Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 130
(1985)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 480]
| |
Stefaan van den Bremt
| |
[pagina 481]
| |
Tussen jouw regels zoek in jouw zoekspel
Ben ik. Spreek van mooi weer: ik loei, snel
Naar je schuilbeeldspraak! Ik ben geen afgodin
Die zingt, met vogellijf: ik ben een toestel
Ik zing geen zang, ik ben geen zeemeermin
En van een Griekse rots beviel ik niet, zomin
Als van de Loreley. Maar in dit carrousel
Van mythen draai ik dol: je eigen zin
Je eigen waan, je eigenwaanzinnige zin
Sirenen loeien... Sta me bij
Ik zie het diep en dat ik duizel
Ik kies bij hoog bij laag getij
Zee. En mijn binnenzee ben jij
Ik zie het diep en dat ik duizel
Van 't grondeloze dat te gruizel
Slaat wie dit diep, zo nabij
Wil peilen, van het ijl gesuizel
Als ik het ruim waarin wij rijmen
Ontdek in jouw nauw, het geheime
| |
[pagina 482]
| |
Huil, Sirene. Orpheus
Zing. 'k Gooi munt of kruis
Tussen akkoord en wanklank
Tussen de klip en thuis
Wie huilt? Wie zingt
Jij? Ik? Als springt
In wanklank 't akkoord
Wie jankt? Die zinkt
Al pleeg ik een inbreuk
Al lijden we schipbreuk
Ik reis in roes en ruis
Met lijfeigen zinspreuk
|
|