| |
| |
| |
Sven Vitse
De reiziger door het land van Arto
De auteur van dit verhaal achtervolgt me. Hij heeft het wel gezien met me, hij wil van mij af. Gisteren nog wilde hij me een verhaal laten vertellen waarin ik zelfmoord pleeg. Een mes in mijn pols en dan nog wat alwetend doen om af te ronden. U beseft toch dat aanzetten tot zelfdoding strafbaar is, al gaat het om een product dat niet langer houdbaar is. De maatschappij is strafbaar, want ze zet me aan tot zelfmoord.
Er wordt gezegd dat ik het vertellersvak onvoldoende beheers, dat ik de gezondheid van de auteur in gevaar breng. Misschien kunt u een goed woordje voor me doen, misschien kan ik ergens anders nog van dienst zijn. Of niet, hier niet. Ik zwerf, ik ben vuil, ik leef. Met mijn lijf vol thee en mijn kop vol verlangens doorloop ik alle verhalen die ik ken. Ik leef. Op de weg tussen Oulo en Kemi staat een donkerroze molen. U kunt hem niet mislopen, hij staat op de weg tussen Oulo en Kemi. Hij wordt aangedreven door een zijrivier van de Kemijoki, na de spoorlijn de belangrijkste verkeersader van het land. Als de Rode Zee voor Mozes heeft het kalme bomenrijk zich geopend voor de weg tussen Oulo en Kemi.
Het bos is een vuilniszak over mijn hoofd. Het is erg discreet, maar het zet je voor het eind van de week aan de deur. Kijkt u mij even aan, knoop me los en breng langzaam een hand naar binnen. Kunt u inhoud en verpakking nog onderscheiden? Als u de vraag niet begrijpt, gaat u dan toch op de tast verder. Ik heb het wel gehad, mijn lichaam niet. Het conflict is tastbaar. Mijn lichaam is tastbaar. De meest vulgaire metafysica in een handomdraai bevestigd. U zult echter tot mijn spijt vaststellen dat ik zoiets ben waarop u slechts iets kunt achterlaten. U zult geen binnen of buiten kunnen aanwijzen, er is niets dan naast (360 graden), boven en onder.
Niet alle voorzetsels zijn op mij van toepassing. Dat geldt bij uitbreiding voor de hele door de mens benoemde wereld. De mens heeft de wereld benoemd zoals de chef een werknemer benoemt. Beide omvatten
| |
| |
ruimte met een welomschreven functie. Een kast bakent ruimte af waarover u vervolgens kunt beschikken. Dankzij de kast kunt u tot op heden zeggen dat u iets in de kast legt, hoewel u eigenlijk gewoon iets op een plank legt. Nochtans hebt u zich na de constructie van het meubelstuk onmiddellijk de ruimte toegeëigend die het omsluit. Deze geannexeerde ruimte benoemt u eenvoudig met het bijwoord binnen. Naar analogie van het binnenste van de kast werd later het binnenste van de mens ontdekt. Nog later werd een dissectie van het menselijk lichaam ondernomen. De decodering van het genoom ten slotte is de meest recente etappe in de zoektocht naar de innerlijke mens.
Wie een mens in dienst neemt, beschikt ook over dat innerlijke. Met die vaststelling worstelt onze maatschappij nu toch al een tijdje. Alle inspanningen van marxisten en psychoanalytici ten spijt valt dit mysterie nochtans met één woord te verklaren: het voorzetsel in. Ik weiger het voorzetsel in en het bijwoord binnen. U kunt tussen enkele van mijn delen bewegen, u kunt tegen mij stoten, langs mij wrijven, op mij wegen of gewoon naast mij blijven, maar u kunt niet in mij komen. Ik heb geen binnen klaar waar u plaats kunt nemen. In en binnen zijn niet meer dan de talige reflex van verovering en bezit. De eerste veroveraar ontdekte de ruimte binnenin zijn bezit, de eerste werkgever ontdekte het binnenin van de mens.
