Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 139
(1994)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 640]
| |||||||||||
Annemiek Neefjes
|
Ga naar margenoot+Dirk van Weelden | Schrijver |
Annemiek Neefjes | Interviewer |
Harry Panetella | Sportfotograaf, hoofdpersoon uit Tegenwoordigheid van geest |
Simon Barkwehr | Autodidactisch filosoof, personage uit Tegenwoordigheid van geest |
De schrijver | Verteller en hoofdpersoon uit Mobilhome |
[Aan tafel zitten Van Weelden, Neefes en Panetella. Van Weelden rookt een sigaar, Neef es een sigaret. Ze praten op zachte toon. Af en toe klinkt de stem van Van Weelden: ‘... eigen werkruimte aan opknapbeurt toe ... atelier van vriendin...’ Na een tijdje komt er een gesprek op gang over ‘tegenwoordigheid van geest’]
Hoe zouden jullie ‘tegenwoordigheid van geest’ omschrijven?
Schakelkunst tussen werkelijk en mogelijk; het samenvallen van een maximum aan alertheid en improvisatie; het...
In het derde hoofdstuk van Tegenwoordigheid van geest probeer je uitgebreid ‘tegenwoordigheid van geest’ te definiëren, maar in de loop van het boek blijkt dat definiëren toch niet de beste benadering is.
Wat is dan wel de beste benadering?
Tja... Kijk, het is niet zoiets als inflatiecorrectie. Dat bestaat gewoon, als een principe waar iedereen het over eens is. Tegenwoordigheid van geest is een bedenksel dat je alleen benaderend kan omschrijven als een houding, als een stijl om het leven interessant te maken, om gelukkig te zijn.
Maar hoe draagt tegenwoordigheid van geest daaraan bij?
Het suggereert een opschorten van de tijd, en daarmee van de greep van de verveling en de benauwenis van de dagelijkse routine. Van het banale, het verval, het verdriet, de dood. Tegenwoordigheid van geest is een tegengif voor het chagrijn van de wereld.
De mens heeft vijf zintuigen; en dit is het zesde: het vermogen de oren, neus, ogen, tong en tastzin zonder storing op elkaar aan te sluiten en van de geest een centrale radar te maken, een maximale waakzame controlepost, die alle aandacht vrijmaakt om de vinger te leggen op het mogelijke, dat zich in al zijn bedrieglijke helderheid tussen de waarneembare feiten ophoudt.
Ja, en dat betekent dus dat je ‘tegenwoordigheid van geest’ niet vindt, maar zelf creëert. Het bestaat niet in de natuur of als menselijke constante. Dat lijkt me een belangrijke toevoeging. [Panetella knikt] Tegenwoordigheid van geest maak je, niet in de zin dat je onderdelen hebt die je in elkaar zet en dan is ze er, ze is er alleen [met nadruk] terwijl je bezig bent met maken. Die activiteit is voorwaarde. Als je iets maakt, komt er een proces op gang dat jijzelf vervolgens ook in gang houdt, waarbij de uitkomst - een lichamelijke danwel een geestelijke - niet gekozen kan worden. Elk scheppingsproces werkt zo.
Met de camera ben ik een onzichtbare deelnemer. Sterker, zoals ik over mijn foto's nadenk, is het meer alsof ik met de camera goudstof zeef uit de modderige stroom van zinloze inspanningen.
De beweeglijkheid, de improvisatie maar ook de beheersing en de perfectie die bij tegenwoordigheid van geest horen, horen ook bij de stad. Er is in de stad een verhoogde activiteit, die complex, onoverzichtelijk en rijk geschakeerd is. Je kunt de tijd daar als een stroom gegevens zien. Er is een veelvoud aan materialen die jij kunt vormgeven door een standpunt in te
nemen, door bijvoorbeeld te gaan flaneren, door foto's te gaan maken, door op een straathoek te gaan staan en mensen aan te spreken.
Gerard Reve is minder positief over de stadscultuur. Hij schreef hierover: ‘zij leidt collectief aan de neurose der stadsmensen, het atheïsme’.
Wat zal ik daarop zeggen? Reve zegt dat vanuit zijn religieuze houding, al is de vraag natuurlijk in welke mate die daadwerkelijk religieus is... Ik heb een heidens instinct, wat niet wil zeggen dat ik anti-religieus ben. De heidenen waren de grote magiërs en de grote mythologen, zij hebben meer goden bedacht dan de christenen. Het hogere hoeft helemaal niet ‘verticaliteit’ te betekenen, het hoeft ook niet te slaan op algemene waarheden uit dikke oude boeken, of op wijze gezichten. Je kunt het overal ervaren, gewoon beneden, om je heen, in de straten. Ontstijgen kan ook tussen de stoeptegels.
Meneer Barkwehr, we hadden het net over tegenwoordigheid van geest. Kunt u daar een omschrijving van geven?
Echt luisteren en echt iets zeggen tegelijkertijd. [Van Weelden wil reageren, maar Barkwehr praat verder] Dat is niets minder dan spotten met de tijd en spotten met je identiteit.
