[Tijdschriften, vervolg]
niet voor terug om als zelfverklaarde koning van het Haagse cultuurleven eventuele kritische stemmen - zoals die van de criticus Pierre H. Dubois - verbaal te intimideren.
Terwijl je als lezer een kleurrijk beeld krijgt van Bakkers levenswandel, krijg je van zijn fonds een veeleer vage en rudimentaire indicatie. De door Rodenko samengestelde poëziebloemlezing Nieuwe griffels, schone leien uit 1954 wordt herhaaldelijk genoemd, en ook favoriete fondsauteurs als Martinus Nijhoff, Gerrit Achterberg en Ed. Hoornik krijgen de nodige vermeldingen, maar een echt verpletterende indruk lijkt het fonds dat Bakker na de Tweede Wereldoorlog bij uitgeverij Daamen uitbouwde niet te hebben nagelaten. Sjoerd van Faassen en Hans Renders sommen nogal plichtmatig wat titels op: in 1951 bijvoorbeeld publiceerde Bakker vooral ‘journalistieke non-fictie, wat theologie en slechts twee of drie literaire boeken’. Ze merken op dat de uitgever een wat conservatieve smaak had en slechts met moeite van de waarde van nieuwe, avontuurlijke literatuur overtuigd kon worden. Vernieuwend was Bakker wel met de uitgave van succesvolle pocketboeken: ‘Pas met de komst van de Ooievaar-pockets in 1954 kreeg het fonds een zekere schwung.’
Naast Bakkers activiteiten in de jaren 1950 komen ook de oorlogsjaren van de uitgever ruimschoots aan bod. Over Bakkers bijdrage aan het verzet blijft enige onduidelijkheid bestaan, maar wel staat vast dat hij betrokken was bij de productie van het illegale Vrij Nederland. Samen met illustrator C.A.B. Bantzinger en drukker Fokko Tamminga verzorgde hij in 1943 en 1944 een tiental clandestiene publicaties van de zogeheten Mansarde Pers. Met deze fraai uitgegeven essays en gedichten wilde Bakker niet zozeer oproepen tot weerstand maar vooral ‘de literatuur op gang houden’ - en een aardige duit verdienen in tijden van schaarste. Een minder fraaie episode uit deze periode is de arrestatie van Bakker en enkele vrienden tijdens een uit de hand gelopen feestje. Bakker verdween een paar maanden achter de tralies. ‘Hoornik verdween naar een concentratiekamp en Hans Katan werd kort daarna gefusilleerd.’