gevaarlijke sexmaniakken. De verwijten die zij steeds weer te horen krijgt, leiden er echter toe dat zij zich na een tijd inderdaad schuldig aan alles begint te voelen. Ten slotte is zij nog enkel in staat te haten: ‘Ik haat. Ik haat de hele wereld, en alleen mijn echte vader, wiens schaduw ik omhels en die ik zelf niet ken, die ver weg is, op veilige afstand, die niet bedreigend kan zijn en mijn illusies niet kan verstoren, bewoont mijn dromen waarin alle andere mensen géén gezicht hebben of maskers dragen.’ (p. 121). Voor de buitenwereld lijkt het of Helga ‘een hart van steen’ heeft (pp. 168, 257), wat dan weer doet denken aan de oorspronkelijke mythe, waarin iedereen die Medusa aanschouwde in steen veranderde. Maar in werkelijkheid hunkert Helga naar liefde en menselijke warmte, en zelfs in die mate dat ze reeds met negatieve aandacht genoegen wil nemen (p. 201). Als laatste noodoplossing ziet ze zelfmoord. Ze slikt een groot aantal pillen, maar overleeft deze wanhoopsdaad.
De structuur van het boek zit hier wel knap in elkaar. Tussen hoofdstuk 5, waarin de zelfmoordpoging plaatsvindt, en haar ontwaken, in hoofdstuk 7, heeft de schrijfster een lang hoofdstuk ingelast over haar mislukt huwelijk en haar onmacht om aan anderen duidelijk te maken wat haar eigenlijk allemaal is overkomen. Rust vindt ze slechts in het Afrikaanse landschap (na haar huwelijk is ze immers met haar man naar Afrika gevlucht, in de hoop daar los te kunnen komen van haar verleden) en in boeken.
‘Ik heb ze verslonden, die boeken. Door hen geloofde ik in een betere wereld en wist ik dat ik in mijn zoeken niet alleen was. Door hen bleef ik geloven in de mensen en, ondanks de diepste wanhoop soms, ook in mezelf. Zij waren mijn enige vrienden.’
(p. 9, zie bv. ook p. 215).
Heel even lijkt het erop dat Helga en haar moeder elkaar na al die jaren tóch nog gaan vinden, wanneer deze laatste op bezoek komt naar Burundi, maar op het laatste nippertje trekt de moeder zich weer terug achter haar schild van zwijgzaamheid en stugheid (pp. 275-276).
Pas nadat haar stiefvader is overleden en haar moeder op sterven ligt, komt Helga ertoe haar ervaringen neer te schrijven. Het resultaat van dit ‘avontuur van het ontwaken’ (pp. 12, 276) is het boek dat de lezer in zijn handen houdt. In een epiloog beschrijft Helga haar uiteindelijke, moeizame bevrijding en haar voorzichtig geloof in de mens, waardoor ze in staat is om, samen met haar vriend en minnaar, het verleden de rug toe te keren, de toekomst tegemoet. Medusa, de heersende, is overwonnen.
Het debuut van Helga van Geertson is zonder twijfel overtuigend en op