Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 149

[p. 347]

Erik Lindner
Gedichten

De tuin ligt tussen de weg en het raam
ik betrapte mijn droom door erin op te staan

en nog haal je je schouders op
in het midden van alles wat je omhelst

dat wagenwiel en die gekante bakstenen
de stoel die maar blijft staan

hoe zacht lijn zeven naar hoboken
om het terras athene been draait

een boom is lichter dan de andere
op de vloer valt het zonlicht op je voeten.

[p. 348]

 

Ik zag je op een wagen door het dorp gaan. Kleur

 

op de achterkant van een vakblad voor fotografen.

 

Glas in je hand, moeizame glimlach. De korte weg

 

de deur uit is die langs tromgeroffel en kinderpartij

 

 

 

Waak over het gezang van padvinders. Over stenen

 

die dragen. Nee, geen ijsblokjes. Piepend trekt een

 

accordeon vol lucht. Koud is de hand die je van de

 

oppervlakte losmaakt. Plat op het water sla je om.