De enige eeuwigheid is in het moment, zei Spinoza al. Het lukt natuurlijk niet om aan de tijd te ontsnappen - je kunt je wel verzetten tegen de dood, maar die wint toch - maar dat weerhoudt Panetella er bijvoorbeeld niet van het leven aantrekkelijker te maken door het af en toe tegen de tijd op te nemen. Tegenwoordigheid van geest is een soort pep waarmee je de berg bestijgt. Dat je de top niet zult halen, so what!?
Om een identiteit te scheppen, is tijd voorwaarde. Dus wanneer je de tijd wilt omzeilen, wil je aan je identiteit ontsnappen.
Panetella wil inderdaad samensmelten met een bepaalde geesteshouding, die verder losstaat van zijn identiteit. Die houding bevalt me.
Wantrouw jij het identiteitsdenken, in de betekenis van ‘een psychologische eenheid’?
Ik ben de psychologie op een al heel jonge leeftijd gaan wantrouwen. Ik besefte dat alles wat ik dacht tot op zeer grote hoogte waandenkbeelden waren: het gevolg van influisteringen van ouders en leraren en van lullige omstandigheden waarin ik me bevond.
Hoe bijvoorbeeld?
Act so that there is no use in a center.
Dat is van Gertrude Stein, toch?
Ik wil een onafhankelijk en mobiel economietje bewonen, waarin huizen, werk, slaap, informatie, steden, seks, feest, geld, vriendschappen, toeval en landschappen circuleren. Een thuis, maar dan mobiel.
Het suggereert dat je de werkelijkheid als een spel opvat.
Ja, en...
... hoe frivool het ook klinkt, het lijkt me eerder het resultaat van inzicht in de tragiek en beperkingen van het menselijk bestaan. Hoe we ook naar waarheid, kennis, rechtvaardigheid streven, lukken doet het nooit; en erger, veel van ons gestreef heeft een averechts effect en resulteert in domheid, geweld, onrecht en verdriet. Het is noodzakelijk ...
... Ik zou niet eens weten hoe iemand vanuit één centrum, vanuit één grondgedachte, of vanuit zijn identiteit kan denken. Ik zie de kwaliteit er bovendien niet van. Waarom zou je? En behalve saai vind ik het doodeng. Om voor jezelf zo centrisch te denken al, maar om dit aan een ander op te leggen helemaal.
Het is noodzakelijk dat er meer dan één fictie wordt gevonden, gemaakt, beleden en beleefd. En al die bedenksels dienen met elkaar te concurreren, elkaar te bevruchten, en hun licht te werpen in duizend en één verschillende gebieden van het leven.
Het is de gedachte dat je gebeurt en niet als entiteit bestaat. Met die houding treed ik mensen tegemoet, wat in de directe confrontatie zijn invloed heeft. Je kunt zeggen dat het een politiek standpunt is. Een dat dogma's ondermijnt.
Wat doet een succesvol dogma, of het nu prat gaat op wetenschappelijke waarheid, politieke rechtvaardigheid of diepe wijsheid anders dan het verordonneren van oogkleppen, het uitbannen van mogelijkheden en het zoeken daarnaar? Scepsis wordt geboren uit een verzet tegen de krachten die dicteren wat werkelijk is en wat niet. Wat mogelijk is en wat onmogelijk. Nu weten we ook waarom het kritische onderzoek waaruit de scepsis zou bestaan nooit stoppen kan: omdat het doel van de ataraxia, van volmaakte gemoedsrust, een masker is, en de guerilla tegen de oogkleppen zonder einde is: de vijand slaapt nooit. Het is een plicht verzet aan te tekenen, omdat de waarheid niet erg tolerant pleegt te zijn. Als iets zich tot waarheid verheft, heeft het de neiging wetten, verordeningen en politiekorpsen te gaan afscheiden. Vandaar. Omdat de ervaring leert dat de gevangenissen al snel vol zitten met dissidente woorden en mensen.
Goed, een ander onderwerp?
Dat komt omdat ik als kind te veel in de Kijk heb gelezen.
Is de machine een metafoor voor het schrijven?
Als praktijk is het schrijven een poreuze machine: er gaat van alles in, er gaat van alles uit en onderweg verandert de machine. Alles staat in dienst van het blijven bewegen. De machinist rijdt mee, zolang hij de boel blijft oliën, kan improviseren, de koeling draaiende houdt, de brandstof aanvult, en wat geld achter de hand heeft voor de vervanging van versleten onderdelen.
Ik had het zelf kunnen zeggen. In het verlengde hiervan geldt dat ik niet de pretentie heb psychologische personages te scheppen of de bestaande werkelijkheid te benaderen. Boeken die een uitbeelding van een slice of life zijn, zijn toch heel saai. Mij lukt het nooit die uit te lezen. Ik lees liever een verhaal over gras, met in de hoofdrol: gras. Veel van de personages, kunstwerken en theorieën die in mijn boeken voorkomen bestaan helemaal niet. Om met een andere vergelijking dan die van de machine te komen: ik maak een soort mutaties van de realistische romanvorm. Die romanvorm wordt zeg maar door mij radio-actief bestraald waardoor zich een monstertje vormt. Mijn ezeltje lijkt wel op een ezeltje, maar je kunt er niet op zitten, en eh, het zegt geen ‘ia’, en het is blauw in plaats van grijs.
