Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 152

[p. 204]

Medewerkers

JAN BAETENS (1957) is verbonden aan het Instituut voor Culturele Studies van de K.U.Leuven. Als auteur is hij voornamelijk actief in het Frans, meer bepaald als redactielid van bladen als Formules en Formes poétiques contemporaines, binnen de kringen van de zogenaamde ‘écriture à contraintes’. Daarnaast is hij ook verbonden aan de uitgeverij Les Impressions Nouvelles, waar hij in Z005 een dichtbundel over een van zijn hobby's, namelijk basketbal, uitbracht: SLAM!

BENNO BARNARD (1954) is dichter, toneelschrijver, essayist en vertaler. Het centrale thema in zijn werk is het Europese geheugen; daarbij laat hij zich leiden door het Talmoedische beginsel dat het geheim van de verlossing de herinnering is. Onlangs publiceerde hij Het tongbotje, gedichten 1981-2005 en Dichters van het Avondland; dit voorjaar spelen Chris Lomme en Antje de Boeck in zijn toneelstuk Mevrouw Appelfeld.

PAUL BOGAERT (1968) publiceerde tot nu toe drie bundels: WELCOME HYGIENE (1996), Circulaire systemen (2002) en AUB (2006). Op www.paulbogaert.be onderzoekt hij of en hoe hij gedichten kan maken met links, beeldfragmenten en andere dingen die typisch zijn voor het internet. Hij werkt halftijds als redacteur bij een non-fictie-uitgeverij.

SASKIA DE COSTER (1976) is auteur van Vrije val (2002), Jeuk (2004) en Eeuwige roem (2006). Naast romanschrijver is ze ook theaterschrijver (‘U_razende stilstand’ - CREW), oratoriumschrijver, columnschrijver (in De Standaard en De Morgen), videomaker, kernredacteur van DW B en beeldmachine. Ze werkt in het grootste geheim aan Het Boek dat geen Boek zal zijn. Voor fABULEUS zal ze een stuk schrijven en regisseren. Ze schrijft nu de voice-over voor de film met werktitel Edimmu, en maakt met Ief Spincemaille een bibliofiele uitgave, een rubberen boek dat men moet slaan vooraleer het zijn woorden oraal loslaat.

MARTINE CUYT (1966) is redacteur boeken bij de kranten van Concentra Media. Ze stelde in 1998 de bundel korte verhalen Antwerpen Centraal samen (Meulenhoff / Kritak). In 2004 verscheen van haar hand Willem Elsschot. Man van woorden (Meulenhoff | Manteau). In 2005 bezorgde ze samen met Jeroen Olyslaegers Eenzaam spelen met Pompon van Louis Paul Boon (Meulenhoff | Manteau).

GASTON FRANSSEN (1977) is als promovendus verbonden aan de Universiteit Utrecht en bereidt een proefschrift voor over de poëzie van Gerrit Kouwenaar. Daarnaast publiceert hij in diverse tijdschriften over moderne poëzie.

KRISTIEN HEMMERECHTS (1955) is docente Engelstalige Literatuur aan de Katholieke Universiteit Brussel en docente Creatief Schrijven aan het Herman Teirlinck Instituut. Ze is de auteur van romans, korte verhalen en essays, en vaste recensente bij de Volkskrant en Vrij Nederland.

MICHIEL HENDRYCKX (1951) studeerde Fotografie aan de Gentse Academie, waar hij in 1978 docent werd. In datzelfde jaar kwam hij ook in vaste dienst bij de Vlaamse Uitgevers Maatschappij. Over de voetreis die hij tijdens zijn sabbatjaar in 1991 maakte, schreef hij het jongensboek Twee ezels. In 1993 ging hij voor De Standaard werken, gedurende tien jaar als fotoredacteur en even als redactiechef, tegenwoordig als fotograaf. Voor de VRT maakte hij samen met musicus Jean Blaute en kunstenaar-acteur Wim Opbrouck het programma De Bende van Wim. In 2005 presenteerde hij het reisprogramma Het Bourgondisch complot.

PETER HOLVOET-HANSSEN (1960), dichter-troubadour, weet oude tegenpolen te overstijgen. Hij deed een frisse wind door de Nederlandstalige letteren waaien. Creëerde een eigen niche in de poëziebiotoop met het drieluik Dwangbuis van Houdini (Debuutprijs 1999), Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus (Dirk Martensprijs 2001) en de vossensprong Santander. Ontboezemingen in het vossenvel. Na zijn ‘anti-roman’ De vliegende monnik. Een hersenspinsel (2003) verscheen het alweer lovend ontvangen Spinalonga (Prometheus, 2005): een waaier van werelden. Meer info: www.kapersnest.be.

ATTE JONGSTRA (1956) is schrijver, dichter, essayist, vertaler en gastarchivaris. In de combinatie van al deze hoedanigheden schreef hij het zojuist verschenen De avonturen van Henry II Fix, de autobiografie van een negentiende-eeuwse homo universale. Eerdere titels zijn onder andere Groente (roman, 1991), Het huis M. (roman, 1993), Hudigers hooglied (roman, 1999) en De tegenhanger (roman, 2003).

