Maar wat dan wel? Waarom het toch maar poëzie blijven noemen? En vooral, hoe slaagt Campert er dan in om met de meeste van zijn teksten minstens een stemming of een emotie op te roepen en in een aantal gevallen die troebele herkenning, die zo kenmerkend is voor poëzie en kunst? Of anders: hoe kan er uit een combinatie van eenvoud, bescheidenheid, alledaagsheid toch poëzie voortkomen, die heel genuanceerde en ingewikkelde, essentiële dingen te zeggen heeft? In een gedicht als bijvoorbeeld ‘Bandrecorder, eenvoudig’ (310):
ook geknisper van kranten komt duidelijk over
of als je slikt keelschraapt
de telefoon buiten de auto's
maar als je toch iets zegt
zeg dan liever iets aardigs
iets dat ik nog eens af kan draaien
Het is een typsich voorbeeld van de manier waarop Campert zijn effecten bereikt: door het kleine woord, door de neutrale mededeling of het understatement, door zijdelingse bewegingen. In dit geval door in de eerste twee strofen het taalgebruik te hanteren van de gebruiksaanwijzing of van de verwonderde koper van zijn eerste bandrecorder: wat je er allemaal mee kan doen, je hoeft zelfs niet te praten.
Tot dan in de slotstrofe de ‘je’ plots van betekenis verandert, iemand wordt, een geliefde, wie dan ook die beter niet zou weggaan. Daardoor wordt ook al het voorgaande anders. Er wordt nu ook uitdrukkelijk al de afwezigheid opgeroepen, het niet praten wordt het zwijgen van wie ontbreekt. En wat eerst een willekeurige opsomming leek van minimale geluiden, wordt nu een inventaris van de eenzaamheid. Campert zegt iets door te verzwijgen. Het gedicht dat in de bundel op ‘Bandrecorder, eenvoudig’ volgt, eindigt met het vers: ‘luister goed naar wat ik verzwijg’. Wat hij verzwijgt is wat opgeroepen én verborgen wordt door de verhaaltjes, door de humor en de ironie, door de opsomming van omstandigheden, herinneringen en feiten: datgene wat hij zelf niet weet. Dat is de samenhang, de reden, de oorzaak, het doel, de betekenis van alles.
Het verzwijgen van de dichtende babbelaar Campert is niet enkel een poëtische techniek, het is ook een manier om met het leven om te gaan: verwonderd en weemoedig niet weten.
Helemaal op dezelfde manier als in het bandrecorder gedicht, verwoordt Campert het in dit fragment, met dezelfde onnadrukkelijke verschuiving van betekenissen: