Tijdschriften
Vooys / Blik, ‘Woord & beeld’
zomer 2008 - www.tijdschriftvooys.nl
Dit ‘combi-tijdschrift voor audiovisuele cultuur en letteren’, zo geeft de gelegenheidsnaam aan, is het resultaat van een samenwerking tussen de redacties van Vooys, tijdschrift voor letteren, en Blik, tijdschrift voor audiovisuele cultuur. Beide tijdschriften worden gemaakt door studenten van de Universiteit Utrecht, en ook in dit combinummer is een aanzienlijk deel van de bijdragen van de hand van Utrechtse researchmasterstudenten. Dat enkele van de bijdragen aan dit nummer in het Engels gesteld zijn, kan enkel het beste doen verhopen over de wereldwijde afzetmarkten die de redacties hopen aan te boren, maar ik kan me voorstellen - ach ik, eeuwige conservatief - dat Nederlandstalige lezers van hun Nederlandstalige auteurs liever vloeiend Nederlands lezen dan ‘Engels als lingua franca’ met occasioneel een uitdrukking als ‘there is both continuation as well as rewriting at work’. Maar een kniesoor die erom treurt. Dit goed gevulde nummer heeft immers heel wat interessants te bieden: korte stukken waarin auteurs iets kwijt kunnen over een bijzonder werk, interviews, essays en wetenschappelijke artikelen.
Ernst van Alphen wil het niet zozeer hebben over de juxtapositie van teksten en afbeeldingen, maar over de visuele kracht van taal op zich. Literaire teksten geven door beschrijvingen en beeldend taalgebruik aanleiding tot visualiseringen, mentale beelden bij de lezer. Deze individuele mentale beelden worden, aldus Van Alphen, bewust in de kiem gesmoord door de kritische hermeneutiek, die de taal wil reduceren tot haar ‘abstract-propositionele betekenis’. Mentale beelden laten zich echter niet reduceren, ze zorgen integendeel voor uitstel van betekenis, omdat ze ‘per definitie “rijker”, “ingevulder”, of concreter zijn dan de woorden die er aanleiding voor waren’.
Van Alphen illustreert een en ander aan de hand van citaten van Brakman. Die verwijzing maakt duidelijk dat het probleem heel wat com-