 69; Te Winkel, V, p. 531 |
De waere liefde tot het vaderland
- | uitgeschreven: 1776; bekroond: 1777 |
- | winnaars: W. Bilderdijk (goud en zilver), J.C. de Lannoy (zilver), J.P. Broekhoff (accessit), anoniem (accessit) |
- | bron: Handelingen |
Tweede eeuwgetijde van de Utrechtse Unie
- | uitgeschreven: 1776; ingetrokken: 1778 |
- | bron: Handelingen |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Marnix van St. Aldegonde
- | uitgeschreven: 1776; bekroond: 1777 |
- | winnaar: J. Prins (zilver) |
- | bron: Handelingen |
De Voortreflijkheid van den Christelijken Godsdienst
- | uitgeschreven: 1777; bekroond: 1778 |
- | winnaars: O. Porjeere (goud), H. Lussing (zilver) |
- | bron: Handelingen; Boekzaal 1778, II, p. 47 |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Janus Secundus
- | uitgeschreven: 1777; bekroond: 1778 |
- | winnaar: J. Jacobson (zilver) |
- | bron: Handelingen |
Het heil van den vrede
- | uitgeschreven: 1778; bekroond: 1779 |
- | winnaar: R. Feith (goud), J. de Stoppelaar (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1778, II, p. 47; Te Winkel, V, p. 530 |
Gods wijsheid in Zijne werken
- | uitgeschreven: 1778; bekroond: 1780 |
- | winnaars: G.J.G. Bacot (goud), O. Porjeere (zilver), H. Lussing (zilver), J. v. Manen (accessit) |
- | bron: Handelingen; Boekzaal 1778, II, p. 47; Te Winkel, V, p. 531; Witsen Geysbeek, IV, p. 260; VI, p. 124 |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Sybrand Feitema
- | uitgeschreven: 1778; bekroond: 1779 |
- | winnaar: J. de Kruyff (zilver) |
- | bron: Handelingen |
Het Geweeten
- | uitgeschreven: 1779; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
Over de waere vereischten van het Heldendicht
- | uitgeschreven: 1780; bekroond: 1781 |
- | winnaar: R. Feith |
- | bron: Prijsverhandelingen, dl. 1; Te Winkel, VI, p. 29-30 |
De geschiedenis der Nederduitsche poëzy in ons vaderland
- | uitgeschreven: 1780; herhaald: 1781; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
De Vrije Zee
- | uitgeschreven: 1781; bekroond: 1782 |
- | winnaars: K. v.d. Palm (zilver), Th.v. Limburg (zilver) |
- | bron: Tael- en dichtlievende oeffeningen, dl. 4; Te Winkel, V, p. 531-2; Witsen Geysbeek, IV, p. 203; VI, p. 5 |
De vereischten van het Lierdicht
- | itgeschreven: 1782; herhaald: 1783; bekroond: 1784 |
- | winnaars: G. Brender à Brandis (goud), D. Erkelens (zilver) |
- | bron: Prijsverhandelingen, dl. 2 |
De regtschapen burgervader
- | uitgeschreven: 1783; bekroond: 1784 |
- | winnaars: J.P. v. Heel (goud), D. Erkelens (zilver) |
- | bron: Handelingen; Te Winkel, V, p. 531 |
Het waere boertige
- | uitgeschreven: 1783; herhaald: 1785; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Prijsverhandelingen, dl. 1, 2 |
De nuttigheid van de handwerksman
- | uitgeschreven: 1782; bekroond: 1783 |
- | winnaars: Th.v. Limburg (goud), M.G. v.d. Werken, wed. Decambon (zilver) |
- | bron: Handelingen; Te Winkel, V, p. 531; Witsen Geysbeek, IV, p. 203 |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Geerardt Brandt
- | uitgeschreven: 1783; bekroond: 1785 |
- | winnaar: G. Brender à Brandis (zilver) |
- | bron: Handelingen |
Lof van De Ruyter
- | uitgeschreven: 1784; bekroond: 1785 |
- | winnaar: R. Feith (goud en zilver) |
- | bron: Handelingen; Te Winkel, V, p. 530 |
Welk een prijs heeft men te stellen op het rijm? Behoort hetzelve tot het weezen der Nederduitsche poëzy?
