Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 146
(2001)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 621]
| |
Alfred Schaffer
| |
[pagina 622]
| |
Zelfs een oordeel biedt geen oplossing1
Ooit, laat in de middag, werd de stad plotseling
toegezongen uit een van de vele luidsprekers.
Op vluchtstroken verschenen slenterende mannen.
Waren zij werkelijk in gebed of dienden zij enkel als vergelijking?
Even verderop werden telefoonverbindingen verbroken,
tanden ontbloot. Daar was de lucht massief, heet,
men kleedde zich uit en wreef fijn, verkoelend zand
over elkaars huid.
Deze geschiedenis zou zich vele malen herhalen.
2
Tijd om recht te doen aan het zonlicht:
de held van dit verhaal en zijn prachtige vrouw
nemen met brede gebaren afscheid en verdwijnen
in een gereedstaande helikopter.
Kijk de nietsvermoedende aanwezigen uitbundig zwaaien!
Zij kunnen nu ieder moment achterblijven.
| |
[pagina 623]
| |
De priesterAls jongetje zwierf hij door stoffige buitenwijken.
Zwaaiend met zijn armpjes als een soldaat.
Bij het park zag hij
hoe eenvoudig mensen kunnen verdwijnen.
Hij tekent landkaarten tot hij een doelwit kan ontcijferen
en zegt: ‘In de toendra had ik geen symbolen nodig.
Daar kon ik als het moest binnen een uur een tent opzetten
terwijl sneeuw en ijs in mijn gezicht sloegen,
een tent waarin ik deze gebaren heb geleerd en vrouwen ontkleedde.’
Zijn leeftijd is moeilijk te schatten: elke nacht
hakt hij diepe kuilen in de keiharde grond naast zijn huis en probeert hij,
al voorspellen de berichten weinig goeds,
ongestoord naar de radio te luisteren,
te zoeken wat voorhanden is.
| |
[pagina 624]
| |
De geleidelijke ondergang van onze gids in vier episodes1
Aan de overkant van deze rivier begint de woestijn.
Tegen de hellingen hebben vissershutten gestaan,
kleine hutten met ramen en deuren op het noorden.
De rivier dient als grens; het water is niet langer drinkbaar.
Elke dag weer verdwenen hier meer en meer mensen.
Mannen gingen veelvuldig met elkaar op de vuist,
ze schreeuwden tot het schuim op hun lippen stond.
Een van de mannen had een kinderstem. Overdag zat hij
langs de grote weg naar het zuiden en telde de auto's.
In bad ontcijferde hij het probleem van snelheid en licht.
's Nachts doceerde hij zijn woedeaanvallen vakkundig.
2
Op een ochtend lagen alle gasten van het enige hotel
hier verderop aan de rivier dood in hun bed: dat was het begin.
Radeloos liep de hoteleigenaar van kamer naar kamer -
zijn vrouw hing roerloos in een stoel. Zo keek ze hem aan.
Hij verbrandde wat in het hotel had gestaan en daarna het hotel.
| |
[pagina 625]
| |
3
De eerste man die hier arriveerde had vreemde gewoontes.
Hij speelde uren met vlinders. Hij wilde een opera bouwen.
Een kleine tot middelgrote vogel kon hij dood uit de lucht
laten vallen zonder een zichtbare handeling te verrichten.
Zijn laatste vrouw had werkelijk de allerzachtste handen.
De man bezat vele kinderen die hij als een kudde schapen
in bedwang hield door voortdurend om hen heen te cirkelen.
De vrouw met de allerzachtste handen vluchtte ten slotte
van hem weg maar uit het oog verloor ze hem niet.
In elk verhaal geef ik haar een ander gezicht, een andere lach,
een andere geur, zodat hij haar nooit meer weg kan jagen.
Op hoge leeftijd verdween de man en na maanden kwam hij
bij een zee. Daar trok hij een reusachtig schip het water in.
