Tijs Goldschmidt
Het getal van Dunbar
Volgens de apenkenner Robin Dunbar is taal een efficiënt alternatief voor handmatig vlooien. Bij apen moeten spanningen worden weggenomen door vlooiend banden aan te halen. Dat ze zelden in groepen van meer dan vijftig individuen leven houdt daarmee verband. Naarmate de groep groter is, zullen er meer ruzies ontstaan die moeten worden bijgelegd.
Overstijgt de groepsgrootte de vijftig individuen, dan sterven juist de vlijtigste vlooiers van de honger doordat ze onvoldoende tijd overhouden om eten te zoeken. Taal, en vooral roddelen, door Dunbar ‘vocaal vlooien’ genoemd, geeft de mogelijkheid de betrekkingen te onderhouden met meerdere individuen tegelijk en betekent dus tijdwinst.
De mens leefde oorspronkelijk in groepen van hoogstens honderd vijftig individuen, het maximale aantal van wie je, volgens Dunbar, kunt onthouden hoe ze heten, wat ze doen en wat je eventueel aan ze hebt.
Zelfs in het huidige tijdperk van miljoenensteden worden het bataljon, de bedrijfsafdeling en de kerkgemeenschap in het ideale geval niet groter dan honderd vijftig individuen. Zal er over anderhalve eeuw gesproken worden over ‘het getal van Dunbar’, of wordt zijn idee dan afgedaan als kabbalistiek uit het fin de siècle van de twintigste eeuw?