terug wil naar haar Eerste Beweger <Primum Mobile>, en dan lijdt hij ook nog aan de discrepantie <distinctio> tussen deze twee; want niemand maakt van de dood zijn god, zodat ook zijn ziel zou streven naar oplossen en uiteenvallen, want zij is een vormend principe en een beweger die zichzelf beweegt, omdat zij woord is en in de beweging van de liefde terugwil naar de oorsprong die zij zich herinnert, en die de grond van haar herinnering uitmaakt. Maar ook in de dood is beweging, want alles dat ooit materie was, streeft ernaar om weer uiteen te vallen, en deze onophoudelijke beweging is de volheid van leven in de wereld; en dit is zo geordineerd tot lof, en door, en in de Eerste Beweger, geloofd is de Naam.
Het Primum Mobile is het principe dat zelf geheel beweging is die niet behoeft te worden geordend, omdat er geen materia is waaruit het is geschapen en waarnaar het terugverlangt. En dit handelen is volkomen, en is zichzelf, en het is de maker van al het gemaakte waarvan het ook de causa finalis is. En op welke manier dat voor de materia waar is, is een groot geheim, dat alleen begrepen kan worden wanneer men zijn ziel kent als beweger en als woord en als spreker.
Want hetgeen hierin genoemd wordt, is; en zodoende stellen de woordvormen zich op in de ziel als Tronen en Krachten en Machten en Heerschappijen, zoals Dionysius zegt, en zij bedekken zich met de zes vleugels van hun betekenis waarmee zij worden uitgesproken, en door, en in de ziel tot stand worden gebracht. En er is niets <nonnihil> hetzij kwaad hetzij goed, dat door de ziel niet kan worden gedacht, want zij is in alles een arché, een onophoudelijk bewegend beginsel. En haar bestaan <esse> is bewegen <movere> en noemen en tot stand brengen <creare>.
En zo zien jullie ook, geliefde zusters, dat het Woord het hoogste is; want het maakt en het beweegt en het is beweging zonder materia. Maar de gehele mens, lichaam en ziel tesamen, is niet gelijk aan de oorsprong, alleen zijn ziel is daaraan gelijk; maar de ziel kan niet scheppen <creare> zonder eerst zelf door de Primum Beweger in het leven te zijn geroepen als vorm van de materie; en de ziel en het lichaam zijn in deze wereld onafscheidelijk tot in de dood. Zo kan de ziel niet maken <creare> buiten het lichaam om, want buiten de materie die zij tot lichaam maakt is zij één met haar schepper en dan is hij de maker. Maar de glorie van de individualiteit ligt in haar handelen tijdens haar verblijf in de materie die haar als lichaam ondergeschikt is en haar met de vijf zintuigen kennis verschaft van de wereld. En deze kennis dient haar weer tot grondstof om te maken, want de ziel kan niet uit niets scheppen, maar zij is in staat de haar gegeven beweging te vermenigvuldigen, en als zij daarvoor de juiste tijd en plaats kiest, en haar margaritae niet voor de zwijnen uitstrooit, is haar loon duizendvoudig.