Wellicht vindt u dit triviaal. U krijgt de gelegenheid om te reageren. ‘Een oude man is gestorven.’ Hou het relevant. Mensen sterven, sommigen onmiddellijk, anderen vervelen zich nog een tijdje. ‘Hij was de vader van iemand die ik goed ken. Zijn levensverhaal is niet saai, zodat u er zich niet mee kunt identificeren. Neemt u gerust een roman ter hand en maak uzelf klaar.’ Toch even op uw woorden letten, mijn beste. Laat een handomdraai uw suggestie overbodig maken. Op de weg van Oulo naar Kemi staat een molen, weet u nog, met een moorddadig rad dat zichzelf wel eens wil bevredigen met een romaneske drenkeling ter hand. Eén handomdraai en uw rol in dit verhaal komt ten einde. Hei hei dat is een handomdraai. Daarvoor wil ik nog wel rechtop gaan staan, misschien zelfs een pirouette draaien.
Verder dan een halfdraai kom ik eigenlijk niet. Met de benen gespreid tol ik om de as van uw arm. Het mechaniek loopt gesmeerd, het wordt gesmeerd, en de vrijgekomen warmte tilt de benen tot een zwevende spreidstand. Als een omgeklapt molentje probeer ik een spreidzweefvlucht, maar het bos snoert de koorden harder en kaatst me sportief terug naar het onbestemde mengsel op basis van mijn eigen nat. Dit is wat gebeurt telkens als ik Arto zie. Hij ligt op sterven, of hij is gestorven. In ieder geval heb ik hem niet weten sterven.
Ik ontmoette hem op de weg tussen Oulo en Kemi, waar ik op straat was achtergelaten door mijn vorige gebruikers, een koppel van
| |
| |
middelbare leeftijd uit Espoo. In hun blokhut ergens tussen Oulo en Kemi waren ze sinds enkele dagen aan het uitkijken naar de komst van een jonge volksdichter die ze in de hoofdstad hadden ontmoet. Tijdens het hartstochtelijke wachten hadden ze mij voortgebracht. Arto wist er al van. Hij was een volksschrijver en de jonge volksdichter had interesse opgevat voor zijn werk toen hij door het dunbevolkte land van Arto trok. En nu kwam Arto mij ophalen. ‘I will collect you when you call’, had de man - laten we hem de blokhutbewoner noemen - op een papiertje meegedeeld aan de reiziger door het land van Arto. Ik had nochtans niet getelefoneerd.
Als u even het hoofd wat opricht, kunt u van tussen mijn benen een blik op de eenzame schrijver werpen. Zoals zijn boeken op hem uitgezaaid liggen, spreidt hij zijn gevlekte lichaam als een catalogus. ‘Op de nachttrein naar het noorden kwam ik in aanvaring met een jonge propagandist die op weg was naar Kemijärvi’, sprak Arto stervend. Hij was op me komen zitten en rook tevreden tussen zijn benen. Het leven herkent zich aan wat het produceert, en Arto genoot zachtjes van de geur van zijn sijpelende leven. Het was een privé-genoegen, de mens onder één hoedje met het leven dat voor die ene keer helemaal uit hemzelf kwam. Ik was discreet en liet het langs me heen gaan.
‘Huilend door het raam naar de nachtdieren zwaaide die winterachtige vent met een boek dat een kwarteeuw voor mijn geboorte in het land van Arto werd geschreven. Laten we hem de huilende reiziger door het land van Arto noemen. Afwisselend sprak hij in verwijtende termen over de winteroorlog en vertelde hij terneergeslagen over zijn vlucht voor een verhaal dat over hem was verteld. Het speelde zich af in een decor dat angstwekkend veel op de wereld leek.
‘Er was sprake van succes, en verscheidene gebeurtenissen werden aan elkaar gekoppeld door middel van causale verbanden. In het algemeen waren er wendingen en evoluties merkbaar die de opeenvolgende acties tot een zinvol en verrassend geheel smeedden. Er was sprake van keuzevrijheid en enthousiasme. De afgelegde weg was onderworpen aan gecontroleerde contingentie. Dit betekent dat er een eindig aantal mogelijke sequensen waren opgesteld, die alle uitliepen op een ballet van succes en geluk. Technisch was er in de meest strikte zin van het woord dus sprake van een verhaal.’
De huilende reiziger door het land van Arto was klaarblijkelijk in paniek. Het was hem enkele dagen daarvoor ter ore gekomen dat een sentimentele trien, die al eerder voor hem als verteller was opgetreden, het kwaadaardige plan had opgevat om dit evenwichtige aanbod aan verhaal in een persoonlijke variatie op te voeren. Het motief voor deze laaghartige daad was volgens de reiziger door het land van Arto te zoeken in de verwerking van hardnekkige resten. Ongesorteerd
| |
| |
verhaalafval wordt zonder omwegen in het nog vrij afwezige levensverhaal van een onzekere huilebalk gestort. Wij schrijvers horen het regelmatig van verontruste lezers.
Acute identificatieangst kan optreden als de lezer zoveel eigen overtollig leven in het vertelde verhaal heeft gedumpt dat plots de indruk ontstaat dat de verteller in het geniep het levensverhaal van de lezer aan het vertellen is. Dit parasitaire vertellen suggereert een coherentie en doelmatigheid die de lezer in het eigen leven niet ervaart. Naargelang van de reactie op deze beleving kan men drie soorten lezers onderscheiden. De liefhebber viert zijn thuiskomst en leest onmiddellijk nog een boek van dezelfde auteur. De burgerlijke lezer beschouwt de overeenkomst als een evidentie en noteert de namen van de personages. De academische lezer raakt over zijn toeren en boekt een reis naar het land van Arto.
‘Als u even het hoofd een beetje opricht, kunt u aan weerszijden van mijn hoofd, tussen mijn benen de neergeworpen molenaar zien. Op de weg tussen Oulo en Kemi is hij zijn trots en zijn anus verloren. Ik ontmoette hem in een nachtclub in de hoofdstad, waar hij in een bitsig onderonsje verwikkeld was met een dametje uit Vantaa en een chasseur uit Parijs die er net een ontgoochelend weekendje Kokkola had opzitten. Kernpunt van de discussie bleek het ontbreken van een anus en bijbehorend verteringsstelsel in het lichaam van de molenaar. Het hoeft geen betoog dat de molenaar uit het hoge noorden stervende was en daar op deze dansvloer in de hoofdstad onopvallend mee was doorgegaan.’
‘Ik ben een man van eer. Ik heb mijn anus afgestaan aan de vertelkunst.’ De belaagde man probeerde de gemoederen te bedaren door listig in te spelen op eventuele vertelkundige aspiraties in het kamp van zijn aanvallers. Die bleken echter te ontbreken, want de offervaardige molenaar kreeg een eerste trap in het kruis te verteren. ‘Mijn oude molen is zo goed als nieuw, en ik cultiveer in mijn vrije uurtjes een macrobiotisch moestuintje in het vruchtbare overstromingsgebied van een zijrivier van de Kemijoki, de belangrijke verkeersader die in Kemi begint, langs Rovaniemi passeert (onder een mooi verlichte brug) en bij de marktplaats Kemijärvi even verbreedt tot het Kemijärvimeer (järvi betekent immers “meer”) om dan verder oostwaarts te stromen. Mijn tuintje en gecultiveerde babbel hebben mij de welwillende blikken van een sentimentele trien opgeleverd, die ik bereid heb gevonden enkele van mijn vertellende taken van mijn schouders te nemen.
Ik klus immers bij als verteller van een vooraanstaand auteur. Technisch gesproken neem ik alleen de rol van focalisator op mij, maar in één van zijn romans wist ik het vertelperspectief zo sterk op mezelf te richten dat het boek uiteindelijk naar mij genoemd werd. Arto reageerde met een typisch noordelijke razernij toen hij de drukproeven onder ogen kreeg. In een vlaag van maatschappelijke integratie voelde de moegetergde schrijver
| |
| |
zich immers gedegradeerd tot een ordinair bijproduct van zijn werk.’ De chasseur uit Parijs merkte geïrriteerd op dat de schrijvers in zijn land er altijd trots op waren geweest slechts restafval van de tekst te zijn.