4
Wat meer kan ik zeggen. Geef mij water, ik ben moe.
De belangrijkste routes die nu in gebruik zijn ontstonden
toen grote groepen olifanten, op zoek naar een drinkplaats,
zich een weg moesten banen door de dichtbegroeide wouden.
Jagers, en nog veel later de eerste ontdekkingsreizigers,
hoefden slechts de breed uitgesleten paden te volgen
om grote delen van het land te bereiken.
| |
[pagina 626]
| |
Signalement van een etmaalDit is de dag waarop ze hem ontmoeten zal
en ze vindt hem op het plein voor een paleis.
Ze vindt hem in een tram. Ze vindt hem in een bioscoop,
in een huis waar hij berekent hoe stevig het ijs op het
meer.
Ze reist per trein met een kind aan de hand naar een haven
maar niemand herkent de figuur die zij aanwijst.
Daarna vindt ze hem in een park terwijl het kind
naar haar zwaait vanuit een draaimolen,
dit kind dat een hond in een veld ontdekte
en het verstijfde dier omhooghield als een offer.
En uiteindelijk, precies op tijd, vindt ze hem terug
daar waar hij met een stok in het ijs staat te prikken.
Bladeren filteren het licht. Niet te zien of zij lachen of praten.
| |
[pagina 627]
| |
Het briefgeheim als boemerangNu zal ik je alles vertellen. Het werd tijd zou je zo zeggen.
Om mij heen zitten mensen te lezen,
ik heb tenminste nog niemand zien schrijven.
‘Waar mag het over gaan?’
Het is hier best gezellig, als in een eersteklas coupé
waar ik kijk naar voorbijschietende perrons.
De passagiers vermaken elkaar met smakelijke verhalen
en vluchtig oogcontact. Nieuwsgierig buigen zij zo ver mogelijk voorover
om de spannendste delen vooral niet mis te lopen.
Bij onze eindbestemming aangekomen sta ik naast de vrouw
die schuin tegenover mij zat. Ze trekt haar rok glad
en ik zal iets moeten verzinnen
dus ik zeg: ‘Ik haal zomer en winter door elkaar.’
En zij zegt: ‘Daar kun jij ook niets aan doen.’
Ik ben bang voor onschuldig kijkende mensen.
Onderweg naar deze plek was er een heel oponthoud ontstaan
tegen de trappen van een monumentaal gebouw.
Twee mannen hielden een grote, witte rechthoek omhoog
om zonlicht op te vangen.
Het was een fotosessie met kinderen in kleertjes werkelijk
schattig.
Ouders waren in geen velden of wegen te bekennen.
De fotografe had voor het effect een enorme bril opgezet
met daarop van die namaakogen.
Ze kon er dus niet echt mee zien.
Dat maakte het extra grappig.
Misschien vonden de kinderen dat ook.
Ik heb moed moeten verzamelen om je te schrijven.
Ik krijg er zelfs honger van, en jij?
Tegenwoordig gebruik ik de warme maaltijd
| |
[pagina 628]
| |
tijdens de lunch zodat de boel beter kan verteren.
Gek, als ik 's avonds in de bus
door de ramen naar buiten staar,
is het alsof ik de enige ben die weet wat er vandaag gebeurde.
Gisteren nam ik vele malen afscheid. Of ik erg aangegrepen was?
Ik dacht: alle gezichten die ik leer kennen
vormen samen een voorstelling zonder kop of staart
waar ik bovendien geregeld bij afdwaal.
Maar als ik niet naar die voorstelling kijk,
waar kijk ik dan naar?
Later liep een soldaat lallend over straat.
Hij begon me uit te schelden toen ik geen sigaret voor hem had -
je weet toch dat ik gestopt ben?
| |
[pagina 629]
| |
Het evenwijdig universumIn die tijd stond Superman bekend als uiterst vriendelijk.
