2009 nog zal continueren in het Museum aan Zee in Oostende. Werk van Koenraad Dedobbeleer is vaak te zien in zijn galerie Micheline Szwajcer in Antwerpen.
GASTON FRANSSEN (1977) is universitair docent moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert over hedendaagse poëzie en literatuurkritiek. In 2008 verscheen zijn studie gerrit kouwenaar en de politiek van het lezen.
HANS GROENEWEGEN (1956) schrijft essays over hedendaagse poëzie. Een aantal van die o.a. in DW B verschenen essays bewerkte hij voor twee boeken: Schuimen langs de vloedlijn (2002) en Overvloed (2005). Hij publiceerde de dichtbundels grondzee (2000), lichaamswater (2002), en gingen uit sterven (2005) en zuurstofschuld (2008). April 2009 verschijnt Het handschrift van Lucebert, een essay over de relatie tussen Luceberts tekeningen en zijn poëzie. Nadere informatie en een gedichtenlabyrint: www.hansgroenewegen.nl.
PETER HOLVOET-HANSSEN (1960) weet oude tegenpolen te overstijgen. Creëerde een eigen niche in de poëziebiotoop met het drieluik Dwangbuis van Houdini (Debuutprijs 1999), Strombolicchio (Dirk Martensprijs 2001) en de vossensprong Santander. Na zijn ‘anti-roman’ De vliegende monnik (2004) verscheen in 2005 de weerom lovend ontvangen bundel Spinalonga (driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap). De ‘wrakhoutgedichten’ van Navagio (Prometheus, 2008), een waaier van werelden, sloten zijn eerste poëziereis af. ‘De kanteling’ is de overgang naar een tweede reis.
JAN LAUWEREYNS (1969) doceert biologische psychologie aan Victoria University of Wellington, Nieuw-Zeeland. Recent publiceerde hij zijn zesde dichtbundel, Vloeistof en welvaart. Op stapel staan een brieven- en verzenboek met Leo Vroman en een essaybundeling met Arnoud van Adrichem.
SHIZUKA SAKURAI LAUWEREYNS (1969) promoveerde in 2000 aan Michigan State University op een proefschrift over vaag taalgebruik in Japans gesproken discoursen. In 2005 richtte zij het Language Consulting-bureau FOXp2 op. Zij werkt af en toe, mogelijk niet geheel vrijwillig, als literair vertaler.
DIRK LEYMAN (1965) studeerde politicologie en literatuur- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Gent. Hij is werkzaam als journalist bij de krant De Morgen, waar hij onder meer Nederlandstalige en Franse literatuur recenseert. Hij was samensteller van de literaire stedenboeken Gent, de dubbelzinnige (Bas Lubberhuizen, 2000) en Nice, muze van azuur (Bas Lubberhuizen, 2004). Hij publiceerde in verschillende literaire tijdschriften en magazines en was tussen 1999 en 2008 redacteur van het tijdschrift Deus Ex Machina. Hij zetelde in diverse letterenjury's en modereert geregeld literaire gesprekken en debatten. In september 2006 startte hij met zijn literaire berichtgevingssite De papieren man (http://papierenman.blogspot.com), die ook samenwerkt met NRC Handelsblad en met DW B.
ELS MOORS (1976) woont en werkt in Brussel. In 2006 verscheen haar poëziedebuut, Er hangt een hoge lucht boven ons, bij Nieuw Amsterdam. De bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2006 en de Herman de Coninck Poëzieprijs 2007. In april 2008 verscheen haar eerste roman Het verlangen naar een eiland.
KIWAO NOMURA (1951) is de onderkoning van de Japanse poëziewereld. Zijn gedichten zijn waanzinnige bezweringen van de insomnie, erg muzikaal, gedreven door een passioneel (erotisch) verlangen, soms bijna mystiek van toon. In 2007 was hij te gast op Poetry International te Rotterdam.
JEROEN OLYSLAEGERS (1967) heeft na een prozaperiode met boeken zoals Il faut manger (1996) en Open gelijk een mond (1999) voornamelijk voor het theater geschreven, met teksten voor onder andere de KVS (Diep in de aarde, dieper in uw gat en In het lot gevallen), NTGent (Uw darmen: een marktonderzoek), Het Toneelhuis (Mood on the go