Dus, dus, mijnheer Fabius, het ene volgt niet automatisch uit het andere.
Ik kan het u maar niet naar de zin maken. Laat ik het zo zeggen: de hemel is meer een psychische toestand, een zielskwestie zogezegd. De apostel Paulus - van hem hebt u toch wel gehoord? - de apostel Paulus, herinner ik mij, spreekt over de hemel als een rustplaats der zielen.
Zoals ik zei: een toestand. Het vaderland van de ziel, als ik ook eens dichterlijk mag zijn.
Wel mooi, maar moeilijk in te denken... Ik heb nu tenminste een schemerig besef van de hemel... Een groot sanatorium zonder zieken, een kaartclub zonder kaarten of een fietsclub zonder fietsen.
(verontwaardigd)
Mijnheer Marius! Dat is toch... Dat gaat te ver! Dat hoef ik niet te nemen!
(staat op en loopt weg)
Adieu, mijnheer Marius, het ga u goed.
(haalt hem in en houdt hem tegen bij zijn arm)
Mijnheer Fabius, duizendmaal excuus, ik liet mij meeslepen door mijn eeuwige twijfel.
Ik ben bereid uw excuus te aanvaarden. Maar ik zeg er eerlijk bij: ik heb genoeg van uw platte materialistische opmerkingen.
Wat wilt u? Mijn enig houvast is de materie. Maar ik wil u een concessie doen. Ik heb nu toch dankzij u een eerste voorstelling van de hemel gekregen.
(sarcastisch)
Wel, wel, we vorderen dus toch.
En u vat die rustplaats waar de apostel Paulus van spreekt dus op als realiteit?
Natuurlijk. Daar ben ik een christen voor.
En ik hoef er niet op te rekenen dat ik in de hemel met engelen krijg te maken?
Als u ooit in de hemel belandt - nee.
En muziek, harpen en hemelse stemmen? Zelfs voor de niet-muzikalen?
(met een begin van wanhoop)
Nee, nee, in godsnaam nee.
Maar waar had de apostel Paulus zijn kennis omtrent de hemel vandaan?
Mijnheer Marius, u drijft mij tot vertwijfeling en ik begrijp zelf niet waarom ik u nog antwoord geef... De apostel Paulus was een geroepene, mijnheer Marius, een ingewijde. Hij sprak over de hemel op zijn manier. Ik wil het doen op de mijne. De hemel, mijn vriend, is een afbeelding, nee, een boven de natuur uitrijzende eeuwigheid.
Dat gaat mijn voorstellingsvermogen wel te boven.
Nee, luistert u. De hemel waarin wij christenen geloven, is een plaats of een toestand, als u wilt, waar Gods wereldplan aan ons