Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 136(1991)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 548] [p. 548] Aleidis Dierick Voltaire Van op het bordes roept ze ‘Pokken’. Bezoekers dodelijk geschrokken ijlen in ratelende koetsen heen. De pauwen missen hem slepen hun gouden staart over het grint. Op tafels stapelt post zich op. Inkt stolt. Een groene steen. Om vijf uur stijgt de koorts. Hij braakt zijn woede uit. Hij rot. Hij stinkt. Lipvlees komt los als hij de tee van alsem drinkt. Hij ligt zich wond. Zij wikkelt lijnwaad om dit zwart geraamte legt leliebladeren op zijn mond. De roven worden droog vallen als vlokken in het bed. Zij lepelt broodpap in dit geblakerde skelet. Als hij weer glimlacht keert zij in zichzelf terug. Wat karmisch moet volbracht is niet achter de rug. Vorige Volgende