Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw. Jaargang 1975
(1975)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[Nr. 26]I. Aert Schouman in KasselOnlangs kwam bij een particuliere verzamelaar, de heer A.A. de Zeeuw, arts te Bennebroek, een tweetal kleine aquarellen tevoorschijn, die van documentaire betekenis zijn voor het leven en werk van de Dordrechtse kunstenaar Aert Schouman (1710-1792). Ze werden op het Rijksprentenkabinet getoond als twee anonieme tekeningen, maar zijn m.i. ongetwijfeld van Schouman's hand. Behalve stylistische overeenkomst met de van hem bekende aquarellen is er ook gelijkenis met zijn handschrift in de annotaties. Het zijn ook die annotaties, die ons verder houvast geven. De ene aquarel (140 × 198 mm), die een wijd panorama laat zien, draagt op de achterzijde het opschrift: ‘dit heb ik geteekend uyt het Logiment 't witte hert te / Winsor 1765’ (in potlood; het jaartal lijkt oorspronkelijk 1766 te zijn geweest). Onderaan is er dan nog het onleesbaar restant van een afgeknipte tekst in inkt. Een gelijksoortig opschrift was ons van Schouman al bekend uit een gesigneerde aquarel (172 × 228 mm), die op 4-7 maart 1930 als nr. 862 te Amsterdam geveild werd, maar waarvan de huidige verblijfplaats mij onbekend is: ‘Gezigt uyt het Logiment Het Witte Hert te Windsor, 1766’. Deze aquarel werd toen tezamen met een andere verkocht, die weergaf de ‘Buytenplaats van d'Heer Berens buyte Londe by Enfeld 1775’Ga naar eindnoot1) Beide zijn de bevestiging van wat al door Van Gool (1751) verteld wordt, nl. dat Schouman tweemaal een reis naar Engeland heeft gemaakt. Het andere aquarelletje uit dit privébezit laat een open plek tussen gebouwen zien, waar mensen bezig zijn met het bewerken van grote steenblokken. Het is achterop (in inkt over potlood) geannoteerd: ‘de steenhouwery van de Landgraaf te Kassel. een gesigt uyt ons Logement te zien / de swarte arent in de nuwe stat. 1753’. Dit is nieuw. Van een Duitse reis door Schouman was tot dusverre niets bekend. Men nam aan dat hij behalve zijn Engelse reizen in het buitenland slechts Brussel bezocht, en in de catalogus van de Schoumantentoonstelling, die in 1960 te Dordrecht werd gehouden, wijst L.J. Bol juist op de geringe reislust van de schilder. Ook zijn eigen notitieboekjes, bewaard in het Museum van Gijn te Dordrecht, en waarvan er één loopt tot november 1753, vertellen niets over deze reis naar Duitsland. De Landgraaf waarvan in het opschrift op de aquarel sprake is, was Willem VIII van Hessen-Kassel (1682-1760), sedert 1751 aan het bewind. Als gouverneur van Breda en Maastricht kende hij Holland uit eigen aanschouwing en hij onderhield zeer regelmatige contacten met vooral Haagse verzamelaars, schilders en kunsthandelaren, waarvan er vele hun diensten verleenden bij de vorming van de beroemde Kasseler Gemäldegalerie. Eén van hen, Philip van Dijk (1680-1753) werd op grond daarvan tot hofschilder benoemd, en portretteerde de Landgraaf in 1726 en 1736. | |
[pagina 4]
| |
Juist in het jaar van Schouman's aquarel, 1753, was Philip van Dijk echter overleden (op 3 februari). Kan Schouman, dertig jaar jonger dan Van Dijk, gesolliciteerd hebben naar de opengevallen plaats en met dat oogmerk naar Kassel zijn gereisd? Uit hetzelfde jaar 1753 is ook een door hem getekend portret van Wilhelm VIII bekend (Rijksprentenkabinet, inv.nr. 1898 A 3995), dat dus, naar wij nu kunnen aannemen, ook heel goed in diens Kasseler residentie kan zijn ontstaan. De herberg waar Schouman logeerde - blijkens de inscriptie met een reisgenoot - was ‘Der Schwarze Adler’. Het Stadtarchiv te Kassel wist mede te delen, dat dit een der graagbezochte gelegenheden in de residentie was. Hoe lang Schouman's verblijf daar heeft geduurd is niet bekend. Maar er is uit het jaar 1753 zoveel Hollands werk van hem bekend, dat hij vermoedelijk toch maar kort buitenslands is geweest.
J.W. Niemeijer |
|