Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 142
(1997)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 547]
| |
[pagina 548]
| |
Bijna
niemand komt hier voorbij,
zei iemand in de afzink
van de 42ste
naar straatniveau (diep inademen)
en toch heeft het alles
van een houvast -
een met roest en wieren overdekt
wrak van het echte, scheefgezakt in rioolwater
waarvan niemand weet
hoe dodelijk het is, zelfs uit de bronsteen
die koelte vertegenwoordigt, op het heetst van de dag
| |
[pagina 549]
| |
waarin de ene onderstroom
tegen de andere beweegt
als een ramp (replay)
die we kennen zodat er geen einde aan komt -
want dat zouden we willen
een nalatigheid
van de lust
jij en de verlichte staat
van je slaap, gloeiend
van verwachting die er geen is, in afdrift
van escapades en wat ertoe doet
beneden het traject van satellieten (spyzones & nut
van het global positioning system),
tijdelijke
onstabiliteit - o
| |
[pagina 550]
| |
de opgefokte schoonheid in cibachromes
van Tokio
in de zon volgens David Byrne
Laat mij nu eerst
dit blik erwten openmaken. De geneugten
van defenestratie
volgens de remslaap
De wereld en zijn schijngestalten
In zijn schijngestalten
de wereld, dag
wereld, dag schijngestalten
Was dat de afspraak wel?
| |
[pagina 551]
| |
Bijnaschiet je gemoed vol:
Shigeru Ban bij Tokio, waar Japanners
(inwoners van Japan)
in de regel vastzitten (onder meubilair}
en sterven bij een aardbeving is een woonproject
tegen aardbevingen uitaedokferd.
(Mededeling van openbaar nut)
Het is een geruststelling als ‘Vanavond
zal ons verdriet een einde nemen’
of ‘Zal ik je rug inzepen?’ of
‘Een vrouw wat
is dat?’ of ‘Op de markt
is geen plaats voor macht, alleen
| |
[pagina 552]
| |
voor dagelijkse verkiezingen’
(Applaus op alle banken)
Groen licht
over Bagdad. Jij en je
verwachtingen. Uw commerciële geest
en contactvaardigheid. Het wordt
alleen maar smeriger. De zon is verdwenen.
Aardige fotocollectie
van Pol Pot. Zei je wat? O nee,
het gebeurt wéér. Deze capsule is een noodsysteem.
You want a fuckin' medal for that? Te laat
is pech gehad
en slimmer helpt niet. Oeps,
jammer van je jus d'orange.
In zijn hardnekkigheid
een wesp als pastiche
| |
[pagina 553]
| |
van een aanvallige wesp. [je meent het) Is dit nu gerommel van het Continentaal plat?
Here comes the Big One
(Bijna -
De laatste doet het licht uit.
Maar waar zit de knop?
| |
Bijnagaf ik te kennen
iemand in zijn uitspraken
aangespoeld - een afgekondigd hiernamaals, wat een giller, vernielde muren,
het negen, aardbeien opengesmeerd, tot vandaag een staketsel, gladge-
schaafd, veengrond naar veengrond, de mobiele stad, flitsluchten, van het vizier,
een scheve kaak, voor de zelfontspanner, want zo weet ik je te vinden, we bran-
| |
[pagina 554]
| |
den allemaal op - maar weet ze wat ze bedoelt?
Verwoord treedt het in
tot het louter afvallige
en wie zei iets over afkeer
of vervulling?
Soms zie ik een enorme modderstroom en ik denk:
tijd om te gaan.
Is woudvlucht nog mogelijk?
(National Geographic)
Is de wereld vol
getrouwde mannen?
(Jackie Collins)
| |
[pagina 555]
| |
ik zie er als een berg tegenop
als een berg ben ik
ik ben er weg van
| |
Bijnaiedereen wist
dat ik inbinden zou. De continuïteit,
ik geef ze je mee. Ik zei,
die melk is al zuur.
Dave, deed ik, daar
gaan de knikkers.
Er blijft je één kans.
Iemand oefent piano,
zwaait met het slamandje.