- | uitgeschreven: 1784; bekroond: 1786 |
- | winnaars: J. Rochussen (goud); J. v. Dyk (zilver) |
- | bron: Prijsverhandelingen, dl. 3 |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Elizabet Koolaart geb. Hoofman
- | uitgeschreven: 1784; bekroond: 1785 |
- | winnaar: Th. van Limburg (zilver) |
- | bron: Handelingen |
De vrijheid der drukpers
- | uitgeschreven: 1784; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
George Washington
- | uitgeschreven: 1784; herhaald: 1785, 1786; bekroond: 1786 |
- | winnaar: D. Erkelens (goud) |
- | bron: Handelingen; Te Winkel, V, p. 531 |
Levensbeschrijvingen der dichteren: Adrianus van Royen
- | uitgeschreven: 1785; bekroond: 1786 |
- | winnaar: G. Brender à Brandis |
- | bron: Handelingen |
Heldinnebrief van Maria van Reigersbergen aen Hugo de Groot na zijne ontkoming
- | uitgeschreven: 1785; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
De weelde, de kanker der vrijheid
- | uitgeschreven: 1786; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
De verëischten in eene levensbeschrijving der Nederlandsche dichteren
- | uitgeschreven: 1786; herhaald: 1787, 1788, 1789; bekroond: 1790 |
- | winnaar: J.J. Vereul (zilver) |
- | bron: Handelingen |
De verëischten en kenmerken van den stijl der poezy, in onderscheiding van dien der welsprekendheid
- | itgeschreven: 1786; herhaald: 1788; bekroond: 1790 |
- | winnaars: P.J. Kasteleyn (goud), J. Rochussen (zilver), D. Erkelens (zilver) |
- | bron: Handelingen |
De invloed van een vast geloof aen de voorzienigheid
- | uitgeschreven: 1787; bekroond: 1789 |
- | winnaars: P.J. Kasteleyn (goud), A. Vereul (zilver), M.P. Elter (zilver) |
- | bron: Handelingen |
Over de vereischten van het herderdicht
- | uitgeschreven: 1787; herhaald: 1789; bekroond: 1791 |
- | winnaars: J. Kantelaar (goud), A. Vereul (zilver) |
- | bron: Konst- en letter-bode 28-5-1790, p. 170; 1-7-1791, p. 2; Handelingen |
De onschuld
- | uitgeschreven: 1789; bekroond: 1791 |
- | winnaars: A. Vereul (goud), P. Moens (zilver), P.J. Kasteleyn (zilver), P. van Heel (accessit) |
- | bron: Handelingen |
Judas de Maccabeër
- | uitgeschreven: 1789; bekroond: 1790 |
- | winnaars: L. v. Oyen (zilver en accessit), A.Simons (accessit) |
- | bron: Konst- en letter-bode 19-7-1789, p. 194; 28-5-1790, p. 170; Handelingen |
De inenting der kinderziekte
- | uitgeschreven: 1790; bekroond: 1792 |
- | winnaars: P.J. Kasteleyn (goud), M.P. Elter-Woesthoven (zilver) |
- | bron: Konst- en letter-bode 28-5-1790, p. 170; 8-6-1792, p. 177 |
Welken invloed heeft de thans heerschenden smaak voor het sentimen- tele op de Poëzie in ons Vaderland?
- | uitgeschreven: 1791; herhaald: 1792, 1793; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 1-7-1791, p. 2; 31-5-1793, p. 170 |
Wat wordt 'er vereischt tot een dichter?
- | uitgeschreven: 1791; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
Benjamin Franklin
- | uitgeschreven: 1792; herhaald: 1793; bekroond: 1794 |
- | winnaar: P.J. Kasteleyn (goud) |
- | bron: Konst- en letter-bode 8-6-1792, p. 177; 4-7-1794, p. 2; Handelingen |
De invloed der schoone wetenschappen op het geluk der maatschappij
- | uitgeschreven: 1792; ingetrokken: 1794 |
- | bron: Konst- en letter-bode 8-6-1792, p. 177; 4-7-1794, p. 2 |
De Vereischten eener goede Vertaaling, bijzonder van Dichtstukken
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 4-7-1794, p. 2 |
Eene verhandeling over de zogenaemde woorden van ééne beteekenis (synonimes) in onze Nederduitsche tael
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
De Verlichting
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 4-7-1794, p. 2 |
De godsdienst van Jesus onwrikbaer, onder alle aenvallen en onder alle 's waerelds wisselingen
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Handelingen |
Kunstliefde spaart geen vlijt (1.15)
De Lof der dankbaarheid
- | uitgeschreven: 1772; bekroond: 1773 |
- | winnaars: J. Le Francq van Berkhey (goud), J.P. Broeckhoff (zilver) |
- | bron: Höweler, p. 140 |
De waare vereischten in een dichter
- | uitgeschreven: 1773; bekroond: 1774 |
- | winnaars: S. van der Waal (goud), J.C. de Lannoy (zilver), W. van der Jagt (buitengewoon zilver) |
- | bron: Boekzaal 1773, I, p. 440; 1774, I, p. 216 |
De beste opvoeding der jeugd ten nutte van dit Gemeenebest
- | uitgeschreven: 1774; herhaald: 1775; bekroond: 1775 |
- | winnaars: H. Houtam (goud), P. van Braam (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1774, I, p. 216; 1775, II, p. 68 |
Den heilzaamen invloed der Dichtkunst op den Godsdienst
- | uitgeschreven: 1775; bekroond: 1776 |
- | winnaars: S. van der Waal (goud), B. Broes (zilver), O. Porjeere (buitengewoon zilver), F.A. de Hartogh (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1775, I, p. 337; 1776, I, p. 437 |
Den Lof van den Nederlandschen Koophandel
- | uitgeschreven: 1776; bekroond: 1777 |
- | winnaars: A.H. Hagedoorn (goud), J. Bakker Aukesz. (zilver en accessit) |
- | bron: Boekzaal 1776, I, p. 437; 1777, I, p. 289 |
Den voordeelen van den Christelijken Godsdienst voor de Burgerlijke Maatschappij
- | uitgeschreven: 1777; bekroond: 1778 |
- | winnaars: J.C. Mohr (goud), J. Verveer (zilver), J. Groot jr. (accessit), J. de Jongh jr. (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1777, I, p. 289; 1778, I, p. 143 |
