| |
| |
| |
Mededelingen, congressen, nieuwe uitgaven
Mededelingen
Achttiende-eeuwse genootschappen
Sedert september 1980 bestudeert een zestal onderzoekers uit verschillende disciplines het genootschapsleven in de Noordelijke Nederlanden in de 18e eeuw onder de naam Studiegroep achttiende-eeuwse genootschappen. De deelnemers zijn dr. W. van den Berg (Instituut v. Vergelijkende Literatuurwetenschap, Utrecht), drs. P. Knolle (Kunsthistorisch Instituut, Utrecht), drs. W.W. Mijnhardt (Instituut voor Geschiedenis, Utrecht), drs. H. Reitsma (Subfaculteit Geschiedenis, V.U. Amsterdam), drs. J. v.d. Starre (Leiden) en drs. R. Visser (Biohistorisch Instituut, Utrecht). Als eerste onderzoeksgebied is gekozen voor Den Haag. De verschillende 18de- en begin 19de-eeuwse genootschappen in deze stad zullen in samenhang worden bestudeerd. Dit multidisciplinaire onderzoek zal resulteren in een aantal publikaties. Contactpersoon is drs. R. Visser, Biohistorisch Instituut, Nieuwe Gracht 187, 3512 LM Utrecht.
| |
Doopsgezinden in Haarlem
A.D. de Jonge, Prins Bernhardkade 11, 3051 AH Rotterdam, bereidt een dissertatie voor aan de Rijksuniversiteit Leiden over de rol die de doopsgezinden hebben gespeeld in Haarlem gedurende de periode ± 1780-1803.
De dissertatie zal voornamelijk prosopografisch zijn en zich richten op die personen die een initiërende of actieve rol hebben gespeeld in het politieke, culturele of maatschappelijke leven. De heer De Jonge zou graag in contact willen treden met leden van de werkgroep of anderen die zich bezighouden met verwante onderwerpen.
| |
Nieuwe uitgaven
Dagverhaal van de Nationale Vergadering 1796-1798
Het Nederlands Centrum voor Rechtshistorische Documentatie, Oudezijds Achterburgwal 217 te Amsterdam, heeft de eerste 9 dln. (circa 7500 pp.) van bovengenoemd Dagverhaal op microfiche uitgegeven; prijs per set f 240,-; te bestellen bij het NCRD. Ter toelichting op dit project verscheen bij dezelfde instelling een door mr. A.M.M.M. van Zeijl geschreven brochure: ‘Toegang tot het Dagverhaal van de Nationale Vergadering 1796-1798’, Amsterdam 1979. 24 pp.; prijs: f 6,-.
| |
J.G. Müller von Itzehoe (1743-1828)
Deze Duitse romanschrijver-boekhandelaar-uitgever, een typische Verlichtingsfiguur, leek tot voor kort vrijwel vergeten. Alleen zijn bekendste, komische roman Siegfried von Lindenberg (Hamburg 1779) werd van tijd tot tijd nog herdrukt, het laatst in de reeks Die bibliophilen Taschenbücher, nr. 54a (Dortmund 1978). Deze aardige reprint is mede het werk van dr. Alexander Ritter uit Itzehoe, dezelfde dank zij wiens inspanningen thans in Duitsland een klein J.G. Müller-revival op gang is gekomen. Eerste vrucht daarvan is een verzamelbundel J.G. Müller von Itzehoe und die deutsche Spätaufklärung. Herausgeg. von Alexander Ritter. Westholsteinische
| |
| |
Verlagsanstalt Boyens & Co. Heide in Holstein. 306 pp., geïllustreerd (prijs circa 25 DM); met bijdragen van o.a. Alexander Ritter, Dieter Kimpel, Friedrich Priewe, Wolfgang Reschke. Het boek bevat ook een bio-bibliografie van J.G. Müller, die voor Nederland bijzonder belang heeft als intermediair. Hij heeft namelijk de romans van Betje Wolff en Aagje Deken in het Duits vertaald, Sara Burgerhart onder de titel Sara Reinert. Anderzijds zijn zijn eigen romans ook in het Nederlands vertaald.