‘The girls are much more beautiful in Bergen, et personne parle l'Anglais ici’, sprak hij hardvochtig tot het dametje uit Vantaa. ‘Would you mind if I kissed you’, repliceerde ze puntig. ‘Je voudrais quitter Paris, mais t'es vraiment laide.’ Hierop trok de chasseur uit Parijs zijn arm terug uit het verminkte lichaam van de molenaar en slingerde het druipende lid om de schouders van het dametje uit Vantaa. ‘I have to catch a train at 1.30’, zo bleek. Het tweetal zette een vrolijke paso doble in op de lamlendige drum and bass en stootte de molenaar van de tafel waarop de onachtzame gebruikers hem hadden achtergelaten. Samen met alle andere resten van een avondje sociaal doen moet hij vrij snel in een asbak, een toilet of een glascontainer zijn beland, of gewoon aan de deur zijn gezet, ik weet het niet zeker, u begrijpt dat ik andere zaken aan mijn hoofd had.
Uit het verhaal van de verdwenen molenaar had ik dus kunnen afleiden dat de wraakzuchtige auteur onmiddellijk na inzage van de drukproeven in kwestie de ouderlijke woning in Kittilä had verlaten om de confrontatie met zijn vertelkundig personeel aan te gaan. Een paar honderd kilometer zuidwaarts tot Rovaniemi, dan een honderdtal kilometer zuidwest tot Kemi. De weg tussen Kemi en Oulo volgt mooi de kustlijn. Op die weg staat een oude molen. Zoals u al is verteld wordt het moorddadige rad aangedreven door een zijrivier van de Kemijoki. Ik bestrijd echter het belang van de Kemijoki als verkeersader. In Kemijärvi is immers geen kat. Nochtans zijn de winkels er open op zondag. Dit voor wie er heen wil.
De rest van het verhaal heb ik al eerder verteld. Alles wat niet verteld werd, is zonneklaar. U begrijpt dat deze zwakzinnige molenaar als een ware christenmens zijn lafheid tot deugd proclameerde en het heil van de vertelkunst inriep om de wandaad van zijn schrijver te kunnen ondergaan. Ik zon op wraak (ik ben geen christenmens). Ik nam een tram, overmeesterde de chauffeur en dreef het tuig door de gevel van een academische boekhandel. Zwakzinnig is het juiste woord. Dat heb ik niet gezegd. Terecht werd hij met de witte handschoenen der wet behandeld. Mag ik even? Ik word gehackt. Terecht werd zijn dossier individueel behandeld. Ik was op slag dood. Onderzoekers zijn er nooit in geslaagd te achterhalen hoe de tram uit zijn bedding raakte. Terecht werd geen collectieve beslissing toegestaan. Ik ben een orakel geworden. You can't always get what you want. Nee, meestal niet, nee. U grijpt er ook altijd net naast, neem ik aan. Terecht werd hij op de wachtlijst voor de maatschappij geplaatst.
| |
| |
Die wachtlijst zweeft hoog boven de wolken door middel van opwaartse luchtverplaatsing. De kans op een botsing is er kleiner dan in de straten van de hoofdstad. Het is een veilige plaats voor uw kinderen. U bevindt zich net boven de hoofden van de geleerde mensen uit onze maatschappij. U houdt zich altijd klaar om in te vallen als het product om uw assistentie verzoekt. U stelt zich flexibel op en u bent meertalig. U bent bereid uw eigen vrijheid aan de vrijheid van het product ondergeschikt te maken. U verbindt zich ertoe uw verlangens aan te passen aan de verlangens naar ons product. U verbindt zich ertoe uw verlangens te allen tijde spontaan kenbaar te maken zodra het product u daarom verzoekt. U verbindt zich ertoe nooit tevreden te zijn met wat het product u biedt. U verbindt zich ertoe de psychoanalyse niet te bestuderen. U verbindt zich ertoe te geloven in contingentie en keuzevrijheid. U verbindt zich ertoe geen lichaam te worden.’