Een Tafereel van het beste Huuwlijk
- | uitgeschreven: 1778; bekroond: 1779 |
- | winnaar: A.H. Hagedoorn (zilver) |
- | bron: Höweler, p. 140 |
De Lof van het Landleeven
- | uitgeschreven: datum?; herhaald: 1780; ingetrokken: 1780 |
- | bron: Boekzaal 1780, I, p. 165; 1780, I, p. 582 |
Kenschets onzer Voorvaderen in de eerste tijden van dit Gemeenebest
- | uitgeschreven: 1780; bekroond: 1781 |
- | winnaars: W. Bilderdijk (goud), I. van Haastert (zilver), T. van Limburg (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1780, I, p. 165; Höweler, p. 141 |
De aanspraak van Keizer Karel den Vijfden aan zijn zoon Philips, bij de overdragt van de Regeeringe der Nederlanden
- | uitgeschreven: datum?: bekroond: 1782 |
- | winnaars: Rhijnvis Feith (goud), J.C. de Lannoy (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1782, I, p. 194 |
Tafereel der Vaderlijke Zorge van Nederlands Overheden, ter bevordering van Weetenschappen en Kunsten, sedert de oprichting van dit Gemeenebest
- | uitgeschreven: 1782; bekroond: 1783 |
- | winnaar: K. van der Palm (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1782, I, p. 194; 1783, I, p. 216 |
De verheerlijking van Jezus Christus op den berg
- | uitgeschreven: 1783; bekroond: 1784 |
- | winnaars: J.H. van der Palm (goud), J. van Dijk (zilver), anonymus (1e accessit), P. Haack, (2e accessit) |
- | bron: Boekzaal 1783, I, p. 216; 1784, I, p. 302 |
De Opwekking van Lazarus
- | uitgeschreven: 1784; bekroond: 1785 |
- | winnaars: J.W. Bussingh (goud), J.C. Boot (zilver), W. Wouters (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1784, I, p. 302; 1785, I, p. 318; Höweler, p. 141 (voor de laatste twee namen) |
De beste Burger
- | uitgeschreven: 1785; bekroond: 1786 |
- | winnaars: J.P. van Heel (goud), J. van Dijk (zilver), W. Hofdijk (buitengewoon zilver), J. van Egmond (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1785, I, p. 318; 1786, I, p. 414; Höweler, p. 141 (voor J.P. van Heel) |
Het verraad van Deventer in 1587
- | uitgeschreven: datum?; ingetrokken: 1787 |
- | bron: Boekzaal 1787, I, p. 307 |
De Mensch geschikt voor de eeuwigheid
- | uitgeschreven: 1787; bekroond: 1788 |
- | winnaars: L. van Oyen (goud), M.P. Elter-Woesthoven (zilver), G. Brender à Brandis (buitengewoon zilver), J. van Os (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1787, I, p. 307; 1788, I, p. 314 |
De Verhevenheid van het Evangelie
- | uitgeschreven: 1788; bekroond: 1789 |
- | winnaars: J. van Egmond (goud), Th. Kaas (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1788, I, p. 314; 1789, I, p. 321 |
Gods Goedheid zichtbaar in al het geschapene
- | uitgeschreven: 1789; bekroond: 1790 |
- | winnaars: J.J. Vereul (goud), J.M. Sobels (zilver), I. van Haastert (buitengewoon zilver), J.E. de Witte jr. (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1789, I, p. 321; 1790, I, p. 291 |
Het huwelijk van Mevr. de Prinsesse van Oranje en Nassau enz., met den Heere Erfprinse van Brunswijk enz.
- | uitgeschreven: 1789; herhaald: 1790; bekroond: 1790 |
- | winnaars: J.M. Sobels (goud), J. van Egmond (zilver), J.E. de Witte jr. (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1789, II, p. 560; 1790, II, p. 32 |
De Nederlaag van Sanherib voor Jerusalem
- | uitgeschreven: 1790; bekroond: 1791 |
- | winnaars: O. Porjeere (goud), J. Scharp (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1790, I, p. 291; 1791, I, p. 178 |
Het huwelijk van Prins Willem Frederik van Oranje en Nassau met Prinses Frederika Louisa Wilhelmina van Pruissen
- | uitgeschreven: 1791; bekroond: 1791 |
- | winnaar: J. Scharp (dubbele zilveren medaille) |
- | bron: Boekzaal 1791, I, p. 178; Höweler, p. 148-149 |
De onoverwinnelijke Spaansche Vloot vernield in 1588
- | uitgeschreven: 1791; herhaald: 1792; bekroond: 1793 |
- | winnaar: Th. Kaas (zilver) |
- | bron: Boekzaal 1791, I, p. 178; 1793, I, p. 301 |
De Wetgeeving op Sinaï
- | uitgeschreven: 1792; herhaald: 1793; bekroond: 1794 |
- | winnaars: C. van Epen (goud), anonymus (zilver), anonymus (accessit) |
- | bron: Boekzaal 1792, I, p. 188; 1794, I, p. 335 |
De schadelijkheid van het Bijgeloof en Ongeloof
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken: 1795 |
- | bron: Boekzaal 1794, I, p. 335; Höweler, p. 142 |
Maatschappij der nederlandsche letterkunde (1.19)
In hoe verre kan men uit de overblijfsels van het Moesogotthisch en Angelsaxisch, tot opheldering der oudheid van het Nederduitsch, aentonen, dat de grond onzer Tale in de bovengemelde te vinden is
- | uitgeschreven: 1774; herhaald: 1776; ingetrokken: 1780 |
- | winnaar: geen, wel een antwoord opgenomen in Werken, dl. V |
- | bron: Werken, dl. III, Voorbericht; dl. V, Voorbericht |
Welke zijn de algemeene oogmerken, die een Dichter moet bedoelen? welke zijn derhalven de eigenaertige onderwerpen voor de Dichtkunst? En welke zijn derzelver algemeene regelen?
- | uitgeschreven: 1775; bekroond: 1777 |
- | winnaar: C. van Engelen (goud) |
- | bron: Werken, dl. III, Voorbericht; dl. IV, Voorbericht |
Welke zijn de vereischten van een Lofreden?
- | uitgeschreven: 1777; bekroond: 1779 |
- | winnaar: J. de Bosch (goud) |
- | bron: Werken, dl. IV, Voorbericht; dl. V, Voorbericht |
Hebben de Dichtkunst en Welsprekendheid verband met de Wijsbegeerte? en welk nut brengt dezelve aan de eene en de andere toe?
