‘Ah ja?’ zeg ik en bedenk opgelucht dat ik de opgelegde groenten van Roza niet heb aangeraakt.
‘Wat wilt ge met zo'n oude mensen. En dan zo helemaal alleen, al zoveel jaren lang. Geen wonder dat ze een beetje vreemd doet.’
‘Heeft ze dan geen kinderen?’ vraag ik.
‘Neen, Roza heeft geen kinderen.’
En dan, als ik al aan de deur ben:
‘Roza heeft nog bij de prins gediend.’
Het veulen is geboren in de wei aan de overkant en Roza is in volle actie. Ik heb nog nooit een pasgeboren veulen gezien en ik kan het niet laten ook te gaan kijken. Het is grijsgevlekt zoals de hengst van de prins en staat al een paar uur na de geboorte recht. De merrie likt het helemaal schoon en blijft stokstijf staan terwijl het veulen drinkt.
‘Het is een hengst’, zegt Roza, al hoef je geen kenner te zijn om dat te zien.
‘Die zal wel aan zijn moeder zitten eer dat het zomer is. Zo zijn ze allemaal.’
In de verte klinkt weer de zware hoefslag, en als ik me omdraai zie ik de akelige, stramme figuur naderen. Ik grijp Roza bij de arm en samen kijken we hoe de prins roerloos hoog op zijn paard voorbijrijdt.
‘Roza,’ zeg ik, ‘wat gebeurt er met het bos en het kasteel als de prins zonder kinderen sterft?’
‘Het bos en het kasteel,’ zegt Roza, ‘dat is van de prins’.
Ik raak maar niet uitgekeken op het veulen en streel het zachtjes over zijn manen.
‘Gij hebt zeker een kind op u’, zegt Roza plots en grijpt met een hand naar mijn buik. ‘Zoals gij met dat veulen doet.’
Ik bloos en laat meteen het veulen los.
‘Roza, ik moet weg naar mijn werk. Tot vanavond.’
Met de dag is het duidelijker dat het veulen er eentje is van de hengst van de prins, maar noch de prins noch de hengst kijken op of om als ze de wei voorbijrijden op weg naar het bos. In de lente is het al zover. Het veulen zit altijd aan zijn moeder en de merrie begint hem kwaad weg te schoppen. Wat later komen er mensen van de stad naar het veulen kijken en weer wat later is het weg.
‘Verkocht’, zegt Roza. ‘Voor 65 000 fr.’
Roza weet altijd alles. Dat komt door de vuilnisbakken, zegt de buur. Rond dezelfde tijd als het veulen verkocht wordt, begin ik werk te maken van mijn tuintje. Groenten zaaien heeft niet veel zin, want de buren bezorgen me meer verse groenten dan ik de baas kan. Ik hou het maar bij een