Hierop stierf de jonge rijmelaar. Hij had zijn dienst aan het product bewezen. De details zijn geïmpliceerd. Dat zijn ze in het land van Arto altijd. De jongeman was een geheugen geworden, hij had Kemijärvi niet gehaald. Ik liet zijn lichaam in de afvalkoker glijden en viel in slaap.’ Arto trok het plastiek open en begon me te likken, met steeds gulzigere halen en meer gespat. Hij was een nieuw boek aan het voorbereiden, zei hij. Steeds dieper in de zak gebogen likte hij de binnenkant van het plastiek, terwijl zijn haren mijn droogste uithoeken deden afbrokkelen. Steunend met een hand op het onderzeil tastte hij mijn afgevloeide vochten als een voorraad dipsaus af, zo rijkelijk dat hij niet eens hoefde te worden aangebroken.
In de mate dat mijn grondwater daalde en opsteeg in zijn aders, kneep zijn huid het eigen onderliggende vocht doorheen haar roodomrande poriën. De aanraking van beide lichamen genereerde een natuurlijk bruisende emulsie als van met vette kolen bespuwd papier. Het likken haalde open en loste op, het lichaam liet los en zette af. Ik voelde Arto's woorden prikken in mijn suffende spieren. Ik voelde Arto's gedachten door mijn lichaam stromen en adem voor mij halen. Ik voelde Arto in mij komen, ik voelde Arto binnenin. Ik gebruik het woord ‘voelde’, ik gebruik het voorzetsel ‘in’ en het bijwoord ‘binnen’. Ik word gehackt.
Start me up. Een sterfgeval dwingt u om door te dringen tot de diepste innerlijkheid die binnenin de kern van uw inwendige persoonlijkheid is ingekapseld. Mijn beste, u bevindt zich niet tussen vier muren, u bent zonet opgenomen in een leefgemeenschap. Het herstelt de authentieke communicatieve banden waarvan u door tegenstrijdige gevoelens vervreemd was geraakt, maar die diep vanbinnen nooit hun wortels in uw aller spirituele eenheid verloren hebben. Mijn beste, ga rustig liggen. Uw emotioneel evenwicht is geen leugen, of gelooft u ons misschien? De rouwperiode biedt u de gelegenheid tot bezinning in intiem
| |
| |
familieverband. Het is een ritueel dat de zeden verzacht en uw verdere leven even het voordeel van de twijfel geeft.
Mijn beste, neem nu uw gratis twijfelpauze en ga met een gerust hart winkelen. Profiteer nu van een uitzonderlijk diepzinnige aanbieding. Kritische reflectie over vrijheid, gelijkheid, en de veiligheid van uw kinderen, en wij begeleiden de kinderen bij de keuze van ons product. Spaar nu voor uw psychisch welzijn, het aanbod is levenslang geldig. Wij bieden u fiscale voordelen bij spontane opname en nóg latere bezoekuren tijdens het hoogseizoen. Wij bieden u een gratis adoptie bij spontane hospitalisatie en opvang tijdens naschoolse activiteiten. Treed nu toe en wij bieden u de gunstigste wisselkoers tussen behoeften en gevoelens. Meld u nu aan en wij bieden u de wereld van morgen. Dankzij uw financiële steun geldt dit aanbod levenslang. Stap nu in de reservepool en voortaan tellen wij uw dagen.
‘Tot hier en niet verder.’ ‘None shall pass’, gromde de jonge volksdichter, terwijl hij de stadstram dwars op de drukke esplanade tegen de gevel van een academische boekwinkel tot stilstand bracht. ‘Kiitos.’ De vrouw uit Espoo, we hebben haar de blokhutbewoonster genoemd, beklom haar zeteltje in de tram en wierp het onthoofde lichaam van de jonge reiziger een kushandje toe vanop een kasticket. ‘Thank you for dancing with me.’ Ze opende een raam, zette een duikrol in met de ondergaande zon in het vizier en kwam met het gezicht op mijn strak gespannen verpakking terecht. Haar tanden beten zich vast in het plastiek, zodat ik over de volledige breedte openscheurde en als een gistende vrucht op haar lichaam uiteenspatte. Het lichaam slikte me volledig door.