- | uitgeschreven: 1777; bekroond: 1780 |
- | winnaar: W. Bilderdijk (goud), C. van Engelen (bijdrage anoniem verschenen) |
- | bron: Werken, dl. IV, Voorbericht; dl. V, Voorbericht |
In hoeverre moet men zich, in het opmaken van de regels onzer Nederduitsche Tale, houden aan de oude; in hoe verre aan de hedendaagsche Taalgebruiken? en in hoe verre moet men de verwantschapte Dialecten, en in hoe verre de Reden daar in te hulpe nemen?
- | uitgeschreven: 1778; herhaald: 1781; ingetrokken: 1783 |
- | bron: Werken, dl. IV, Voorbericht; dl. V, Voorbericht |
Welke zijn de kenmerken van waar en valsch vernuft? en welke zijn de behoedmiddelen tegen het laatste?
- | uitgeschreven: 1782; bekroond: 1785 |
- | winnaar: J.J. Hottinger (goud) |
- | bron: Werken, dl. VI, Voorbericht; dl. VII, Voorbericht |
Prodesse canendo (1.25)
Een betoog van Gods heiligen afkeer tegen de zonde, uit zijne geduchte straffe over dezelve; I met den dood in 't Paradijs; II met de verdelging der geheele eerste waereld, door den zondvloed
- | uitgeschreven: 1776; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Boekzaal 1776, I, p. 49 |
Provinciaal Utrechtsch genootschap van kunsten en wetenschappen (2.8)
Eene volledige verhandeling over de Genie, en byzonder over derzelver nut in de hogere Wetenschappen
- | uitgeschreven: 1788; ingetrokken: datum? |
- | bron: Buijnsters, Van Alphen, p. 148 |
Sine labore nihil (1.26)
De lov des Schouwburgs
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1778 |
- | winnaars: drie winnaars waarvan de namen niet bekend zijn |
- | bron: Dicht en Toneel oeffeningen, dl. I [1778] |
Studium scientiarum genetrix (1.27)
De Menschlievendheid
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1780 |
- | winnaar: Rhijnvis Feith (zilver) |
- | bron: Te Winkel, V, p. 530 |
De overwinning bij Nieuwpoort
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1782 |
- | winnaar: J.P. van Heel (goud) |
- | bron: Te Winkel, V, p. 531 |
De weg tot het ware geluk in dit leven
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1783 of 1784 |
- | winnaars: P. Weiland (zilver), Th. van Limburg (zilver) |
- | bron: Noordegraaf, p. 64-66; Te Winkel, V, p. 531 |
Hendrik van Brederode, Hoofd der Zaamverbondene Edelen
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1788 |
- | winnaars: L. van Oyen (goud), J. van Dijk (zilver) |
- | bron: Konst- en letter-bode 3-10-1788, p. 109 |
Het karakter van Jesus Christus, ons ten voorbeelde
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1788, bekroond: 1789 |
- | winnaars: J. van Os (goud en tweede zilver), Th. Kaas (zilver), A. Simons (accessit) |
- | bron: Konst- en letter-bode 3-10-1788, p. 109; 21-8-1789, p. 58 |
Triomfzang van Israël, na den doortogt door de roode zee
- | uitgeschreven: 1789; bekroond: 1791 |
- | winnaars: J.J. Vereul (goud), L. van Oyen Az. (zilver), anonymus (accessit), anonymus (accessit) |
- | bron: Konst- en letter-bode 21-8-1789, p. 58; 26-8-1791, p. 66 |
Welke zijn de oorsprong, voortgang en tegenwoordige staat der Nederduitsche Dichtkunst?
- | uitgeschreven: 1789; herhaald: 1790; bekroond: 1792 |
- | winnaar: J. van Dijk (goud) |
- | bron: Konst- en letter-bode 21-8-1789, p. 58; 28-9-1792, p. 97 |
De Nederlandsche Maatschappij tot redding der Drenkelingen
- | uitgeschreven: 1791; bekroond: 1793 |
- | winnaars: Th. Kaas (goud), B. Bosch (zilver), G. Manheer (accessit) |
- | bron: Konst- en letter-bode 26-8-1791, p. 66; 6-9-1793, p. 73-4 |
Waaruit blijkt het nut van de dichtkundige genootschappen voor de bloei der Nederlandsche Dichtkunste, en welken zijn de beste middelen om dat nut te doen toenemen?
- | uitgeschreven: 1792; herhaald: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 28-9-1792, p. 97; 17-10-1794, p. 121 |
Hannibal
- | uitgeschreven: 1793; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 6-9-1793, p. 74 |
Verhandeling over het treurspel
- | uitgeschreven: 1794; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 17-10-1794, p. 121 |
De heuglijke omwenteling, waardoor men nu van de Bataafse vrijheid geniet
- | uitgeschreven: 1795; ingetrokken: 1795 |
- | bron: Konst- en letter-bode 20-2-1795, p. 57; 12-6-1795, p. 186 |
De vrouwen
- | uitgeschreven: datum?; herhaald: 1797; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letter-bode 1-9-1797, p. 66 |
Verhandeling over de vocaalspelling
- | uitgeschreven: 1797; ingetrokken/bekroond:? |
- | bron: Konst- en letterbode 1-9-1797, p. 66 |
Teyler's tweede genootschap (2.11)
Welken zyn de beste en duidelykste kenmerken van zoodanige regelen, die, om dat zy in den aard van 't onderwerp te vinden, of met de form van 't gekoozen dichtstuk verknocht zyn, niet mogen noch kunnen verontachtzaamd of te buiten gegaan worden?
