iedere avond zijn yogaoefeningen op het matje. Met of zonder verwarming.’
Alleen Johan wist wat Anja aan het vertellen was. Dat ze een getrouwde vrouw was. Een echtgenote die elke nacht in het echtelijke bed doorbracht. Els praatte nooit over haar man. Ze droeg geen trouwring en gebruikte het persoonlijke voornaamwoord ‘ik’ in plaats van ‘wij’. ‘Ik heb een video gekocht.’ ‘Ik ga met vakantie naar Majorca.’
‘Misschien stuurt Anja er wel op aan,’ zei Els nadat Anja haar plaats achter de balie weer had ingenomen.
‘Waarop?’ vroeg Johan.
‘Dat Tom in de logeerkamer gaat slapen.’
‘Wie zal het zeggen,’ zei Johan.
‘Jij hebt blijkbaar weinig last van de kou,’ zei Els. ‘Jij lijkt de kou nauwelijks te voelen.’
De hele verdere dag vroeg Johan zich af wat Els geïnsinueerd had met die opmerking. Ze had hem doordringend aangekeken en Johan had voor de zoveelste keer besloten werk te zoeken in het ziekenhuis, hoewel de kans gering was dat hij in dit opzet zou slagen. Iedere dag nam hij de vacatures door, maar er werden geen openstaande betrekkingen in het ziekenhuis gemeld. Blijkbaar was de personeelsformatie niet onderhevig aan wijzigingen en verschuivingen.
Om halfzes legde hij het boek dat hij sinds kwart over vijf had zitten kaften op het stapeltje, en kruiste zijn armen. Volgens het rooster had hij de volgende dag van elf tot een kantoor, van twee tot vijf balie en van zes tot acht opnieuw kantoor. In het verleden had hij geijverd voor langere werkdagen, minder snipperuren en meer vakantie, maar het pleit was beslecht in het voordeel van een zevenendertigurenweek gespreid over zes dagen.
Om twintig voor zes zei hij,
‘Ik stap maar eens op.’
‘Het is nog maar twintig voor zes,’ zei Els.
‘Dat klopt,’ zei Johan. ‘Het is twintig voor zes.’
‘Het komt in het personeelsregister.’
‘Leuk voor Anja, dat ze iets heeft om te noteren.’
Er was geen enkele bezoeker geweest die dag en het was Johan te moede of de bevolking hen vergeten was. Het register dat Anja minutieus bijhield, en iedere maand voorlegde aan de schepen van cultuur, herinnerde tenminste het gemeentebestuur aan hun bestaan. Op de derde woensdag van iedere maand belegde Anja een vergadering met de inrichtende macht in een van de lokalen op de bovenverdieping. Te oordelen naar het verslag dat 's anderendaags op het prikbord verscheen, werd er vooral gepraat over de opportuniteit van eventuele automatisering. Meer boeken zouden in minder tijd verwerkt en opgevraagd kunnen worden, maar personeel zou onvermijdelijk afgestoten worden. Anja bewaarde het origineel van het verslag in een map in de dossierkast en verstuurde kopieën naar alle leden van de inrichtende macht. De kopie die op het prikbord terechtkwam bleef een maand hangen tot zij plaats maakte voor de volgende.
Aan de registratiebalie van het ziekenhuis zaten de hoezen over de tekstverwerkers. In de cafetaria werden de tafeltjes schoongeveegd en de stoelen op tafel gezet, maar de kassa was nog niet gesloten. Johan kocht een krant in het winkeltje en bestelde een kop thee. Al hoorde je vaak dat theïne even schadelijk was als cafeïne en er zelfs identiek mee zou zijn, toch had Johan het sinds zijn operatie wijzer geacht over te schakelen op thee. Koffie, wit brood en diepvriesgerechten behoorden voor hem tot een ver verleden. Zijn microgolfoven kon hij net zo goed weggooien. Of aan Tom en Anja cadeau doen. Als aandenken aan het etentje bijvoorbeeld. Johan had Anja uitgenodigd en Anja was samen met Tom komen opdagen. De tafel was gedekt voor twee, incluis kandelaars en een vaas met rode roos. Johan had een bord bijgezet en had een derde portie uit het vriesvak genomen. Hij had geluisterd naar Tom die over zijn baan en zijn wagen vertelde, en was erin geslaagd Anja's ogen te ontwijken. Hij had zich niet kunnen schuilhouden in de keuken omdat de microgolfoven de maaltijd in een minimum van tijd bereidde. Anja had wel altijd een gouden ring gedragen, maar tijdens hun wandelingen in