zijn. Van der Veen is trouwens niet de eerste de beste, getuigend daarvoor de bekroning van zijn roman Het wilde feest met de Van der Hooghtprijs in 1956. Wel komt het ons voor dat hij sindsdien in sommige werken van zijn hand, ook in Zwijgen of spreken, te veel feuilletoneske personages en verhoudingen toegestaan heeft.
Omdat meedeinen op het succes van de voorbije kwarteeuw dat vergde? Als je de twee eeuwen Nederlandse romanliteratuur die achter ons liggen overschouwt, blijkt dat massaverschijnsel vrij geregeld terug te keren. In de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog gold het de onbelangrijke verhalen over deftige heren zonder ruggegraat en theedrinkende dames die met hun verveling geen blijf wisten, en die om hun saaiheid door Menno ter Braak geroskamd werden. De jongste kwarteeuw was het de overtilling van het seksuele en een nooit aflatende contestatie tegen allerlei echte en fictieve misbruiken, die ondanks alle aanvallen met zwavelzuur en geroddel niet zijn verdwenen. De mens is zoveel meer en onverwoestbaarder in zijn gaven en fouten dan veel auteurs ervan gemaakt hebben.
Bij Van der Veen gaat het om twee intellectuelen, Eric en Saskia, die al vijf jaar samenwonen, waarvan drie jaar getrouwd, zegt de auteur, die misschien wel een kind zouden willen, maar nu nog niet. Zij zullen hun vakantie in Menton doorbrengen en Eric, die wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Amsterdam is, zal in de voormiddag zijn proefschrift over Macht en onmacht binnen de democratische staatsvorm voltooien. In die toestand wordt zij verliefd op een jonge Franse adonis. Zij verbergt dat niet voor haar man en die openheid van haar kant verhindert dat het tussen haar en de Fransman tot een intiemer verhouding komt.
Het ongeluk wil dat zij op zekere dag een polsbreuk oploopt. Zij wordt in het plaatselijke ziekenhuis opgenomen, waar vrij zonderlinge toestanden blijken te heersen, zodat zij er langer dan nodig verplicht is te blijven. Intussen kan Eric niet weerstaan aan de verlokking en beoefent kortom de democratie binnen het huwelijk (82) met een onbevangen, spontaan leek ze zeker, geen aanstellerij, een echt Hollands meisje (139). Saskia, die het in het ziekenhuis niet langer kon uithouden, loopt er 's nachts weg en betrapt ze samen in bed.
Daarop volgen de laatste bladzijden van de roman, die psychologisch meesterlijk uitgewerkt en geschreven het verhaal redden door het boven de banaliteit te verheffen. Als je niet veel van elkaar mocht verwachten, had het dan zin bij elkaar te blijven? Nadat een groepje ongure Hollanders Eric zo maar afgetuigd hebben, gaat Saskia op de rand van het bed zitten