- | uitgeschreven: 1780; bekroond: 1781 |
- | winnaar: J. de Bosch (goud) |
- | bron: Verhandelingen, 1e stuk (1781) |
Wie geeft de beste richtlijnen aan Nederlanders die geen Latijn of Grieks kunnen lezen om de Griekse en Latijnse dichters te leren kennen, opdat die Nederlanders er zelf in hun dichtwerk met vrucht gebruik van kunnen maken? (exacte titel ontbreekt)
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1788 |
- | winnaar: J. de Bosch (goud) |
- | bron: Verhandelingen, 6e stuk (1788) |
Welken invloed heeft de Dichtkunst voornamelyk in de vroegere eeuwen, gehad op de beschaving van het menschelyk verstand?
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1801 |
- | winnaars: D. Tiedeman (goud), J. de Bosch (zilver) |
- | bron: Verhandelingen, 12e stuk (1804) |
Vlijt moeder der weetenschappen (1.33)
Welke is de reden, dat men zo veele verschillende gevoelens over dezelfde zaaken ontmoet, bij menschen, die met eene zuivere zucht tot waarheid bezield zijn?
- | uitgeschreven: datum?; bekroond: 1782 |
- | winnaar: A. Loosjes Pz. (goud) |
- | bron: Prijsverhandeling 1782 |
Zeeuwsch genootschap der wetenschappen (2.15)
Een geschiedkundig verslag van alle Maatschappyen van nuttige kunsten en fraaije letteren, waar ook dezelven zich bevinden; en byzonder binnen dit Gemeenebest: - welk begeerd verslag in zich moet behelzen eene korte en naaukeurige opgaaf van derzelver oorsprong, aard, ouderdom, wetten, uitgegeevene verhandelingen, bekroonde prysvragen, tegenwoordige staat en Sekretarissen
- | uitgeschreven: 1792; ingetrokken: 1795 |
- | bron: Boekzaal 1792, I, p. 58; 1795, I, p. 277 |
Geraadpleegde literatuur
Opgenomen is alleen die secundaire literatuur die bruikbare informatie heeft opgeleverd over literaire genootschappen, en m.n. die literatuur die vruchtbaar is geweest voor de inventarisatie.
De lijst is in twee delen opgesplitst. Het eerste deel bevat algemene werken, het tweede deel bevat literatuur over specifieke genootschappen, geordend per genootschap.
A Algemene werken
A.J. van der Aa, Biografisch Woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op enigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt. Voortgezet door K.J.R. Harderwijk en Dr. G.D.J. Schotel. Haarlem z.j. [1844] |
Algemene konst- en letter-bode voor meer en min-geoefenden [... ]. Haarlem 1788-1800. |
R. Arrenberg, Naamregister van de bekendste en meest in gebruik zijnde Nederduitsche boeken, welke sedert het jaar 1600 tot het jaar 1761 zijn |
uitgekomen [...]. Voorheen uitgeg. door J.v. Abkoude. Nu overz., verb. en tot het jaar 1787 verm. 2e dr. Rotterdam 1788. |
Boeket voor Betje en Aagje. Van en over de schrijfsters Wolff en Deken. Amsterdam/Antwerpen 1954. |
Boekzaal: zie Maandelijksche uittreksels. |
J.H. Buursma, Nederlandse geleerde genootschappen opgericht in de 18e eeuw. Uithoorn 1978. Bibliografische bijdragen 7. |
P.J. Buijnsters, Hieronymus van Alphen (1746-1803). Assen 1973. |
P.J.A.M. Buijnsters, Tussen twee werelden; Rhijnvis Feith als dichter van ‘het Graf’. Assen 1963. |
Catalogus der bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Leiden 1887-1889. 3 dln. |
Noel Chomel, Algemeen, huishoudelijk- natuur- zedekundig- en konstwoordenboek. 2e dr. Geheel verb., en meer als de helft verm. door J.A. de Chalmot. Leyden 1778. 7 dln. |
Noel Chomel, Algemeen, huishoudelijk- natuur- zedekundig- en konstwoordenboek. Vervolg door J.A. de Chalmot. Campen 1786-1793. 9 dln. |
J.I. van Doorninck en A. de Kempenaer, Vermomde en naamloze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche Letteren. Amsterdam 1970. [reprint van: Leiden, 1883-1885] |
Jacob van Dijk, Nagelatene schriften. Amsterdam 1832-1834. 2 dln. Dl. I: Verhandeling over den oorsprong, voortgang en tegenwoordigen staat der Nederduitsche dichtkunst. |
Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder red. van F. Baur e.a., 's-Hertogenbosch enz., (1939-...). ... dln. Dl. 6 (1975): H.J. Vieu-Kuik en J. Smeyers, De letterkunde in de achttiende eeuw in Noord en Zuid. |
P. Haverkorn van Rijsewijk, De oude Rotterdamsche schouwburg. Rotterdam 1882. |
J. Hoeksma, Jacobus Bellamy. Amsterdam 1903. |
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen 1888-1892. 6 dln. |
G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen 1906-1912. 7 dln. |
N.G. van Kampen, Beknopte geschiedenis der letteren en wetenschappen in de Nederlanden, van de vroegste tijden af, tot op het begin der negentiende eeuw. Dl. 1, 's-Gravenhage 1821. Dl. 2, 's-Gravenhage 1822. Dl. 3, Delft 1826. |
G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. 5e geheel herz. dr. 's-Hertogenbosch 1970-1976. 4 dln. |
J. Kolkhuis Tanke, Een Nijmeegs dichter uit de 18e eeuw: dr. E.J.B. Schonck. Utrecht/Nijmegen 1963. |
Konst- en letter-bode: zie Algemene |