‘She's a girl from the north’, wist de blokhutbewoner uit Espoo. Haastig sloeg ze haar armen om ontsnappende delen. Armen bleek ze in overvloed te hebben. ‘I am very lonesome.’ Ontroerd door mijn spontane uitbarsting raapte ze alles bijeen, terwijl ze de man uit Espoo een hoopvolle blik en wat halfverteerd spul toewierp. Toen ze aanstalten maakte naar Katajanoka te vluchten, het vrachtje aan de borst gesloten als een baby uit een vuilnisemmer, sprak de blokhutbewoner een morele imperatief uit. ‘You cannot go with her.’ Daarna zou er iets vreemds gebeurd zijn, maar het is mij niet duidelijk wat. Waarschijnlijk sprak God de mensheid toe. ‘Laat het slijk der aarde daar waar ik het voorbestemd heb. Het hoort niet aan de moederborst, het hoort in een instelling van openbaar nut.’ In ieder geval dumpte de vrouw uit Espoo mijn resten in een grasperkje voor ze een taxi wenkte.
Misschien vond u dit verhaaleinde clichématig, misschien ongeloofwaardig, misschien zelfs blasfemisch. Misschien bent u van mening dat ik er goed aan had gedaan wat meer aandacht te besteden aan de oude man die gestorven is. Misschien hebt u onderhand genoeg van dit verhaal en
| |
| |
begint u zich stilaan af te vragen of ik hier wel echt opgesloten zit in een molen op de weg tussen Oulo en Kemi, de arm pijnlijk geklemd tussen de plooien van het ineengezakte lichaam van mijn verteller. Uw bekommernissen zijn terecht en worden genoteerd. Indien dit verhaal in gebreke is gebleven, kunt u aanspraak maken op een tegemoetkoming.
Wij zijn hierin formeel. Wij hanteren zeer hoge standaarden voor ons product, opdat de in gebreke gestelde lezer te allen tijde gehoor zou vinden met zijn klacht. Het heeft immers geen zin klacht in te dienen indien het product aan de standaarden voldoet. Ons reglement is hierin formeel, zodat de rechten van de lezer onvervreemdbaar zijn. Standaarden worden alleen aanvaard indien het product er niet aan voldoet. Wij garanderen dat de lezer te allen tijde kan verwijzen naar standaarden die de kwaliteit van het product overstijgen. Wij garanderen de lezer een perspectief om het product te beoordelen en de tekortkomingen ervan helder te formuleren. Wij gaan er dan ook van uit dat de lezer uit deze garantie voldoende vertrouwen put om tegen het product in kwestie geen bezwaar in te dienen. You can't always get what you want. We zijn hierin formed. Vrijheid, gelijkheid. Probatum est.
‘Ik ben een jonge volksdichter. Ze noemen mij wel eens de reiziger door het land van Arto, omdat ik in de ban raakte van de beroemde volksschrijver Arto tijdens mijn vlucht naar het noorden. Op de trein naar Kemijärvi deelde ik dan ook een slaapkamer met de man uit Kittilä. Ik was opgestapt in de hoofdstad en polemiseerde over de plaats van Mannerheim in het stadsbeeld (tegenover het museum voor hedendaagse kunst). Had ik beter niet gedaan. ‘Wie heeft de geschiedenis van ons land verteld?’, vroeg hij me op de man af. Ik wees voorzichtig op het boek dat een kwarteeuw voor Arto's geboorte in dit land werd geschreven. ‘Heeft hij het verteld? Heeft Mannerheim het verteld? Hebben onze surrealisten het verteld?’
In ieder geval de surrealisten niet. Elk vleugje verbeelding brengt ons enkel verder van huis. De waarheid over ons leven is niet iets dat u ergens in of ergens achter moet gaan zoeken. De waarheid is datgene dat u onder ogen moet zien. Heel wat mensen lijden, heel wat mensen worden onderdrukt, en de meesten onder hen zijn daar maar wat gelukkig mee. De redding is immers nabij, en de waarheid, de echte waarheid, die zijn we op het spoor. Volgens de recentste bevindingen geldt dit aanbod levenslang. Wij bieden u een levenslang verblijf in de geruststellende schaduw van waarheid, vrijheid en overvloed. Wij bieden u de belofte dat het leven binnenkort de moeite waard zal zijn om lief te hebben. Dit aanbod geldt zolang u er om blijft vragen. Wij bieden u een nieuwe verteller. Blow, winds, and crack your cheeks.
