[2001/3]
Beste lezers,
Op 21 juni wordt in Perdu, Kloveniersburgwal, Amsterdam het epifanie-nummer gepresenteerd, met auteurs, videasten en musici.
Maar wat is epifanie? Leen Huet, die de aanzet tot de aflevering gaf, schreef: ‘Epifanie: een oude religieuze term voor de verschijning van het goddelijke in de wereld. Een mooi woord voor de ogenblikken waarop iets onbekends, een nieuwe intensiteit ons leven aanraakt, waardoor de dingen in een ander licht verschijnen en samenvallen.’
Hoewel Leen Huet zelf ingaat op mystieke ervaringen bij de middeleeuwse Marguerite Porete, ligt de klemtoon van het nummer toch op wat Virginia Woolf ‘moments of being’ noemde, en wat Elke D'hoker zelfs bestempelt als ‘postmoderne epifanie’. Daarmee bedoelt ze het volgende: ‘Wars van geloof in de harmonie van de wereld of in de creativiteit van de kunstenaar om die harmonie te herstellen, worden buitengewone momenten in hun ongrijpbaarheid opgeroepen, eerder dan opgelost. Anders gezegd, het bovenmenselijke aspect van de epifanie wordt bevestigd in een menselijke poging het te ontkennen.’ De enige manier om het ‘absolute mysterie van de dingen te tonen’ lijkt ‘de enscenering van zoveel pogingen het te ontsluieren’. Op die wijze komt de kunstenaar tegemoet aan wat Rüdiger Safranski zo treffend ‘Transzendenzverrat’ noemde.
Hoe worden die ‘moments of being’ dan ingevuld? Jacq Vogelaar houdt een ware evenwichtsoefening om iets te zien ‘op het randje van de pijngrens’, ‘boven een volslagen duisternis balancerend’. Maria van Daalen inspireert zich op de Afrikaanse menggodsdiensten, zoals ‘palo’, waarin ‘the concept of twinning’ primeert, want elke oorspronkelijk Afrikaanse god heeft zijn katholieke heilige als ‘dubbel’, en is zelf intrinsiek ook dubbel, bijvoorbeeld de donkerharige kinderrijke moedergodin en de blonde onvruchtbare liefdesgodin, die dezelfde naam dragen: Erzuli. Marc Kregting zoekt