Maar: het is een van de meest succesvolle boeken die we kennen.
Wat gebeurde er in 1912? De Titanic zonk. Eerste Balkanoorlog. Kafka werkt aan ‘Het Slot’. Wilson wordt president van Amerika. Scott en Amundsen bereiken de zuidpool. Een jaar eerder was ‘Dood in Venetië’ van Mann verschenen, een jaar later zal ‘A la recherche du temps perdu’ van Proust beginnen te verschijnen.
Het boek speelt duidelijk in op de ook toen bij het publiek heersende tendens om te ontsnappen aan de druk van de verstedelijkte maatschappij, en terug te keren naar de eenvoud en het spontane van de ongerepte natuur. Burroughs speelt op zijn ogenschijnlijk naïeve manier die twee werelden af en toe tegen elkaar uit: ‘Hij zette zijn voet op het lichaam van zijn machtige vijandin, wierp zijn mooie, jonge hoofd achterover en stootte de woeste overwinningskreet van de mannetjesaap uit. Het woud weergalmde van dit triomfantelijke geluid. De vogels zwegen en de kleinere roofdieren kropen weg, want er waren maar heel weinig beesten in de jungle die onenigheid zochten met de grote mens-aap. En in Londen sprak een andere Lord Greystoke in het Hogerhuis tot zijn soort, maar niemand beefde bij het zachte geluid van zijn stem.’
Tarzan is bovendien een supermens, en dat doet het natuurlijk altijd goed bij het dromende en van de realiteit wegvluchtende gros van het publiek. Het is een sprookje voor volwassenen. En bovendien suggereert het geraffineerd ook bezig te zijn met het antwoord op de eeuwige vragen: waar komen we vandaan, wie zijn we, waar gaan we heen? We stammen van de apen af, maar daar hoeven we niet verlegen om te zijn, want die apen gedragen zich soms menselijker dan wij, denk maar aan Kala, de apin die Tarzan adopteert. En ze zijn zeer slim bovendien, ze rekenen hun tijd zelfs in termen van maanden. Wie ben ik? Het is een vraag die Tarzan voortdurend bezighoudt en ik moet toegeven dat er in het boek een groot aantal trouvailles en spitsvondige oplossingen zitten in die passages waarin beschreven wordt welke leerschool Tarzan bij de apen doormaakt (hoe hij zichzelf en zijn mogelijkheden ontdekt).
En waar gaan we heen? Naar rechtvaardigheid, rijkdom en mooie vrouwen, suggereert Burroughs, maar daarin misrekent hij zich enigszins, zijn lezers willen iets anders, en dat krijgen ze dus. Want Burroughs had, hoe dan ook, feeling voor wat het publiek wou, hij had onmiskenbaar een rijke fantasie, hij was een gewiekst zakenman. Maar hij was geen schrijver, zoals vele andere pulp- en SF-auteurs wel waren. Hij was een burgerman met een aantal racistische vooroordelen, een materialist en een puritein. Een puritein in hart en nieren. De natuurlijke, gezonde, oersterke en vitale Tarzan heeft geen enkele seksuele behoefte. Maar dat