Inmiddels is al een tweede deel met studies over J.G. Müller von Itzehoe in het vooruitzicht gesteld, bij dezelfde uitgever en in dezelfde reeks ‘Steinburger Studien’.
| |
Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798)
Wie zich met het kunst- en verzamelwezen in Nederland gedurende de 18e eeuw bezighoudt, ontmoet telkens de naam van Cornelis Ploos van Amstel: als verzamelaar, kunsttheoreticus, directeur van de Amsterdamse tekenacademie, stimulator van de beeldende kunst in wijde zin, ‘uitvinder’ van een nieuw procédé om tekeningen in facsimile te reproduceren en in verband daarmee ook als uitgever. Deze opsomming is allerminst compleet. Nergens vond men echter een betrouwbaar verslag van Ploos' veelsoortige activiteiten. In 1976 organiseerde het Rijksprentenkabinet een kleine maar interessante Ploos van Amstel-tentoonstelling. Intussen was ook een grote monografie over de man aangekondigd, waarvan de publikatie telkens werd verschoven. Het geduld van de liefhebbers is nu beloond door de uitgave van liefst twee boeken tegelijk en bij dezelfde uitgever, Van Gorcum te Assen. Het betreft hier:
- | Th. Laurentius, J.W. Niemeijer en G. Ploos van Amstel; Cornelis Ploos van Amstel, kunstverzamelaar en prentuitgever, Assen 1980, 392 pp. gebonden, met 5 pp. kleurenillustraties en 150 zwart/wit illustraties; prijs f 135,-. |
- | G. Ploos van Amstel, Portret van een koopman en uitvinder. Cornelis Ploos van Amstel, maatschappelijk, cultureel en familieleven van een achttiende-eeuwer; Assen 1980, 204 pp. met 2 vierkleurenplaten en 50 zwart/wit illustraties; gebonden; prijs f 62,50. |
Een zuinig mens zal zich misschien afvragen, waarom de aanvankelijk als één geheel geconcipieerde monografie tenslotte als tweeling het licht heeft gezien. Overlappingen waren immers niet helemaal te vermijden. In elk geval dringt zich een vergelijking op tussen beide boeken. In het werk van de nazaat valt de volle nadruk op het genealogische en archivalische aspect, terwijl het boek van Laurentius c.s. in kunsthistorisch opzicht het meest te bieden heeft. Overigens bevat dit boek - anders dan de titel laat vermoeden - ook nog belangwekkende bijdragen van diverse specialisten zoals mevr. G. van der Meer (munten en penningen), A.F. Gogelein (wetenschappelijke instrumenten) en H. de la Fontaine Verwey (boeken en handschriften). Daarentegen is het aandeel van Jhr. G. Ploos van Amstel, die wèl op het titelblad wordt genoemd, hier minimaal.
Het heeft weinig zin ook maar te trachten om in detail een beschrijving te geven van de rijke inhoud van beide boekwerken. Wel vestig ik graag de aandacht op de oeuvrecatalogus van het grafisch werk van Ploos door de heer Th. Laurentius, gerenommeerd prentenantiquaar te Zaltbommel. Aan dr. J.W. Niemeijer, directeur van het Rijksprentenkabinet, danken we een voorzichtig geformuleerde beschouwing van de uitvoerend kunstenaar die Ploos mede was.
Merkwaardig genoeg ontbreekt een bijdrage over Ploos' rol als kunsttheoreticus, een aspect waar geen der auteurs zich voldoende competent toe achtte blijkens het voorwoord van de verzamelbundel. Loffelijke bescheidenheid, maar wie zal dit werk dan doen en waar? Een derde Ploos van Amstel-boek zal commercieel voorlopig wel onmogelijk zijn. Zo blijft er bij alle voldoening toch nog een levensgrote wens over.
P.J. Buijnsters
| |
Tentoonstelling(scatalogus) Jan de Beijer (1703-1780)
Guido de Werd, de actieve directeur van stadsmuseum Haus Koekkoek te Kleef, heeft opnieuw een bijzondere tentoonstelling ingericht, ditmaal over de Duits-Nederlandse topografische tekenaar Jan de Beijer. Deze expositie was van 4 oktober tot 30 november 1980 te zien in
| |
| |
het museum. Een schitterende catalogus van 268 pp. met vele afb., waaronder in kleur, (Duitse of Nederlandse tekst), bewaart de herinnering aan het tentoongestelde.
| |
Gerard (1746-1822) en Cornelis (1756-1839) van Spaendonck, twee Brabantse bloemenschilders
Waar het werk van Jan de Beijer al eens eerder ten dele in kaart was gebracht, kon men over de 18e-eeuwse Tilburgse schilders Van Spaendonck tot voor kort vrijwel geen overzichtstudie vinden. In die leemte voorziet de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum op de overgang van 1980/1981. De directrice van bedoeld Museum, Margriet van Boven, en de kunsthistoricus-botanicus Sam Segal, stelden samen een onwaarschijnlijk fraaie catalogus samen, die werd uitgegeven door uitgeverij Gary Schwartz te Maarssen (folio formaat, 222 pp.; rijk geïllustreerd in kleurendruk; prijs f 35,-). Cornelis bleef min of meer in de schaduw van zijn begaafdere broer, die eerst aan het hof van Lodewijk XVI en later als directeur van de Jardin des Plantes te Parijs alle politieke stormen overleefde. ‘Nederland herontdekt twee van zijn beste schilders’ juicht de flaptekst van de catalogus. Zeker is dat ook onze 18e-eeuwse kunstgeschiedenis stukje bij beetje haar coryfeeën gaat (her)ontdekken.
