Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 157(2012)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 443] [p. 443] Gedichten Tom van de Voorde Onnatuurlijke vijanden Een plan in de vorm van een plattegrond van het Kremlin * Een bijna drijvend eiland, een meeuw die dat bevestigt en heel veel staal * Strafpleiters tegen toevallig fatsoen * Iets als de enige waarheid die een natie bezingt en gezond houdt * Duizenden kabels of een kapotte boodschappentas * Boven de daken tellen speurders kranten, soldaten kloppend tegen raamtextiel [pagina 444] [p. 444] * voorlichters, voorzichtig * In de palm van mijn hand een lijst die landen opsomt waar het al licht is * en verdoezelde burgers die zingen, willens nillens * worden blootgesteld * en dit, en dit, en dit [pagina 445] [p. 445] Feiten om een blinde drift We beleven een reactionair moment, bundelen krachten en kijken naar drijvende cirkels, rechtop zittende doden in ovens vol deinende zwam. Een weinig lawaai of mimiek, kindermuziek. Gisteren verdampt me een zorg. Wachters verjagen fazanten, verslaan een brij boomstammen en de jacht op albinisme. Een nieuw lijk, een sierlijke vlaag van wantrouwen en wind. Onderhand luisteren we naar een zeldzame woordvoerder, voor vallende huid op de vlucht. [pagina 446] [p. 446] Een goudzoeker legt me uit waaraan je een trap herkent, spelt me de naam van een bergdorp, in de vorige eeuw nog vakantieoord, dat vol onzekere steigers zou liggen. Zodra ik dat laatste begrepen heb, scheert ze zich kaal, een beetje maar, linksboven haar voorhoofd, springt op een vlot waarvan het bouwjaar onbekend is. [pagina 447] [p. 447] Toen onschuld nog jong was volgden de huizen valleien als ijsvelden de smekende sneeuw in water of zout bevroren zeesterren hun traagste greep klonk als krijt van een winter op het droge zagen keramische dansers de bodem bedreigen met hout en schouderkleren en wij weefden als aandenken een deken, langwerpige manden voor doden en nimmer gestolen kleuren als een tapijt zonder verhaal of voorliefde voor slijtvaste bloemen. [pagina 448] [p. 448] We vouwen oud geld en laten de doden betalen, bevestigen doeken, drogen tapijten en graven naar zand. Hoeveel kleur verbeurt ons wonen, tot vervulling van een stuurloze zee. Honden veinzen slogans en tellen plooien voor ongeschikte slachtoffers. Hier staan we dan, in berken vrede wit iets anders dan latent benullig op het strand. Vorige Volgende