Tsead Bruinja (1974) is dichter, performer, organisator, vertaler, bloemlezer en recensent. Na drie Friestalige bundels, debuteerde hij in 2003 in het Nederlands met de bundel Dat het zo hoorde (Uitgeverij Contact) die genomineerd werd voor de Jo Peters PoëziePrijs 2004. In dat jaar verscheen eveneens zijn tweede Nederlandstalige bundel Batterij en de tweetalige bloemlezing Droom in blauwe regenjas met werk van nieuwe Friese dichters die hij samenstelde met de dichter Hein Jaap Hilarides. Voor wie meer wil weten: www.tseadbruinja.nl.
specialist op het gebied van kozijnen
het regent en de specialist op het gebied van kozijnen zegt
dat het aan het werk van zijn mannen niet kan liggen
ik zit aan tafel met mijn onderbuurman die na vijf jaar
heeft besloten over de watervlekken heen te verven
vroeger schreef ik gedichten over mijn vader en moeder
over opa's en oma's met een rustiek en pijnlijk verleden
nu luister ik naar mijn buurman
in uw huis zullen mensen wonen
die te lui zijn om op te staan
mensen die u niet kent
die werken en weer naar huis gaan
ze worden ouder
ze worden ronder
ze proberen de kilo's eraf te lopen
ze zwaaien een kind uit
en hangen voor het slapengaan
hun kleren over de stoel
hun leven is een koelkast
waaruit je na een nacht zwaar drinken
een goedbelegde boterham
vandaan tovert
ik weet het
er liggen betekenissen op de loer
die dit gedicht kunnen bederven
ergens zingt iemand
[pagina 298]
[p. 298]
kom niet samen
kom niet samen
drijf een wig
maar mijn vrouw houdt mijn week oude nichtje op haar schoot
en ik raak er niet op uitgekeken hoe goed het haar staat
we bespreken hoe het moet met de werkkamer
hoe en waar we zelf dan moeten gaan slapen
een zucht en het kind verdwijnt uit onze gedachten
we slaan een hoek om en zoeken een goed restaurant
stiekem terwijl we al lang over iets anders praten
kijk ik naar het kindje dat niet in haar armen ligt
het ademt en het beweegt
het is er bijna
[pagina 299]
[p. 299]
vier henry's liggen strak in het pak met hun buik
op een stoel door de lucht te zwemmen
de eerste kissinger brabbelt
een schutting bekladden of een eiland opblazen
ik neem liever een fout besluit dan dat ik
op de wijsheid wacht
er zoemt een mug rond het hoofd
van de tweede henry
die de natuurkundige feynman aanhaalt
waarom de natuur volgens wiskundige principes werkt
is een mysterie
vier keer gegniffel delen door één
en voegt toe
dat bedoel ik nou
de vier kissingers op hun stoelen knikken
en zwemmen door
het universum is een onmenselijk decor
waarin men een onmogelijk slachtoffer
kan zijn
keilt de derde de ruimte in
waarop vier kwispelende labradors op de mannen toe
komen lopen en hun de neuzen likken
dit is het teken meent de vierde
dus ze pakken hun vouwfietsen en rijden deze scène uit
om elk voor de lieve vrede hun eigen hachje
en hoezee hoezee
ons eeuwig brandende wereld te redden
[pagina 300]
[p. 300]
prévert laat tussen neus en lippen
liefdesbrievenschrijfmachine vallen
maar wat is de invoer voor een machine
die overlijdensadvertenties bedenkt
wat zijn de velden
de velden zijn groen
het is zonde ze te beschrijven
de advertenties kunnen het zonder machines
de advertenties schrijven zichzelf
de velden in en onder de hoogspanningskabels door
daar staat de schilder die de groene verf de ogen uitspat
daar is het veld dat onder zijn voeten groeit
zou het een leraar kunnen zijn die ons dit vraagt
wij zouden op onze knieën kunnen gaan uit eerbied of ongeduld
wij zouden de velden in kunnen gaan
ze kondigen ons al aan in vlak geel zomerlicht
of zullen we een gedicht schrijven over het vallen van bladeren
zoals een oude man in zijn laatste dagen
een hond wordt die herhaaldelijk zijn neus likt
gezeten op dikke blote vrouwenbenen
natuurlijk hebben we allemaal aan het begin de beste bedoelingen