J. van Lennep, Het leven van mr. C. van Lennep en mr. D.J. van Lennep, beschreven en toegelicht uit hun gedichten en andere oorspronkelijke bescheiden en in verband met hun tijd beschouwd door -. Amsterdam 1865. 4 dln. |
Maandelijksche uittreksels of Boekzaal der geleerde waereld. Dl. 70 (1750) - dl. 173 (1800) |
W.W. Mijnhardt, ‘Veertig jaar cultuurbevordering: Teylers Stichting 1778-±1815.’ In: ‘Teyler’ 1778-1978. Studies en bijdragen over Teylers Stichting naar aanleiding van het tweede eeuwfeest. Haarlem/ Antwerpen 1978, p. 58-111. |
Naamlijst van Nederduitsche boeken, als mede van Fransche en Latijnsche werken, oratien, dissertatien, konstprenten, pourtraitten, landkaarten, enz. gedurende de jaaren 1790-1848 in ons vaderland uitgekomen. Amsteldam enz. 1794-1848. 12 dln. [Eerste uitg.: A.B. Saakes] |
Gt. Nieuwenhuis, Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen, voor den beschaafden stand en ten behoeven des gezelligen levens, |
onder medew. van een aantal vaderlandsche geleerden bijeenverz. Zutphen 1820-1828. 8 dln. |
J. Noordergraaf, ‘Pieter Weiland (1754-1842) en de dichtgenootschappen.’ In: Spiegel der letteren 20 (1978), p. 64-66. |
J.A. Nijland, Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786). Leiden 1917. 2 dln. |
M.C. Nijland, ‘Iets over onze geleerde en ook andere genootschappen in de 18e eeuw.’ In: De navorscher 83 (1934), p. 59-63. |
A.N. Paasman, Elisabeth Maria Post (1755-1812). Een bio- en bibliografisch onderzoek. Amsterdam 1973. Amsterdamse smaldelen nr. 2. |
G. Ploos van Amstel, Portret van een koopman en uitvinder: Cornelis Ploos van Amstel; maatschappelijk, cultureel en familieleven van een achttiende eeuwer. Assen 1980. |
J. Reyers, W.E. de Perponcher. Een bijdrage tot de kennis van zijn opvoedkundige, literair-aesthetische en maatschappelijke denkbeelden. Zutphen 1942. |
Saakes: zie Naamlijst. |
W.R. Veder, ‘Ontwerp van een lijst van Amsterdamsche Genootschappen in de 18e eeuw, met verwijzing naar bronnen van hun geschiedenis.’ In: Tweede jaarboek der vereeniging Amstelodamum. Amsterdam 1903. p. 121-138. |
G.J. Vis, Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Bijdrage tot een interpretatie van de voorredes bij zijn gedichten (1819-1821). Zwolle 1967. |
R.P.W. Visser, ‘De Nederlandse geleerde genootschappen in de achttiende eeuw.’ In: Documentatieblad werkgroep 18e eeuw 7 (1970), p. 7-18. |
J. de Vries, Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde. 2e dr. Amsterdam 1835-1836. 4 dln. |
W. Vrolik, ‘Revue des sociétés savantes de la Neêrlande.’ In: Versl. en mededel. der Kon. Ak. van Wetenschappen, afd. natuurkunde, dl. V, 1857. |
J. Wille, De literator R.M. van Goens en zijn kring. Studiën over de 18e eeuw. [2e verm. dr.] Zutphen 1937. |
J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem 1922-1927. 7 dln. |
P.G. Witsen Geysbeek, Biografisch, anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Amsterdam 1821-1827. 6 dln. |
B Literatuur over specifieke genootschappen
Bataviaasch genootschap (2.1)
P. Bleeker, Overzigt der geschiedenis van het Bataviaasch genootschap van kunsten en wetenschappen van 1778-1853. Batavia 1853. |
T.H. der Kinderen, Het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen gedurende de eerste eeuw van zijn bestaan 1778-1878. Gedenkboek. Dl. 1, Batavia 1878. |
H.A.M. Snelders, ‘Het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen in de periode 1778-1816.’ In: Documentatieblad werkgroep 18e eeuw 41-42 (1979), p. 62-90. |
Concordia et libertate (2.2)
P.C.H. van der Goor, ‘Van geleerde kezen en deugdbeminnende burgers.’ In: Maandblad Amstelodamum 63 (1976), p. 58-65. |
H.P.M. van de Horn van de Bos, ‘Het genootschap “Concordia et Libertate” te Amsterdam (1748-1806).’ In: Chemisch Weekblad 4 (1907), p. 579-586. |
Felix meritis (2.15)
J.F.L. de Balbian Verster, ‘Felix Meritis.’ In: Maandblad Amstelodamum 19 (1932), p. 26-31. |
J. ter Gast, ‘Felix Meritis - Gebouw en Maatschappij.’ In: Maandblad Amstelodamum 30 (1943), p. 33-38. |
J. de Ketelaar, ‘Nog iets uit het verleden van Felix Meritis.’ In: Maandblad Amstelodamum 19 (1932), p. 49-50. |
Genootschap tot beoefening van deugd en kunde (5.5)
J.H. van den Hoek Oostende, ‘Het Amsterdamsche genootschap tot beoefening van deugd en kunde’. In: Maandblad Amstelodamum 54 (1967) p. 33-38. |
Kunst wordt door arbeid verkreegen (1.14)
B. Thobokholt, Het taal- en dichtlievend genootschap ‘Kunst wordt door arbeid verkreegen’, 1766-1800. Doctoraalscriptie Instituut De Vooys, 1982. |
Kunstliefde spaart geen vlijt (1.15)
H.A. Höweler, ‘Uit de geschiedenis van het Haagsche dichtgenootschap “Kunstliefde spaart geen vlijt” 1772-1818.’ In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 56 (1937), p. 97-184. |
Laus deo, salus populo (1.16)
