[Tijdschriften, vervolg]
poëticale gedicht Lekenspiegel onder de loep. De tekstbezorgers lijken zich weinig zorgen te maken over het onderscheid tussen proza en poëzie, en springen even zorgeloos om met uitspraken over intenties.
Joosten gaat het middeleeuwse gedicht met de moderne poëticatheorie te lijf. Hierdoor komt niet alleen het onderscheid tussen versinterne en versexterne poëtica in het geding, maar ook dat tussen proza en poëzie - het schrijven in verzen - en dat tussen lyriek en beschouwing. ‘Gegeven het feit dat Boendale een gedicht schreef, zijn zijn poëticale uitspraken per definitie (expliciet) versintern’. Deze uitspraak roept nogal wat vragen op. Is het probleem van intern en extern bij een middeleeuwse auteur die in verzen schrijft analoog aan hetzelfde probleem bij een moderne auteur die zowel ‘literaire’ als ‘beschouwende’ poëticale teksten in proza schrijft? En wat dan met het ogenschijnlijk duidelijkere onderscheid tussen intern en extern - tussen bijvoorbeeld metafictionele poëzie en poëticaal essay (in proza) - bij een moderne dichter? Met andere woorden: problemen van de modern letterkundige geïmporteerd in de historische letterkunde.
Het omgekeerde gebeurt in het stuk van Wim van Anrooij, een historisch letterkundige die zich waagt aan een hedendaags literair verschijnsel - Arnon Grunberg. Van Anrooij kijkt met de blik van een mediëvist naar digitale projecten van Grunberg en meer bepaald naar de website van Grunbergs Universiteit van de Liefde. De daarop te vinden verzameling teksten en informatie behandelt hij als was ze een middeleeuws verzamelhandschrift, dat beschreven, gearchiveerd en veilig bewaard dient te worden. Dat kan vreemd klinken in een tijdperk van digitale vluchtigheid - waarom zou je al het oeverloze geblog willen bewaren? Misschien moet je wel historicus zijn, en dus beroepshalve bezeten door de vergankelijkheid en relatieve zeldzaamheid van bronnenmateriaal, om je zorgen te maken over het voortbestaan van de excessieve hoeveelheid informatie die een louter digitaal bestaan leidt - of om die informatie überhaupt als (toekomstig) bronnenmateriaal te beschouwen.