TOM LANOYE (1958) staat bekend als dichter, romancier, verhalenschrijver, columnist, toneelauteur en scenarist, en ook als performer van eigen en andermans werk. Hij is tevens oprichter en gedelegeerd bestuurder van de literaire factorij NV L.A.N.O.Y.E. Na onder meer

[p. 205]

Kartonnen dozen, Alles moet weg en de zogeheten ‘Monstertrilogie’ publiceerde hij in 2006 de roman Het derde huwelijk. In hetzelfde jaar verscheen, eveneens bij uitgeverij Prometheus, een bundeling van zijn gedichten (De meeste gedichten). Zijn recentste toneelstuk is Mefisto for ever, dat in een regie van Guy Cassiers door het Toneelhuis werd gebracht. Onlangs werd hij als eerste Vlaming bekroond met de Gouden Ganzenveer.

JEROEN OVERSTIJNS (1972) is chef boeken van De Standaard en hij schrijft in die krant ook columns. Hij belandt af en toe in jury's, zoals nu in die van de Ako Literatuurprijs. Samen met Koen Peeters neemt hij regelmatig initiatieven waarvan zij tegen beter weten in vermoeden dat die het aanzien van de wereld veranderen.

KOEN PEETERS (1959) is schrijver en kernredacteur van DW B. Hij rondt op dit moment zijn Grote Europese Roman af: groots en episch, de geschiedenis van de Europese mensheid samenvattend, maar dan vanuit het perspectief van mensen die werken of leven in Brussel. Dus tegelijk een klein Brussels boekske. De roman verschijnt voorjaar 2007 bij Meulenhoff | Manteau.

YVES PETRY (1967) publiceerde verhalen en essays in diverse kranten en literaire tijdschriften (De Morgen, De Standaard, De Groene Amsterdammer, DW B, yang, Bunker Hill, De Revisor, De Gids...). Al bij het verschijnen van zijn eerste roman (Het jaar van de man, 1999) kon hij rekenen op opmerkelijk veel aandacht en lof, zowel in Vlaanderen als Nederland. Met zijn volgende boeken (Gods eigen muziek, 2001 en De laatste woorden van Leo Wekeman, 2003) versterkte hij zijn reputatie. Vrij Nederland riep hem uit tot hét grootste talent van zijn generatie, De Morgen tot dé te volgen man van de Vlaamse Letteren. Zijn fel bejubelde laatste roman De achterblijver (2006) werd bekroond met de BNG Nieuwe Literatuur Prijs 2006.

ANNE PROVOOST (1964) studeerde Literatuur aan de Leuvense universiteit. Ze schrijft romans, essays en korte verhalen, en is lid van PEN en van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Ze debuteerde in 1990 met Mijn tante is een grindewal en schreef daarna onder andere de meermaals bekroonde boeken Vallen (1994), De roos en het zwijn (1997), en De arkvaarders (2001). Haar nieuwste roman, In de zon kijken, verschijnt in maart 2007. Anne Provoost woont met haar man en drie kinderen in Borgerhout, Antwerpen. Meer info: www.anneprovoost.be.

DAVID VAN REYBROUCK (1971) is cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver. Hij studeerde in Leuven en Cambridge, en promoveerde in 2001 op een proefschrift over de geschiedenis van de archeologie. In 2002 debuteerde hij met de veelgeprezen non-fictieroman De plaag. Twee jaar later ontving hij de Taalunie Toneelschrijfprijs voor zijn monoloog Die Siel van die Mier. Sinds oktober 2005 is hij voltijds schrijver. Dit jaar verschijnt zijn romandebuut, Slagschaduw, en stelt hij met Geert Buelens en Jan Goossens een essaybundel samen over de toekomst van België. Met Vincent Viaene en Bambi Ceuppens bereidt hij een bundel voor over de impact van Belgisch-Congo op België.

KOEN RYMENANTS (1977) is als postdoctoraal onderzoeker van het FWO-Vlaanderen verbonden aan de subfaculteit Literatuurwetenschap van de K.U.Leuven. Hij promoveerde op een proefschrift over het proza van Willem Elsschot, dat hij omwerkt tot een boek. Zijn huidige onderzoek concentreert zich op literatuur in Nederland en Vlaanderen tijdens de jaren dertig, vooral in en rond het tijdschrift Forum.

BART VERVAECK (1958) is hoogleraar Nederlandse literatuur en Algemene Literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij werkt als redacteur voor het Lexicon van Literaire Werken en Neerlandica Extra Muros. Hij publiceerde Het postmodernisme in de Nederlandse en Vlaamse roman (1999) en, samen met Luc Herman, Vertelduivels (2001, herziene editie 2005). In september 2006 verscheen van hem Literaire hellevaarten: van klassiek naar postmodern.

SVEN VITSE (1981) studeerde Germaanse Talen aan de Vrije Universiteit Brussel en werkt momenteel aan een proefschrift over experimenteel en postmodern Nederlandstalig proza.

HENK VAN DER WAAL (1960) studeerde filosofie in Amsterdam en Parijs. Hij vertaalde werk van onder anderen Julia Kristeva, Paul Auster en Maurice Blanchot. In 1995 debuteerde hij met de dichtbundel De windsels van de sfinx, waar hij de C. Buddingh'-prijs 1996 voor kreeg toegekend. Daarna volgde in zooo de bundel Schuldsanering, die genomineerd werd voor de Paul Snoek Poëzieprijs. In 2003 verscheen De aantochtster. Deze bundel werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. In februari 2007 verschijnt zijn vierde bundel, Vreemdgang.