Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 131(1986)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] [1986/4] Hubert van Herreweghen Gedichten Legende Zeven oude, rode baarden, kromme Corduaanse zwaarden, kris en knoet en schele blik, riepen zevenhonderd knapen voor het grote doel te wapen, zevenhonderd hadden schrik, tegen zeven duizend draken, waaruit zeven koppen staken, bugelend elk ogenblik. Elke knaap kon zijn tien draken met hun koppen soldaat maken, maar smoort zelf in bloed en slik. Al die overschiet, ben ik. [pagina 242] [p. 242] Zorg Wie begrijpt nu mensen die zorgen? Gij wordt geworgd vandaag, niet morgen. Morgen wordt voor vorst en volk gezorgd. Mij een zorg, ik heb geen zorg, geen enkele, dan deze levenslang vretende vreze: zal de belofte van mijn Borg mijn dorst beregenen en genezen als de worgengel mij worgt? [pagina 243] [p. 243] De levantijnse Als nu die levantijnse kwam, het reeëoog, dat op de wand van koningsgraven danst en speelt, het prille lichaam nauw verheeld door neteldoek, en mijn hand nam, mijn wenkbrauw koelde met een kus en zei: ‘Sta op, gij zijt genezen, Tobias, kom, wij gaan op reis naar waar de zon komt opgerezen, in 't Morgenland ligt 't paradijs’, zou dat dan 's Levens afgezant of de Engel van het Einde wezen, wijsvinger naar de Tartarus? [pagina 244] [p. 244] Een Sint-Nicolaasgedicht De bloem barst uit de vouw van botten, schone scheuren, 't gedicht springt uit de mouw, een aapje met zijn kreten, de zoon komt uit de vrouw en zal het nooit vergeten, ons speelgoed uit de schouw, we zien het jaarlijks hier. Zo blijkt uit wat wij weten: nieuw leven breekt uit spleten, duister, en veel te nauw. Wat staat u te gebeuren, boreling, bont en blauw moet gij weer door een schacht, scharnierende menhir met de porfieren deuren? Ze staan al op een kier. [pagina 245] [p. 245] Zelfportret aetatis 65 Zelden ben ik nog een dichter als van Orfeus wordt verhaald die in de onderwereld daalt meer een landloper die lichter naar hij dieper 't veld in dwaalt vogelschrik of vredestichter alles groet wat ademhaalt. Halley 1986 in Oplombeek Men toont mij duizelende kaarten, - hoeveel dimensies - van 't heelal, melkwegen, sterren aan hun staarten en 'k hoor intussen zestien biggen al elk de eigen melkweg vinden in de stal. Vorige Volgende