Sven Vitse
Blauwe Maandagen | Brood & Rozen | Streven
Blauwe Maandagen
2010, volume 2 - www.uitgeverij-ekstreem.nl/blauwe-maandagen.html
Ik weet eerlijk gezegd niet in hoeverre het tijdschrift serieus bedoeld is, maar vast staat dat Blauwe Maandagen helemaal gewijd is aan het leven en werk van Arnon Grunberg. Van het blad zijn in 2010 twee afleveringen verschenen bij uitgeverij Ekstreem, het eerste nummer van 2011 is al een tijdje geleden aangekondigd. Vergis je niet, dit is geen tijdschrift voor de Grunbergstudie. Het is veeleer het ledenblad van de fanclub, de papieren belichaming van het geloof dat alles wat Grunberg aanraakt, interessant is. Of misschien moet ik het minder romantisch invullen: wat Grunberg aanraakt, wordt zichtbaar.
Op een vreemde manier is dit tijdschrift ook wel interessant: het is zonder meer een bizarre gewaarwording om eerst (een fragment uit) de inaugurele rede van Johan Goud te lezen - over Grunberg, Dostojevski en zingeving in literatuur - en vervolgens onderhouden te worden over de Spaanse wijn Freud, de eerste in een reeks ‘Arnon Grunberg Wines’ (volledig met advertentie en website - wie wil leven in een wereld waarin dit geen grap is?). De lezer krijgt ook een inkijkje in een onlangs verkocht huis aan de Dintelstraat in Amsterdam. Reden? ‘Arnon’ bracht er de eerste jaren van zijn leven door.
Wellicht kan het geen kwaad om aan die informatie blootgesteld te worden en ik vermoed dat niemand - zelfs niet de meeste devote Grunbergadept - dit echt wil weten. Dat de redactie dit bericht toch plaatst, intrigeert me (een beetje). Misschien fungeert de term ‘Grunberg’ als een soort zoekterm, een trefwoord om informatie te selecteren. Die selectie is arbitrair en omvat ongelijksoortige elementen (een wijn, een film, een psychiater, een huis, een brok geschiedenis, een theologische bespiegeling), maar ontleent een schijn van consistentie aan de ‘lege betekenaar’ Grunberg. Ik word er zowaar filosofisch van.
Omdat Grunberg veel ‘aanraakt’, krijgt de lezer van Blauwe Maandagen wel het een en ander te zien. Zo komt de Haagse schilder Aat