Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 158(2013)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] In dit Siberië Erik Spinoy Je hebt het zelf gezocht Bij nacht en maan en ijzel dwalend door de natte bossen ziet hij toch niet één wild zwijn. Des biches, met van die warme notenbruine ogen, of des renards, een enkele vos. Hij speurt en speurt en speurt, maar ziet helaas niet één wild zwijn. IJsblauw zoals de marmeren ogen zijn van Liesbeth Homans, ijsblauw - en dat is weer zoals een onder een onmenselijke druk gezette eeuwenoude gletsjerbult. (Uit een doorgaans zeer goed ingelichte bron:) ‘Het zal hier weer gaan stuiven.’ [pagina 94] [p. 94] Een speling van het lot Eerst maak ik dus een powerpoint, ik maak er nog een en dan ook nog een derde. De achtergrondkleur is, zo wijzen onderzoekingen uit, niet zonder een verband met windsnelheid en vederlichte mist, aantal graden, mist die aanvriest, enzovoorts. Het is geen weer om er een Megan Fox door te jagen. Deze schone van Franse, Ierse en Indiaanse afkomst buigt zich nu al jaren over de problemen der migratie en de nikab. Nu stemt ze, woedend en bijzonder nukkig, met de twee bevallige voeten. [pagina 95] [p. 95] Ik doe alles zelf Veertig ogen grazen op een scherm gevuld met software voor vernuftiger lezen met ter rechterzij een wild katoenig lijkenbleek gedwarrel. Nooit was het stiller, warmte droogt het keelgat uit en al het sap en alle Chaudfontaines zijn alweer uren op. Stookolie! Omdat die rommel bij min twintig stijf gaat staan als was of paraffine valt in dit Siberië de verwarming uit. De kou slaat op de deur en walst de living in en alle mensen hurken in een hoek en vallen vredig dan in slaap. Truste! [pagina 96] [p. 96] #veganisme Gewoonlijk kauw ik zacht op ze (alexandrijntjes), uitgenomen in de maanden met een r. Waar liet ik weer mijn digitale klasdagboek? Ik zwijg. Ik zwijg. Ik zwijg. (Heel ritmisch, en precies daarom: een enkele antimetrie, hier aan het eind.) Potlood en een kogelpen, alleen papier ontbreekt. Wat is dat duckling-geel, de aller- allereerste krokus van het jaar misschien? Drie lange winterweken nog, dan ga ik lijdzaam maar ook hoopvol onder het mes, nou ja: de laser om precies te zijn. [pagina 97] [p. 97] [pagina 98] [p. 98] [pagina 99] [p. 99] [pagina 100] [p. 100] [pagina 101] [p. 101] [pagina 102] [p. 102] [pagina 103] [p. 103] Zie ik je nog? Weer breekt een ijsberg weg met een gekraak dat oor-ver-do-vend pijnlijk is, dus met een tergend traag gekraak. Weer, opnieuw, alweer, weeral (niet-algemeen): daar is opeens herhalingsdwang. Hier is die dwang dus. Is hij dus andermaal. November en de tijgerkat neemt weer in omvang toe. Waar deze al te magere man half op de tuinbank lag: wat late zon op zijnen baard. De buxus had hij tot volmaakte groene biljartbal gesnoeid. Dat irritante zwijgen keert, onstuitbaar, telkens terug. Vorige Volgende