Zijn Tegenwoordigheid van geest en Mobilhome niet eigenlijk literairfilosofische essays: het thema van de boeken wordt stap voor stap uitgediept, doordat om de beurt de personages hun visie geven?
Wat ik doe is een beschouwende toon mengen met een vertellende. Mobilhome heeft de structuur van een essay: hetzelfde onderwerp wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Daarnaast heeft elk hoofdstuk een eigen gedaante. Het verhaal verloopt bovendien erg discontinu en kent vrijwel geen ontwikkeling. En toch blijft het, door de vertellende vorm, een roman. Het boek zit als een versnellingsbak in elkaar. In Tegenwoordigheid van geest zit wel een ontwikkeling. Als het boek begint is Panetella jong en stelt zich een vraag, die hij gaandeweg het boek steeds beter weet te formuleren en af te bakenen. Toch is het bijna een geparodieerde psychologische roman. Het bestaat voor een goed deel uit betogen, toespraken en artikelen en uit brieven die men elkaar opstuurt. De roman krijgt hierdoor een retorisch karakter. Sommigen vinden dat postmodern. Ik vind het eerder archaïsch, het is de vorm van de roman zoals die ontstaan is, de briefroman.
De romans zijn opmerkelijk verschillend van toon.
Tegenwoordigheid van geest is een opgewonden boek. Het heeft iets schetterends en tetterends, omdat Panetella op zo'n geestdriftige manier zoekt naar een middel dat bij inspuiting het verval, de dood en depressie op afstand houdt. De roman is de uitbeelding van een verlangen dat ik op mijn negentiende had. Er zijn zinnen verwerkt uit mijn dagboeken van die tijd. Mobilhome is melancholieker, het gaat in dit boek om een onoplosbaar dilemma: het verlangen om te blijven bewegen, je niet te hechten - aan een plek, een identiteit, een liefde, een kunstvorm - en het verlangen om wel ergens te horen, je wel te hechten.
Dankzij het mobilhome ontstijg jij dit dilemma. Telecommunicatie lijkt hierbij van groot belang.
Dank zij de telecommunicatie hoeven we elkaar niet voortdurend op de lip te zitten
Beïnvloeden moderne communicatievormen ook je schrijfwijze?
Ja, dit is precies...
... Als er nieuwe vormen van vertellen en van informatieoverdracht in het algemeen ontstaan, zullen die altijd hun invloed op literatuur hebben. Dat wat literatuur doet, en hoe literatuur gelezen en gebruikt wordt, zal erdoor veranderen. Neem bijvoorbeeld hypertekst: een computer waarmee je een geschiedkundig werk, een biografie, een bundel gedichten of wat voor werk ook kunt inzien, en bijvoorbeeld ook schilderijen, landkaarten en geluid tot je beschikking hebt. Een boek is niet meer een afzonderlijk geheel maar bestaat in de vorm van elektronische gegevens, die connecties hebben met alle mogelijke gebieden. In Mobilhome is de invloed van hypertekst te zien: het boek heeft de structuur van een netwerk van gegevens.
Een ander medium, de tv, heeft een overweldigend aanbod. Dringt dit de literatuur naar de marge?
Romans hebben niet meer dezelfde populariteit als in de tijd van Dickens. Nu hebben tv-series die waarde. Sinds de film, de tv en de radio is literatuur een heel beschermd en klein gebied geworden. Ik ben zelf echter groot geworden in de media-tijd; hun aanwezigheid is voor mij zo vanzelfsprekend dat ik niet vaak nadenk over de tijd dat ze er niet waren.
Houdt literatuur een functie, die door geen van de media kan worden vervangen?
Ja. [met klem] Ja. Literatuur is het geschreven woord in optimale vorm. Ze zal nooit vergaan, hoe groot het media-aanbod ook is. Wat het literaire woord vermag, vermogen zelfs de muziek en het beeld niet. Literatuur is een op de spits drijven van de taal. Dat geldt in het bijzonder voor een gedicht. Een gedicht is wel de meest compacte, meest flitsende, meest explosieve taal die er is. Het is een soort superchip. Het bevat bovendien een type informatie zoals je dat nergens anders vindt. Ik heb zelf trouwens jarenlang gedichten geschreven. Ze bleken niet goed genoeg te zijn. Zoals ik ook weet wat de lekkerste biefstuk is, maar niet weet hoe ik die kan klaarmaken.
Het geschreven woord is bovendien erg efficiënt, het neemt oneindig veel minder geheugenruimte in dan geluid of beelden. Een diskette van twintig gram bevat twee gemiddelde romans, of een dikke en een novelle, of tientallen artikelen en ettelijke gedichtenbundels. Voor een knaak aan postzegels reist hij per straalvliegtuig de hele wereld rond.
- margenoot+
- Plaats van handeling: een hoog en licht schildersatelier. De uitspraken van depersonages Harry Panetella en Simon Barkwehr doen zij in Tegenwoordigheid van geest. De uitspraken van de schrijver doet hij in Mobilhome.