(Ach ja, op deze etage woont Katz
glorieus) De tijd dringt nu zo
dat je elk moment je hand ziet
omgaan in, tja, stollend
eiwit, even verlost
van de dwang tot focussen,
die culturele neurose,
waarin we gebaad worden en
baden, met een aura verguld
en vormelijk als Europa,
maar onthutst, bijkans tot tranen
geroerd, zie je
John Kelly Janice Licalsi
omhelzen in de demping
van licht met jaloezieën
en gefluister, zwaar aangerekend
in de code van de intimiteit
(waardoor zich de hoop installeert
| |
[pagina 556]
| |
dat, tegen de achtergrond
van de stad als betekenisloos
in haar materialen, producten,
cashflow, hedonisme, structuur,
John en Janice
middels hun erotische engagement
het sociale weefsel
in dit soort onafwendbare metaforiek leiden
als ‘een hand in een handschoen’
(blijkbaar hebben mensen de
aangeleerde behoefte
hun culturele identiteit
te markeren in territoriale termen
door hun lokale gemeenschap
te organiseren, greep
te krijgen op hun werk- en
woonplaats, liefde,
lust en geluk telkens weer
uit te vinden in de abstractie
van dit nieuwe, historische
landschap met het gevaar
dat de parameters
van hun ‘specifieke identiteit’,
die het begrip plek weer met zin
opladen moet,
juist onmededeelbaar worden
aan de andere stammen,
ware buitenstaanders, in
hetzelfde geval, zeg maar)
zodat het lukrake
(die coup de dés toch)
wordt geframed met het oog op
die knechting waaraan we,
| |
[pagina 557]
| |
draai het of keer het,
een minimale densiteit ontlenen
zodat ik je in de ogen kan kijken
(met Levinas: ethiek
als eerste filosofie) al was het
op basis van de maxime
‘Gij zult niet doden’,
overschrijdbaar, doch ingeperkt
door dat andere, fragiele frame,
wet genaamd en dan nog)
al vermag - op deze set -
dit erotische incident niet meer
te zijn dan een allegorie,
klotsend tegen de kaai van haar eigen
onmogelijke
allegorese (of - om
uit het informele register te putten -
een scheet in een fles)
en hoewel zij daar
eisen dat het Schönberg betreft,
Ligeti of, ten minste, Sjosjtakovits
(spel je dat zo?), Phil Glass, Mertens
zelfs, zijn het Diana Ross, Kylie
Minogue en Rob de Nijs
die het 'm doen.
Er is geen banger hart
dan dat van mij.
Dankzij de dag wil je leven.
Daar heb je de deur.
Gebruik ze.
Groovy
Ondertussen, op de set van NYPD
Blue...
| |
[pagina 558]
| |
Bijnagingen we op
in onze representaties,
onopgemerkte vormen
van sentiment
en onderwerping en ons geduld
ging
daar
ging ons geduld
tijdens de barbecue
aangekaart
verloren, niemand weet
hoe je te behoeden
| |
[pagina 559]
| |
voor het minste dat ons ontbreekt -
een douche, tampon, reservewiel -
men ziet hoe je instapt
De wereld na
de poëzie,
aan de andere kant van de straat
ontelbare ruïnes,
droomwerk
als het genot
van zijn eigen onmogelijkheid,
geen sneeuw, orde
over het tumult van de stad, de menselijke natuur
haast
een document als rest van de koorts
die we zijn
| |
[pagina 560]
| |
kunnen
o nee
och was ik maar
| |
Bijnaeen obscuur
begin van denken
dat ons raakt, een hand
in de nek, geeuwend
tegen de planken
een catastrofe
van het moment
die al plaatsvond,
| |
[pagina 561]
| |
bruinrot; duizendschoon;
besmetting; trefwoord;
crash; alleluja;
gaslek; vernuft.
geen haar gekrenkt
daar zijn:
de violen
Je tegenwerping
En dan, baby,
dan
| |
[pagina 562]
| |
Bijnavan slag
want wat moet je beginnen
met dit minimale
offer, een vasten van de geest -
tastbaar
als een maatregel -
dus hij zou alles voor je doen?
is dat duidelijk genoeg?
(rechtstaan)
Onze herinneringen als
corrupte versies van een tekst
(zitten) die zelf verstorven
herinnering is
| |
[pagina 563]
| |
minus dia's, super 8, koopvideo,
vlammen uit het papier opgelaaid.
Je ligt in een deuk.
Vandaag hadden we thuis moeten
komen.
De catastrofe is (rechtstaan)
wat onze dag maakt:
loeiharde motoren,
kerosinedampen, schimmels
in het vuilnis, een veerboot
die zinkt,
(zitten) maar waar
is het Tanganika-meer?
(Allemaal samen:
| |
[pagina 564]
| |
[pagina 565]
| |
|