Naast Joan.
www.selfhelp.org
Het scherm is zwart.
‘Mag ik u voorstellen?’, vraagt men.
Men zoekt contact.
Men is de verteller.
‘Mag ik u voorstellen aan deze tijd?’, vraagt men. ‘Wij staan op de rand van het tijdperk van de grootste creativiteit en vernieuwing die de wereld ooit gekend heeft.’
Het licht gaat aan.
U ziet een kast vol conserven, zakjes noedels, poedersoepen, chocopotten, mayonaisepompen.
‘En toch is er geen reden tot optimisme’, zegt men.
Vanachter de chocopot komt een pot honing gekropen.
Hij loopt naar de camera toe en glimlacht.
U herkent Joans ogen.
Ze zit in een reusachtige honingpot.
Joan draagt een etiket op haar honingpotbuik. Het etiket zegt:
U
Joan glimlacht.
‘Alles is mogelijk in deze tijden,’ zegt men, ‘alles kan. U kan alles bereiken. U kan alles met de middelen die u zijn aangereikt. U hebt de aarde gekregen. De natuur is een schatkamer. Een voorraadkast.’
Haal de clichés maar van de draad, denkt u, ze zijn droog. Ze zitten als gegoten.
Joan draait om haar as.
‘Zo mooi, zo lekker en zo zoet. Zo bent u.’
Joan draait om haar as.
De honing druipt van het glas.
‘Honing is een zuiver voedzaam natuurproduct. U ook’, zegt men.
‘Uw ziel is zuiver’, zegt men. ‘En voedzaam. Maar altijd zijn er vervuilers. Altijd zijn er elementen die de honing willen verpesten. Mensen die u te zeiken willen zetten. U mag uw honing niet laten bederven. U mag anderen niet toelaten uw zoete zuivere ziel te verknoeien. U bent een zuiver product. U staat aan de vooravond van een grootse eeuw.
Maar een ongeluk is zo gebeurd. En het komt nooit alleen.’