| |
Uitgever Johannes Allart
Drs. A.J.M. Broos te Sheffield meldt ons, dat van zijn hand verschenen is een Lijst van boeken en plaatwerken uitgegeven door of in samenwerking met Johannes Allart. De Boekzaal Amsterdam, 1979. 64 pp.; prijs f 8,50. Deze bibliografie beslaat de periode 1773-1818, toen Allart te Amsterdam een van onze belangrijkste boekverkopers was, en omvat ruim 700 titels.
| |
R.C. van Goens
Martin Nieboer, J. Catsstraat 57, 9716 GB Groningen (tel. 050-710844), heeft voor belangstellenden een (beperkt) aantal exemplaren van zijn doctoraal scriptie De Landman, Rechter - een patriottisch toneelspel uit de achttiende eeuw (auteur: R.C. van Goens) laten inbinden. Kostprijs f 18,50, inclusief f4,50 porto.
Hoofdstuk 2 handelt over de persoonlijke, sociale, politieke en culturele achtergronden van Van Goens (betrokken bij het Utrechtse gezelschap Ex Gaudio Virtus, in 1798 in de directie van de Amsterdamse schouwburg).
| |
Fielding en Hogarth
Zoveel als er geschreven is over de relatie Richardson-Nederland en Sterne-Nederland, zo weinig aandacht is tot dusver geschonken aan de invloed van Henry Fielding op de Nederlandse literatuur. Dit terwijl het aantal studies over laatstgenoemde Engelse auteur van een steeds toenemende waardering getuigt. Op biografisch gebied blijven er nog veel vragen over, ook na Pat Rogers' Henry Fielding, a Biography (Londen 1979), hoofdzakelijk wegens het gebrek aan documenten (correspondentie met name). In het Documentatieblad Werkgroep 18e Eeuw, nr. 43 (juni 1979) publiceerde P.J. de Voogd een kort artikel over Pieter Le Clercq's Tom Jones-vertaling. Dezelfde auteur promoveerde onlangs op een proefschrift, getiteld Henry Fielding and William Hogarth; The Correspondences of the Arts (Amsterdam, Rodopi, 1981; prijs f 40,-). Schrijver onderzoekt daarin de dikwijls veronderstelde wederzijdse beïnvloeding van Fielding en de schilder Hogarth om tot de conclusie te komen, dat er vooralsnog geen grond bestaat voor zulke suppositie. Lijkt dit op het eerste oog een tamelijk negatief resultaat, dan is de winst in elk geval een scherper beeld van beider kunstprincipes.
| |
Leesgezelschappen in de 18e eeuw
Bij uitgeverij C.H. Beek te München verscheen in 1981 onder redactie van prof. Otto Dann uit Keulen de bundel Lesegesellschaften und bürgerliche Emanzipation. Ein europaïscher Vergleich (279 pp.; prijs circa f 40,-). Dit boek bevat de resultaten van een colloquium dat najaar 1978 in de Herzog-August Bibliothek te Wolfenbüttel gehouden werd. Men vindt er bijdragen over Duitse (Marlies Prüsener), Engelse (Kay Flavell), Franse (Daniel Roche) en Oosteuropese leesgezelschappen. Daarnaast nog enkele thematische bijdragen, o.a. van Wolfgang Martens over spectatoriale tijd- | |
| |
schriften. Er zijn twee Nederlandse bijdragen: Henk Reitsma handelt over ‘Lesegesellschaften und bürgerliche Revolution in Amsterdam’, terwijl P.J. Buijnsters de niet-politieke ‘Lesegesellschaften in den Niederlanden’ aan de orde stelt. De bibliografische bijlage aan het slot vertoont veel lacunes.