‘Wie schrijft de geschiedenis, en wie vertelt ze? En wie focaliseert? Waarover gaat dit?’ Een vertelkundig medewerker ontmoette in de
| |
| |
hoofdstad eens een chasseur uit Parijs die meende dat in zijn land het auteurschap een dipje had gekend. In Kemijärvi had een jonge reiziger door het land van Arto een onderhoud met twee Amerikanen die volhielden dat alle kennis in laatste instantie tot vertellingen was terug te brengen. Beiden zouden ondertussen een gruwelijke dood zijn gestorven, als ik alle verhalen mag geloven. Nu zal ik u eens iets vertellen. Wie waagt het hier in mijn naam te spreken? Ik ben verantwoordelijk voor heel wat vertelsels, Arto de volksschrijver, samen met al zijn collega's in het vak, zijn collega's in de schone kunsten, of zij die erover schrijven.
Wij kunnen het immers goed zeggen, beter dan u, dat begrijpt u. Ik begrijp het niet. En de molenaar zou het over zichzelf hebben, die begrijpt dit al helemaal niet. Wij hebben dan ook succesvol gesolliciteerd naar de licentie om uw geschiedenis te vertellen. Tussen droom en daad staan slechts wij in de weg. Twee mensen uit het hoge noorden - is een derde in het spel. U droomt, u stelt daden, en wij zorgen ervoor dat beide niet interfereren. Blow your harmonica, Sam.
Uw collectieve actie schrijft de geschiedenis van uw collectieve leven, wij vertellen u erover voor u gaat slapen. Uw collectieve actie bevestigt het status-quo, wij vertellen u een verhaal. Wij bieden u een evolutie met een perspectief, het sluitstuk van uw wereld. Is dat niet wat politiek is, de reproductie van het perspectief? Men zegt dat alles moet blijven veranderen om steeds hetzelfde te blijven. In de praktijk blijft alles steeds hetzelfde om de verandering in het perspectief te houden, om de betekenis van verandering in stand te houden. Op de weg tussen Oulo en Kemi is een oude man gestorven.
‘Gisteren nog kwam de oude man bij me langs. Het lijkt alsof alles gisteren nog gebeurde, dat vertellende gisteren waarvan ik het geheugen ben. Ik had een formulier ingevuld, aangetekend naar het atelier in Kittilä gestuurd en om een renteloze afbetaling in schijven verzocht. Zoals in de aanwijzingen en presenteersuggesties was aangegeven, nam ik beleefd de jas van de oude man aan en bood ik hem mijn woonkamer aan. Hij taxeerde, koos en ging diep in de kamer staan. Rechtop, het gezicht naar de verste muur gericht. Mijn bewegingsruimte werd door dit manoeuvre fel ingeperkt, want ik moest me erg haasten om nog net tussen de oude man en de muur plaats te nemen.
Hij doorbrak zijn stilzwijgen op gezette tijden om een naam af te roepen. Telkens als ik aanstalten maakte aan dit commando gehoor te geven en wat duiding bij de naam te zoeken, begon de oude man geïrriteerd maar zonder twijfel het lichaam in de richting van de muur te schuiven. Ik herhaalde. Hij bleef staan. Opnieuw. ‘Kalervo Palsa.’ Die kende ik van een tentoonstelling in Rovaniemi waarover een jonge volksdichter me had verteld. Ik verwachtte de reiziger trouwens in mijn blokhut op de weg tussen Oulo en Kemi. Omdat hij nog niet was komen
| |
| |
opdagen, sloeg ik wel eens de hand aan een roman en maakte mezelf klaar. Men had mij verzekerd dat het levensverhaal van de oude man niet saai was, zodat ik toch een aardige voorraad romans had ingeslagen. Ik overschatte mezelf niet.