Aan de ontbijttafel groette hij beleefd,
gaf desgewenst de suiker door
en genoot van het adembenemende panorama.
Hij speelde oude muziek als hij besluiten maakte
en belde daarna zijn moeder.
Tot de nacht dat de ramen van zijn geboortehuis werden ingegooid
hing zijn ballongezicht als in een jongensdroom
door de hele stad.
Hij vroeg: heb medelijden met mijn situatie,
maar moest met zijn vuist zwaaien
om de aandacht vast te houden.
Hij werd De Grote Afwezige. In het geniep
zat hij op de achterste rij van theaters
en brulde om nog een toegift, of grijnsde minutenlang
naar vrouwen in de lift via spiegels
en wachtte zijn kansen af.
Wonderen heeft hij verricht door op onbewaakte momenten
voorover te buigen
en iets in een oor te fluisteren,
door snorren te tekenen op foto's van onbekenden
in de plakboeken die hij meenam naar audities.
Hij kon werkelijk vliegen. Wanneer hij zich verveelde
huurde hij doodgewoon een paar lachfilms.
| |
[pagina 630]
| |
De kracht van een goede maaltijdZe vergezelt hem naar feesten waar hij nog welkom is
en gaat zitten aan hetzelfde tafeltje, haar blik op de eetzaal,
haar rug tegen de muur - het middelpunt van elke avond.
Het blijft haar dikwijls lang onduidelijk waar hij zich bevindt.
Wanneer zij prachtige kledingstukken voor de spiegel past
of op het punt staat hem te zoeken, bedenkt ze
nieuwe lievelingsgerechten, gooit alle benodigde ingrediënten
bij elkaar, voegt zout en peper toe naar smaak.
Haar man kan alles wat hij aanraakt veranderen in goud.
Soms moet ze hem drie keer dezelfde vraag stellen.
Geef haar genoeg voorbereidingstijd, de toegang
tot zijn lichaam, en hij buiten levensgevaar, uitgehongerd.
| |
[pagina 631]
| |
Zij bewaren zichzelf voor laterTijdens hun befaamde tocht baart zij een dochter
en hij leest de gelukstelegrammen voor
die zij uit alle hoeken van de wereld ontvangen.
Ze ligt op haar zij in het achterste
en stevigste gedeelte van de boot die hij samen met een vriend
maakte uit een oude schuur die zij vonden
in de bergen nabij hun dorp.
Hij eist niet langer al haar aandacht voor zichzelf.
Zij zijn nauwelijks vermagerd.
Het kleine hoofd van de dochter kalmeert hen.
Wat helpt een achtergrond hier nog?
Alles wat zij kunnen vermoeden bevindt zich onder het wateroppervlak.
Het water is uitgevonden om hen te behoeden.
Met het kind erbij is de boot dieper gaan liggen.
's Nachts rust de man in de armen van de vrouw
en vraagt om uitstel.
| |
[pagina 632]
| |
Leg eens uit hoe dat voeltHeeft u gewonnen? Loop dan even mee naar achteren,
hier komt een willekeurig einde aan. Waar zijn uw adviseurs,
of bent u voorbereid? ‘Je komt er tegenwoordig
niet meer aan te pas.’ Een paleis voor uw gedachten.
Nu u zo weinig heeft te zeggen, laat ik vast verklappen
waar wij u niet op gewezen hebben: het tegenlicht,
het prijzengeld, de voorgeschreven zinnen, de herhaling
tot vervelens toe en de gevolgen desondanks.
Zoveel woordkeus komt eraan te pas als u bevatten kunt.
Wij schrappen niets, u bent van onschatbare waarde. Wij
kunnen u zelfs onmogelijk met droge ogen aanschouwen.
Blijft u hier maar even staan. Zo mist u alle hoogtepunten.
Fraai is dat: is het buitenaards genoeg, blijkt er altijd weer
een markt voor te vinden. Blij dat dit eruit is?
|
|