| |
Populair proza uit de 17e en 18e eeuw
Twee recente uitgaven op dit gebied, allebei verschenen bij uitgeverij HES te Utrecht, vormen een indicatie voor de (her)ontdekking van een lang verwaarloosd onderzoeksgebied. Bij de jaarwisseling 1980/'81 verscheen van P.J. Buijnsters, Levens van beruchte Personen, met als ondertitel ‘Over de criminele biografie in Nederland gedurende de 18e eeuw’ (46 pp., met bibliografie; prijs f 20,-). Enkele maanden later volgde een reprint van vier befaamde catalogi op het gebied van het zogenaamde populaire proza, te weten de magazijn-catalogi van Frederik Muller & Cie (1893) en R.W.P. de Vries (1907) en de veilingcatalogi van J.F.M. Scheepers (1947 en 1949). Dankzij een uitvoerig register door H.W. de Koker zijn deze catalogi nu pas goed en snel te raadplegen. Het geheel (prijs gebonden: f 85,-) wordt ingeleid door een onderzoeksbericht over ‘De (her)ontdekking van het populaire proza uit de 17e en 18e eeuw’. Met opzet staat boven deze aankondiging niet: Nederlands populair proza. Het is immers opvallend hoeveel van de hier beschreven titels vertalingen zijn uit het Frans, Duits of Engels. Dat geldt in iets mindere mate ook voor de 18e-eeuwse schurkenlevens. Stof voor comparatisten!
| |
Gelderse Plooierijen
Als (eerste) aanvulling op de dissertatie van mevr. A.H. Wertheim-Gijse Weenink over Democratische bewegingen in Gelderland 1672-1795 (Amsterdam 1973) verscheen van de hand van J.C. Vrielink een artikel, getiteld ‘Harderwijk in de Gelderse Plooieren 1702-1707’. Het lange opstel (46 pp.) vult een hele aflevering (jrg. 8, nr. 1-2) van het tijdschrift Herderewich Kroniek, een uitgave van de oudheidkundige vereniging Herderewich (redactie-adres: postbus 61, 3840 AB Harderwijk).
| |
Hollandsche Scheikundigen
De Nederlandse scheikundigen hebben een belangrijke rol gespeeld bij de acceptatie van de nieuwe scheikunde van de Fransman Lavoisier. Van bijzonder belang daarbij was het Gezelschap der Hollandsche Scheikundigen. Dit gezelschap was een informeel samenwerkingsverband waaraan werd deelgenomen door A. Paets van Troostwijk, J.R. Deiman, P. Nieuwland, N. Bondt, A. Lauwerenburg en G. Vrolik en datvan ±1790 tot ±1802 heeft gefunctioneerd.
Van de hand van H.A.M. Snelders verscheen onlangs een geschiedenis van de activiteiten van het gezelschap: Het Gezelschap der Hollandsche Scheikundigen. Amsterdamse chemici uit het einde van de achttiende eeuw. Amsterdam, Rodopi, 1980, 111 p., 16 ill., prijs f20,-.
| |
Een wegbereider van de Nederlandse Verlichting
Na Pieter Rabus en De Boekzaal van Europe (1974) is uit het Nijmeegse Instituut voor Intellectuele Betrekkingen onlangs een tweede publikatie over deze Rotterdamse notaris en praeceptor aan de Latijnse school voortgekomen, nl. de dissertatie van J. de Vet getiteld Pieter Rabus (1660-1702). Een wegbereider van de Noordnederlandse Verlichting (Amsterdam, APA-Holland University Press, 1980 xv + 449 p. Prijs f 78,-).
De Vets studie bestaat uit twee delen. Allereerst geeft hij een schets van Rabus' geestelijke fysionomie. Daarbij besteedt hij o.a. aandacht aan diens standpunt in het debat over de tolerantie en in de ‘querelle des anciens et des modernes’, aan Rabus' oordeel over het gezag van de bijbel en bovenal aan zijn kritiek op allerhande vormen van bijgeloof en vooroordelen.
In het tweede deel gaat de Vet nader in op dit laatste aspect, karaktersitiek voor de Verlichting in het algemeen en voor Rabus in het bijzonder. Uitvoerig zet hij uiteen hoe Rabus reageerde op het werk van Pierre Bayle, Antoni van Dale en Balthasar Bekker, drie gerenommeerde strijders tegen het obscurantisme, en op welke wijze hij de lezers van de Boekzaal over hun opvattingen voorlichtte. In de combinatie van strijd tegen het bijgeloof en het streven daar
| |
| |
een grotere bekendheid aan te geven ziet de Vet Rabus' verlichte gezindheid voornamelijk tot uitdrukking gebracht.
| |
Facsimile-edities der Lage Landen (Fell)
Vanuit de Werkgemeenschap Letterkunde van ca. 1550 - ca. 1800 (een van de werkgemeenschappen van de Stichting Literatuurwetenschap) heeft zich via een discussiegroep over teksteditie een redactie gevormd die een serie facsimile-edities zal begeleiden. De serie, met als titel FACSIMILE-EDITIES DER LAGE LANDEN, afgekort tot FELL, zal verschijnen bij uitgeverij Merlijn in Middelburg. Er wordt naar gestreefd om twee delen per jaar uit te brengen.