‘Palsa, ja die ken ik, dat zijn fallussen, allemaal fallussen, veel en grote fallussen, die lijken en opgehangen lichamen penetreren, en ongeboren mensen uit hun baarmoeders ranselen. Er zijn ook oude mannen op stoelen in kleine kamers waar geen zonlicht binnen kan, zodat een dikke ij slaag het lege bed bedekt. Palsa is een late exponent van het postsurrealisme. Zijn werk stelt openlijk de verbeelding in vraag en bespot de pretenties van het surrealisme door de vormelijke technieken van de droomwereld te laten ingrijpen op een realistische setting. Het schokeffect dat hierdoor ontstaat, bevestigt de opvatting dat de droom niet de plaats is waar het reële ongestoord naar boven kan komen, maar integendeel een bescherming vormt tegen de onverdraaglijke intimidatie door het reële in het dagelijkse leven. Met de onverholen kritiek op het surrealisme reageert het postsurrealisme tegen de verheerlijking van de verbeelding als vrije haven en negatief van de maatschappij.’
Toen het spreken stopte, waren zowel de oude man als ikzelf ontstemd. De machinale commando's hadden mij in een goed omlijnd formaat opgeslagen, maar de gegevens wrongen in hun nieuwe pakje. Nog voor ik de tijd had om tegen mijn verouderde geheugen een beroep aan te tekenen, begon de oude man een etiket af te drukken. ‘The artistic production of Kalervo Palsa has been described as weird, perverse and insane.’ Het klonk als Engels, maar mijn kennis van die taal beperkt zich tot ‘phone me’ en ‘thank you for dancing with me’. Hoe ik die jonge volksdichter kon begrijpen valt niet te verklaren. Ik herhaalde. Een nieuwe naam. Ik herhaalde. Nog een naam. Het afdrukken begon.
Terwijl de commando's bleven binnenstromen, werd mijn huid beetje bij beetje ingepalmd door drukwerk. Pas na enkele vouwen merkte ik dat mijn linkerarm het omslag was. Het ontwerp bleek ietwat barok, een minutieus uitgetekende vorm en bij momenten heftig flakkerend geweld. Een perspectivisch gedrukte zuilengang, op de voorgrond een oude man die de linkerarm om een zuil geslagen houdt. De mythologische taferelen op de zuilen illustreren het drievoudige verlangen van de man, weerspiegeld in de drie punten die zijn grimlach verbindt - de zuilengang stutten, de ondergang omarmen, of achter een zuil staan en wachten tot de boel naar beneden komt.
Ik was een geweldig product. Ouderwetse meerzinnigheid. Nadat ze mij met strakke koorden had ingebonden, sputterde de machine nog een laatste etiket. Het zelfklevende papier kwam op mijn achterflap terecht en werd ingelezen door een scanner die aan de lopende band gemonteerd was waarop ik na het bezoek van de oude man terechtkwam. Zonder
| |
| |
veel omhaal stortte men mij uit tussen vier muren, die de ruimte afbakenden die ik me had veroverd. Dat was allemaal gisteren nog. Ik begon te spreken, ik was een geheugen geworden. Een naam. Ze herhaalden. Wie vertelt? Ze noteren. Na enige tijd is er een product. Zodra er een product is, worden ze vertellers, vertellers van het product. Ze zijn de catalogus van het product, ze zijn het geheugen van het product, ze zijn het product van het product. De gegevens en het programma vallen samen. Het product geeft mee, maar het geeft niet toe.
‘Hij was een reiziger door het land van Arto’, sprak de man na afdruk van zijn laatste etiket. ‘Zijn principiële tegendraadsheid vond hij weerspiegeld in de hoopvolle klank van taal en muziek. Als bevlogen dichter belichaamde hij trots en rechtvaardigheid, het negatief van de vulgaire massacultuur. Misschien wat naïef, maar dat is geen schande. Kunst en liefde waren de enige zuilen die hij erkende.’ Een oude man is gestorven.’ Een oude man is gestorven.’ Een oude man is gestorven.’ Een oude man is gestorven.’ Een oude man is gestorven.
|
|