Hei,
psssst,
loeleken,
tsjak, tsjak
put,
wilde gij nekeer met mij.
Ochgod,
ze wil weer niet.
Je ne suis pas curieux,
mais je voudrais savoir pourquoi ils m'ont jeté au prison.
Pri-son, prijs zon, neemt zijn, prix zon, pri soleil,
neemt de zon, son pri, neemt bel, geef an ge nist, mis ge van ge,
sinegnaveg, nanegvegis, geesivangn, ge-vang-ge-nis.
'k Hei 'k hei 'kei 'kei 'kei.
Beginnen schreive.
Ik bèn beginne schrijven.
Cipiers dachten.
Hij is zot.
Daar ben ik zeker zelve van.
Mààr - mij - krijgen kapot!?
'k Heb den dokteur moeten vragen
dat ze stopten mij te plagen.
De chef uit de zakplakkerij
zegde binst de wandeling tegen mij:
zijde gij dichter?
'k Zegde ja.
'k Zag naar hem als naar mijn pappà.
Gij hebt zo een droefzinnig wezen,
waarvan ge zeker kunt genezen.
Uwen lach is jonger dan uw jaren.
Met het seksewerk wordt ge weder sterk én,
ge zult er goed bij varen.
Dàt,
was nu een gedicht
zonder dat ik mijn zitvlak oplicht, dank u.
Eergisteren hoorde ik
het bassen van een hond, woe boe,
ik dacht, ochheregod,
die vraagt mee schrik zijn eten dat ze zijn vergeten.
Maar 'k hoorde ineens een dof gedommel,
'k spitste mijn oren, welk geschommel!
't Was 't laatste bombardement op 't uiterste van Gent!
Triomf, tevree, vive la liberté.
Den dag daarachter,