dan vijf boeken heeft geschreven, reeds is bekroond, maar nog altijd niet werd uitgegeven (cfr. p. 166, 219).
Daarenboven loopt een onuitgegeven, alhoewel hardwerkende auteur altijd de kans dat de meeste mensen hem voor ‘een luie parasiet (...) of een raté’ houden (p. 59), wat dan weer in het sociale leven zwaar gaat doorwegen, terwijl de ernstige schrijver vroeg of laat ook zijn eigen bezigheden in verband moet brengen met zijn bestaan:
‘Voor mij bestaat er op het ogenblik geen twijfel: het schrijven primeert het leven; zonder het schrijven is mijn leven niet zinloos: het heeft een negatieve zin, het is kwaad.’ (p. 165).
Tegelijkertijd is de schrijver, door de aard van zijn werk, dan nog iemand die van het leven dreigt te vervreemden (cfr. 23/5/65, p. 207), wat in Robberechts' geval dubbel gevaarlijk is, aangezien hij zeer vroom en voornaam werd opgevoed, waardoor hij nooit werkelijk heeft geleerd om het leven ook eens vanuit de ‘plezierige’ hoek te bekijken:
‘Ernst en ascese berustten op een conditionering-tot-martelaar i.p.v. op een overtuiging, een inzicht.’ (p. 201).
De angst dat hij als auteur inderdaad wel eens een mislukkeling zou kunnen zijn, drukt een zware stempel op het dagelijkse (schrijf)werk, dat uiteraard weinig zinvol kan genoemd worden zolang er geen lezers voor bestaan. Ieder beginnend schrijver moet wel eens een dergelijke deprimerende periode doormaken, waarin de zin van het schrijven (en bij een waarachtig auteur dus ook die van het leven zélf) in vraag wordt gesteld, terwijl de doemgedachte opduikt dat het ‘misschien (...) altijd de belangrijkste dromen (zijn) die men vergeet, omdat men ze moet vergeten.’ (p. 144).
Al blijven de bedenkingen bestaan die bij de aanvang van deze bespreking werden gemaakt, dat wil dit nog niet zeggen dat het opzet van het Dagboek als zodanig te verwerpen is. Daar waar het Robberechts er in Open boek aanvankelijk om te doen was ‘het leven te wegen’, kan men bijna zeggen dat hij in Dagboek ‘het schrijven heeft willen wegen’, en deze bezigheid blijkt inderdaad haar tol aan tegengewicht te eisen. Voor Robberechts-lezers is het zeker interessant (met het oog op de ontstaansgeschiedenis van zijn andere teksten) om eens een blik te kunnen werpen in de ‘schrijfkeuken’ van deze auteur. Dat Robberechts' boeken uiteindelijk toch, en met succes, werden gepubliceerd en gelezen, kan dan