J.G. de Hoop Scheffer, ‘Korte Geschiedenis van het Kerkgezang onder de Doopsgezinden hier te lande; met Naamlijsten van de dichters der onderscheidene bundels, thans nog bij hen in gebruik.’ In: Doopsgezinde bijdragen 5 (1865), p. 67-95. |
Maatschappij der nederlandsche letterkunde (1.19)
P.J. Blok, ‘De geschiedenis van den oorsprong onzer Maatschappij.’ In: Handelingen en Mededelingen van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden, over het jaar 1895-1896. Leiden 1895-1896. |
P.J. Idenburg, ‘Uit de vroegste geschiedenis van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde.’ In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden 1947-1949. Leiden 1950. |
F.K.H. Kossmann, Opkomst en voortgang van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden. Geschiedenis van een initiatief. Leiden 1966. |
Oefening tot wetenschappen (5.14)
C. de Koning Cdz., Tafereel der stad Haarlem en derzelver geschiedenis van de vroegste tijden af tot op den tegenwoordigen toe. (Haarlem 1807-1808, 4 dln.) deel 3 p. 375-379. |
Prodesse conamur (2.7)
Th. N. Eijsink, Restauratie en revolutie in Arnhem [...]. Arnhem 1967. |
J.M. De Kempenaer, Redevoering over de beoefening der letteren en wetenschappen, de edelste bemoeijing voor den beschaafden mensch, gehouden bij gelegenheid der plegtige viering van het vijftigjarig bestaan van [...] ‘Prodesse Conamur’ te Arnhem [...] 1842. Arnhem 1842. |
A.J. van de Ven, ‘Het genootschap “Prodesse Conamur” te Arnhem, opgericht 1792.’ In: Bijdragen en mededeelingen Gelre [...] 41. Arnhem 1938, p. 154-196. |
A.J. van de Ven, ‘Gelderse Maatschappij voor Geschied- en Letterkunde onder de zinspreuk “Prodesse Conamur”.’ In: Gelderland [...] onder redactie van P.C. Heiser [...]. Lochem 1940. p. 598. |
Solus nemo satis sapit (6.19)
Feestgave ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Natuur- en Letterkundig genootschap ‘Solus Nemo Satis Sapit’ te Alkmaar. Alkmaar 1882. [Bevat alleen: J.J. de Gelder, De lotgevallen van het Natuur- en Letterkundig genootschap Solus Nemo Satis Sapit te Alkmaar van 1782 tot 1882.] |
Studium scientiarum genetrix (1.27)
A. de Jager, ‘Een belangrijke avond van het Rotterdamsche Dichtgenootschap.’ In: De tijdspiegel 1871 (1e deel), p. 392-406. |
Teylers tweede genootschap (2.11)
J.G. de Bruijn, ‘De prijsvragen van Teylers genootschappen in de 18e eeuw.’ In: Documentatieblad werkgroep 18e eeuw 13 (1971), p. 20-28. |
‘Teyler’ 1778-1978. Studies en bijdragen over Teylers Stichting naar |
aanleiding van het tweede eeuwfeest. Haarlem/Antwerpen 1978. |
Tot leerzaam vermaak (2.12)
I.H. van Eeghen, ‘Het genootschap “Tot leerzaam vermaak”.’ In: Maandblad Amstelodamum 47 (1960), p. 8-16. |
Verscheidenheid en overeenstemming (2.13)
Feestviering der maatschappij ‘Verscheidenheid en Overeenstemming’; ter gelegenheid van haar vijf-en-zeventig jarig bestaan 1835. Gedrukt voor de leden. Z.p. 1836.
J.A. Fruin, ‘Over de letterkundige en wetenschappelijke genootschappen der vorige eeuw; en meer in het bijzonder over het Genootschap Verscheidenheid en Overeenstemming te Rotterdam.’ [Openingsrede P.U.G. 1865.] In: Verslag van het verhandelde in de algemeene vergaaderingen van het Provinciaal Utrechtsche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. 1861-1866. |
J. Scharp, Inwijding der nieuw gebouwde gehoorzaal van het letterkundig genootschap Verscheidenheid en Overeenstemming te Rotterdam, op den tweeden van Louwmaand MDCCCVII [...], zijnde een Verhandeling over de letterkundige Maatschappijen in het algemeen en dit Genootschap in het bijzonder, door -. Rotterdam 1807. |
Summary
Literary societies in the Netherlands, 1748-1800
Although it is hardly open to doubt that literary societies (‘dichtgenootschappen’) played a prominant role in 18th century Dutch cultural life, up till now scholars have paid but scant attention to these clubs.
As a commencement an inventory is presented here of those Dutch literary societies that could be traced between 1748 and 1800, with their dates and localities. In addition to this one finds a list of miscellanies, edited by the societies, and finally a catalogue of the competitions they instituted.
- eind1
- J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, 2e dr., dl. V p. 516-537.
- voetnoot*
- Noten zie p. 26
- eind2
- H.A. Höweler, ‘Uit de geschiedenis van het Haagsche dichtgenootschap “Kunstliefde Spaart Geen Vlijt” 1772-1818’. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taalen letterkunde 56 (1937) p. 97-184.
- eind3
- R.P.W. Visser, ‘De Nederlandse geleerde genootschappen in de achttiende eeuw’. In: Documentatieblad Werkgroep 18e eeuw nr. 7 (1970) p. 7-18.
- eind4
- J.H. Buursma, Nederlandse geleerde genootschappen opgericht in de 18e eeuw. Uithoorn 1978. Bibliografische bijdragen 7.
