Raster - Fictieve biografieën
nr. 118
Dit nummer over fictieve biografieën, samengesteld door Jacq Vogelaar, bevat drie tekstclusters, waarin telkens een vertaalde tekst centraal staat. Liesbeth van Nes vertaalde een bizarre brochure van Christian Soulignac uit 1995, waarin deze Franse auteur het levensverhaal vertelt van Alfred Jarry (1873-1907), de periode van 1906 tot 1962 om precies te zijn. Jarry, auteur van het toneelstuk Ubu Roi (1896), zou zijn dood in 1907 hebben geënsceneerd om vervolgens als de schrijver Alfred Machard zijn (literaire) leven voort te zetten.
Ook opgenomen in dit nummer is de reactie van Jarrybiograaf Noël Arnaud, die het spel meespeelt en nog wat meer auteurs ontmaskert als aliassen van Jarry. Arnaud was lid van het Collége de ‘Pataphysique, een genootschap dat zich bezighoudt met de door Jarry geïntroduceerde’ patafysica, ‘de wetenschap van de verzonnen oplossingen’. Liesbeth van Nes merkt op dat de redactie van Raster ‘alleen dankzij de Bâtafysica, de Nederlandse Academie voor 'Pâtafysica, de hand wist te leggen op een exemplaar [van de tekst van Soulignac]’. In de wetenschap dat Atte Jongstra een notoir Bâtafysicus is, vermoedde ik heel even - ten prooi gevallen aan paranoia - dat Jongstra het hele zaakje zelf had verzonnen. Quod non.
Zowat tachtig pagina's van dit nummer van Raster zijn gewijd aan de (volledige) vertaling (door Jacq Vogelaar en Liesbeth van Nes) van de Vies imaginaires van de Franse schrijver Marcel Schwob (1867-1905). Op basis van de vaak erg karige beschikbare informatie en met de nodige verbeeldingskracht schreef Schwob korte, kleurrijke portretten van bekende en minder bekende figuren uit het Europese verleden. In zijn korte schetsen gaat hij op zoek naar singuliere details die de traditionele biograaf over het hoofd ziet, zachte kronkelingen die de rechte lijn een onver-