De redactie van FELL is van mening dat te veel teksten uit het verleden slecht bereikbaar zijn. Ze zijn slechts op bepaalde uren in bepaalde bibliotheken ter inzage. Van sommige teksten zijn niet meer dan enkele exemplaren in openbaar bezit aanwezig.
Het editeren van teksten met uitvoerige cultuur-historische inleiding en taalkundig commentaar is een tijdrovende bezigheid.
De redactie meent dat teksteditie en commentaar heel goed gescheiden kunnen worden. Na bestudering van de tekstgeschiedenis kan een verantwoorde facsimile-editie vervaardigd worden; de exegese kan afzonderlijk verschijnen in de vorm van tijdschriftartikelen of monografieën.
De redactie streeft ernaar teksten te editeren die slecht bereikbaar, resp. zeldzaam zijn, of teksten die - ten onrechte - onbekend zijn, of teksten waarvan alleen sterk verouderde edities bestaan. Getracht zal worden om de teksten te spreiden over de periode ca. 1550 - ca. 1800 en over de verschillende ‘genres’. Ieder deel in de serie bevat een korte verantwoording van de keuze van de tekst, van de druk en van het gefacsimileerde exemplaar. Eventuele varianten uit andere exemplaren worden aangegeven. Het voorwerk besluit met een selectie uit de secundaire literatuur betreffende de tekst en de auteur.
Het nawerk bevat zoveel indices als nodig zijn om de geëditeerde tekst goed toegankelijk te maken. Al naar gelang de aard van de tekst kunnen indices verwacht worden op persoonsnamen, titels van hoofdstukken of gedichten, beginregels van gedichten, illustraties, wijsaanduidingen e.d.
Ieder deel wordt voorzien van een regelnummering in de marge en van een doorlopende paginering die zowel voorwerk, gefacsimileerde tekst als nawerk omvat.
Als eerste deel in de serie zal omstreeks juni 1981 verschijnen de Zeevsche Nachtegael, uiteraard vergezeld van A. vande Vennes Tafereel van Sinne-Mal (1623). De editie wordt verzorgd door P.J. Meertens en P.J. Verkruijsse.
In voorbereiding zijn de volgende delen:
* | Joan van Heemskerck. Inleijdinghe tot het ontwerp van een Batavische Arcadia. Amsterdam 1637. |
* | Cieraet der vrouwen. Een lustelijck tractaetken (...) om sonder moeite of groote cost alle perfectien ende volmaectheyt des lichaems te vercrijghen (1566). |
* | De Post van den Helicon. (Met bijdragen van J. Kinker, W. Bilderdijk e.a.) 1788-1789. |
De redactie bestaat uit K.J.S. Bostoen (Rijksuniversiteit Leiden), A.J. Hanou (Universiteit van Amsterdam), H.M. Hermkens (Kath. Leergangen Tilburg), H. Koeman (Vrije Universiteit Amsterdam), J.A. van Leuvensteijn (Vrije Universiteit Amsterdam), P.J. Verkruijsse (Universiteit van Amsterdam) en P.E.L. Verkuyl (Rijksuniversiteit Groningen). Het contactadres van de redactie is: Insituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam, Herengracht 330-336, 1016 CE Amsterdam. Op dit adres worden ook gaarne beargumenteerde voorstellen ingewacht voor delen in de serie.
| |
Catalogus Nederlandstalig populair proza
Als Publikatie van het Instituut voor Neerlandistiek (Universiteit van Amsterdam), nr. 4 is verschenen: SHORT-TITLE CATALOGUS VAN NEDERLANDSTALIG POPULAIR PROZA 1670-1830 (IN HET BIJZONDER: ROMANS) aanwezig in fotokopie of op microfilm op het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam of in origineel aanwezig in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Samengesteld door de Roman- | |
| |
werkgroep afdeling Verlichting. VIII + 248 p.
De catalogus geeft slechts short-titles van oorspronkelijk Nederlandstalige fictionele werken, maar biedt ten opzichte van bestaande catalogi, zoals die van Buisman, het voordeel dat van de genoemde titels vindplaatsen van exemplaren vermeld staan. De catalogus is chronologisch ingericht. De toegankelijkheid van het materiaal wordt vergroot door registers.
De catalogus wordt toegezonden na betaling van f 25,- op postgironr. 5032232, t.n.v. Instituut voor Neerlandistiek, Amsterdam, onder vermelding van nr. 4 Catalogus.
|
|