Tijdschriften
Zacht Lawijd
7.1, 2008 - www.zachtlawijd.be
Het literair-historische tijdschrift Zacht Lawijd opent het jaar 2008 met een themanummer gewijd aan de flamboyante uitgever Bert Bakker (1912-1969). Drie jaar na het memorabele nummer over Geert van Oorschot trekt de redactie opnieuw een blik gecondenseerde uitgeefgeschiedenis open. Bij het prepareren en uitsmeren van de materie wordt zij bijgestaan door Lisa Kuitert en haar Amsterdamse studenten boekwetenschap, die een groot deel van de bijdragen leveren.
De reikwijdte van de artikelen varieert: sommige prakken grote brokken tot een overzichtsstuk, andere vlooien kleinere spatten uit. De ene bijdrage snort een keurig afgebakend domein af, zoals de verhouding van Bert Bakker met Paul Rodenko of met Lucebert, een andere tuint met essayistische vaart rond in de hoop treffende anekdotes en smeuïge verhalen die samen Bakkers nagedachtenis vormen. Dat alles leidt tot een propvolle bundel die weliswaar niet de systematische opbouw van een monografie heeft, maar bewijst wat voor een schat aan informatie en onderzoeksmateriaal literaire tijdschriften kunnen bieden.
Alle auteurs konden gebruikmaken van het archief van Bert Bakker, dat in het Letterkundig Museum in Den Haag wordt bewaard. Hoewel ze de informatie met verschillende filters te lijf gaan, komen enkele saillante wapenfeiten geregeld bovendrijven. Zo leert de lezer Bert Bakker kennen als een luidruchtige brasser en vrouwenversierder, die zijn hekel aan Duitsers luidkeels verkondigde en wiens excessieve levensstijl scherp contrasteerde met zijn terughoudendheid bij het uitbetalen van royalty's. Tegenover zijn fondsauteurs stelde hij zich soms als gulle beschermheer op, maar ook financiële chantage schuwde hij niet. Zo sprak Bakker zijn contacten in de Haagse bestuurswereld aan om Rodenko aan een toelage te helpen, en gebruikte hij tegelijk zijn financiële macht over de auteur om hem aan zijn fonds te kluisteren. In de jaren 1950 deinsde Bakker er