sche verzoening van linker- en rechterhemisfeer: muzikale begaafdheid. Uit onderzoekingen blijkt namelijk dat muziek een ideale beheersing en coördinatie van beide helften vergt, en dat ontzettend veel genieën ook muzikaal begaafd waren. Multatuli was dat niet, al kan men aanvoeren dat hij nooit over de middelen heeft beschikt om het te worden. Wat zou er van Mozart geworden zijn als er
in het vaderhuis geen piano had gestaan en geen viool was geweest? In een brief aan Kruseman betoogt Multatuli wél een melodie te kunnen onthouden, fluiten en neuriën, maar geen noten te kunnen lezen. En hij voegt er nog aan toe: ‘Wat zoude ik componeren als ik die zwarte vlekjes en hunne beduidenis onthouden kon!’ Zijn oordeel over de muziek van zijn tijd was in elk geval even genadeloos als dat over de literatuur, maar het zou de moeite lonen eens na te gaan of hij wel zo verkeerd oordeelde!
Nemen we tot slot van deze 20ste-eeuwse uitstap de jongste definitie van ‘genie’ die ik onlangs in Nova et Vetera onder ogen kreeg, dan blijkt Multatuli toch weer op alle fronten te voldoen:
‘De geniale mens is een creatieve denker, die nieuwe inzichten formuleert. Deze zijn meestal het produkt van een sterke verbeeldingskracht die op haar beurt slechts kan werken op basis van een sterke intuïtie. Daar intuïtieve beelden gekenmerkt zijn door een zekere vaagheid, moeten ze geordend worden, wat verder een vermogen tot vormgeving veronderstelt.’
Maar keren we terug naar de 19de eeuw. Hoe ouder Multatuli werd, des te meer begon hij de nadelen van zijn genialiteit in te zien. Die waren tweeërlei. Ten eerste kon hij zich - heel genieïg - ‘onmogelyk (...) vereenzelvigen met de personen die daarvoor worden gehouden in Geschiedenis en Maatschappy’ (Idee 1002). Ten tweede vond hij dat een genie ook wel eens behoorlijk betaald mocht worden. Ook een genie heeft behoefte aan brood en onderdak, en aan het geniale moment gaat een massa arbeid vooraf. Dient arbeid niet betaald te worden? Op die arbeid ging hij meer en meer de nadruk leggen. ‘Het hele genie dat men my (...) aanwryft, zit in onafgebroken inspanning’, schrijft hij in Idee 998. En nu hij het genie wat ‘objectiever’ kon bekijken, begon hij er zich meer en meer vragen rond te stellen. Aan die vragen wijdde hij de Ideeën 1001 tot 1003. Ze zijn bijzonder interessant, omdat ze ons duidelijk laten zien hoe het begrip ‘genie’ naar het einde van de 19de eeuw meer en meer werd bevraagd. Waarom kan men in sommige disciplines geniaal zijn en in andere niet, vraagt Multatuli zich af. ‘Kan men een genie zyn in koken, bakken, braden, stoven, roosteren? In 't kleermaken? (...) Zo neen, waarom wél in sterrekunde, in anatomie, in mathesis, in fysica, in filologie, en zelfs (...) in godskennis?’ Geen antwoord. Tweede vraag: is er een onderscheid tussen ‘genie’ en ‘geniaal’? Bij ‘geniaal’ schijnen graden mogelijk te zijn: ‘Ridder: geniaal, officier: zeer geniaal, en grootkruis: hoogst geniaal’. Bij genieën kort-af schijnt dat niet te kunnen. Maar waarin ligt nu het onderscheid? Geen antwoord. Biedt de geschiedenis ons enige opheldering? Nee, want ze is evenzeer door mensen geschreven als het begrip ‘genie’ door mensen bedacht. ‘Was byv...
Napoleon een genie? Zo ja, wat had hy gemeen met... Klopstock, met Alcibiades, Tyl Uilenspiegel en Columbus? Of waren deze personen géén genieën?’ Geen antwoord. Kan de etymologie van het woord ons verder helpen? ‘Neen, zeker niet!’ Ten slotte - en cruciaal -: is genialiteit aangeboren of verworven? Zeker niet aangeboren, roept Multatuli verontwaardigd uit, want waar zou dan de verdienste zijn? De aanname van aangeboren genialiteit zou ‘genie’ gelijkstellen met ‘instinct’ en het genie op de hoogte van mosselen en planten stellen. Maar hoe komt het dan dat de ene zich te pletter werkt zonder ooit een genie te worden, terwijl de ander heel dilettantisch rondflaneert en geniaal is? Geen antwoord. Tal van onbeantwoorde vragen dus, maar daartegenover twee overduidelijke antwoorden: ‘Wat een genie is, weet ik nog altyd niet’ en ‘Ik ben geen genie.’
De man die er vanaf zijn 22ste naar had gestreefd om een genie te zijn en op zijn 40ste