rionetten rond Faust zijn allemaal goed, er zijn geen groepsconflicten. Hun opvattingen vertegenwoordigen de klassieke waarden, hun uitspraken herhalen oude wijsheden. Het boek is dan ook geen ideeën-, maar een avonturenroman, en wie de roman met die instelling kan lezen, zal een spannend verhaal ontdekken. De spanning wordt nog verhoogd door de inkleding als sprookje. De neiging om verborgen leesniveaus te zoeken wordt erdoor gestimuleerd, temeer omdat er tussen de bedrijven door flink gemoraliseerd wordt; zo voegt Faust een aantal verzen in die de rol van de traditionele reien overnemen. Houten Faust is een merkwaardig, sprookjesachtig verhaal dat herinnert aan de tijd toen (in de literatuur) alles nog goed was.
Hannes Meinkema was al een bekende naam. Ze is actief in de feministische beweging en in de literatuurstudie, maar trok vooral aandacht met sarcastische zedenschetsen zoals En dan is er koffie. Haar nieuwe roman, Te kwader min, is de interessantste die ze tot nu toe schreef.
Hoofdpersoon is Esther, een kinderpsychologe die met haar eigen kindertijd nog niet in het reine is. In het eerste deel van het boek is haar moeder Machteld in de laatste fase van een fatale ziekte. Esther begeleidt haar en bestrijdt haar: haar opvoeding heeft ze als een lange kwelling ervaren waarin haar moeder haar slecht heeft behandeld, ze is erdoor getraumatiseerd, heeft het gevoel dat ze nog altijd niet tegen haar opkan, wordt daardoor agressief maar bedelt terzelfdertijd om moederliefde.
Met de dood van de moeder begint het tweede deel. Esther maakt kennis met Rachel, een joodse vrouw die als kind in de oorlog door Machteld werd verborgen en opgevoed; vroeger beklaagde Machteld zich soms erover dat ze Rachel had moeten afstaan en daarvoor de ‘waardeloze’ Esther in de plaats had gekregen. Esthers haat en machteloze jalouzie gaan geleidelijk over in begrip en toenadering, wanneer blijkt dat Rachel met dezelfde problemen worstelt: na de oorlog accepteerde ze haar echte moeder niet meer, ze wilde naar Machteld terug, en werd daarna door haar moeder verstoten. Beide vrouwen ontdekken elkaars problematiek, komen los uit hun al jaren aanslepende verstarring, en via gesprekken en verrassende ontdekkingen van vroegere gebeurtenissen komen ze tot een nieuwe houding die de aanvaarding nabij komt.
Hannes Meinkema heeft veel hooi op haar vork genomen, en het resultaat valt in twee, kwalitatief duidelijk gescheiden delen uiteen. Het eerste deel van het boek is een voltreffer. De relatie tussen moeder en dochter wordt geleidelijk opgebouwd in een overtuigende afwisseling van gebeurtenissen in het episch nu, retroversies en overkoepelende beschouwingen.