- eind5
- J. van Lennep, Ferdinand Huyck, 19e hoofdstuk. Het gaat hier om een gezelschap van dichters van zeer gering allooi.
Interessant is in dit verband een geleding van genootschappen die Wolff en Deken geven in hun Brieven over verscheiden onderwerpen, ('s-Hage 1780-81) dl. II p. 112-113. De Hollandsche Maatschappij der wetenschappen wordt daar vergeleken met ‘de Staaten Lotery’, de geleerde genootschappen met loterijen ‘van Porcelein’, de dicht- en taalkundige genootschappen met loterijen ‘van Schrynwerkerswaren, van Lakwerk, van galanteryen, van allerhande snuisteryen’, en tenslotte zijn er de ‘Lik Collegies’ die te vergelijken zijn met loterijen ‘van schellings Koeken, taaije Koek, Biesjes, en Peperneuten’.
- eind6
- Over het geïnstitutionaliseerde karakter als kenmerk van een genootschap o.a. N. Chomel, Algemeen, huishoudelijk -, [...] en konstwoordenboek (Leyden 17782) dl. II i.v. genootschap, p. 845. Cf. bijv. ook het ‘Voorberigt’ van Mengelingen van het genootschap Vlijt is de voedster der wetenschappen, waarin gezegd wordt dat het oorspronkelijk een vriendenkring betrof, die met de invoering van wetten ‘eigenlijk eerst den vorm van een Genootschap verkreeg’.
- eind7
- Van een dergelijke ontstaansgeschiedenis wordt melding gemaakt in de werken van onder meer Kunst wordt door arbeid verkreegen, Hierna volmaakter, Vlijt is de voedster der wetenschappen, Dulces ante omnia musae, Studium scientiarum genetrix.
- eind8
- Overigens blijkt de organisatievorm geen hermetisch criterium te zijn: In de werken van Diligentiae omnia, Hier na volmaakter en Volmaakter door den tijd wordt vermeld dat men strikte reglementering afwijst. Omdat zij zichzelf niettemin als genootschap aanduiden, zijn ze toch opgenomen.
- eind9
- Over leesgezelschappen en de activiteiten daarvan: P.J. Buijnsters, ‘Lesegesellschaften in den Niederlanden’. In: Otto Dann (hrsg.), Lesegesellschaften und bürgerliche Emanzipation. Ein europäischer Vergleich (München 1981) p. 143-158.
- eind10
- Volgens H.H. Zwager, Nederland en de Verlichting (Haarlem 19802) p. 110 werd de term ‘maatschappij’ meestal gereserveerd voor genootschappen die of plaatselijke afdelingen hadden buiten de stad van oprichting, of die verschillende afdelingen bezaten die naast elkaar aparte doelstellingen nastreefden. Wij hebben beide begrippen evenwel ook als volstrekt synoniem gevonden, bijv. bij Chomel t.a.p. (zie noot 6).
- eind11
- In zijn ‘Veertig jaar cultuurbevordering’ (p. 67) stelt Mijnhardt dat in Nederland de literaire genootschappen eerder, en vanuit een andere traditie, tot bloei zijn gekomen dan de andersoortige genootschappen. In zijn recente ‘Het Nederlandse genootschap’ nuanceert hij deze zienswijze in zoverre, dat hij daar de institutionalisering van de literaire genootschappen als kenmerkend voor de tweede helft van de achttiende eeuw ziet; wat betreft deze institutionalisering staan ze dan wél in dezelfde traditie als de overige genootschappen. (W.W. Mijnhardt, ‘Veertig jaar cultuurbevordering: Teylers Stichting 1778-±1815’. In: ‘Teyler’ 1778-1978. Studies en bijdragen over Teylers Stichting naar aanleiding van het tweede eeuwfeest (Haarlem/Antwerpen 1978) p. 57-111. W.W. Mijnhardt, ‘Het Nederlandse genootschap in de 18e en vroege 19e eeuw’. Te verschijnen in: De negentiende eeuw, in 1983.)
- eind12
- J. Lublink de jonge, ‘Over het vergelijken van de oude en de hedendaagsche dichters’ (In: Algemeen magazijn van wetenschap, konst en smaak I (1785), 2 p. 867.)
- eind13
- In 1785 werd de in verval geraakte rederijkerskamer De goudsbloemen te Gouda gereactiveerd als dichtgenootschap. In ieder geval tot het midden van de 18e eeuw gaven in Haarlem de rederijkerskamers In liefde getrouw, Liefde boven al en Trouw moet blijken nog tekenen van leven.
- eind14
- De belangrijkste geraadpleegde literatuur is te vinden in de bij dit artikel opgenomen literatuurlijst.
- eind15
- Een onderzoek van Thobokholt in de handschriftencatalogus van de Universiteitsbibliotheek van Leiden en in het gemeentearchief aldaar bracht nog waardevolle aanvullingen, in het bijzonder met betrekking tot Kunst wordt door arbeid verkreegen. Deze zijn in de documentatie verwerkt. (B. Thobokholt, Het taal- en dichtlievend genootschap ‘Kunst wordt door arbeid verkreegen’, 1766-1800. Doctoraalscriptie Instituut De Vooys, 1982.)
Ook danken we enkele aanvullingen en correcties aan drs. W.W. Mijnhardt, die zo vriendelijk was een kritisch oog te laten gaan over de kopij van dit artikel.
- eind16
- Bijv. door J. van Dijk, Verhandeling over den oorsprong, voortgang en tegenwoordigen staat der Nederduitsche dichtkunst (Nagelatene schriften, Amsterdam 1832-1834, dl. I) p. 203. (Deze verhandeling dateert uit ca. 1792.)