Over andersglobalisering lees ik het liefst Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, ook al omdat hij zelf tijdens de eerste regeerperiode van Bill Clinton voorzitter was van de Raad van Economische Adviseurs en nadien - tot begin 2000 - senior vice-president van de Wereldbank. Hij vindt dat het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie de peetvaders zijn van een losgeslagen kapitalisme en een perverse globalisering, die haaks staan op waarden zoals sociale rechtvaardigheid, ecologische bekommernissen, democratische medezeggenschap. Hij blijft geloven in de vrije markt, maar pleit voor sociale, ecologische en democratische ingrepen van de overheid.
Méér staatsinterventies dus. Hij betoogt dat de economische crisissen die landen zoals Mexico, Argentinië, Brazilië, Indonesië, Zuid-Korea, Thailand en Rusland tijdens de laatste acht jaar hebben meegemaakt, aan die far-westglobalisering zijn toe te schrijven. De enige grote economieën die in dezelfde periode geen crisis kenden, zijn India en China, twee landen die de kapitaalstromen controleren. Het systeem staat op barsten, zoals blijkt uit de dotcomluchtbel, de overinvestering in de telecomsector en de corruptie bij giganten als Enron en WorldCom. 11 september is nog maar de opmaat van wat komen zal.
En de antiglobalisering dan? Die beweegt zich meer op het domein van socio-culturele tendensen en houdt een pleidooi voor het verschil. De beweging wil weg van de ‘McDonaldisering’ van de cultuur, waarmee wordt bedoeld het uitgummen van de culturele verscheidenheid en rijke diversiteit tussen volkeren, landen, religies, talen, door de toenemende amerikanisering van de wereld als ‘global village’. Wie kan daar tegen zijn? Maar anderzijds schuilt ook in het discours van de eigen identiteit van elke cultuur een gevaar. Culturen, volkeren, talen, religies... kunnen worden geperverteerd, misbruikt voor extreem nationalistische of fundamentalistische doeleinden, wat leidt tot rassenhaat, genocide, kruistochten. Bovendien: moeten al die diverse culturen zich niet plooien naar de universele rechten van de mens, tekeergaan tegen misbruiken als kinderarbeid en de verdrukking van de vrouw, en de scheiding tussen kerk en staat doorvoeren? Moet de cultus van het culturele verschil dus niet worden gecorrigeerd door een zekere globalisering, zoals omgekeerd de economische globalisering moet worden gecorrigeerd door interventies van de onderling verschillende staten?
Hugo Bousset